
Preek over Filippenzen 1:27-2:11 gehouden in de Dorpskerk van Vreeswijk (Nieuwegein) als voorbereiding op het Heilig Avondmaal. Tevens voorbereiding voor de derde Bijbelstudie van de WijkBijbelstudiekringen.
Gemeente van onze Heere Jezus Christus,
Boven de preek heb ik gezet “Oproep tot eensgezindheid en ootmoed”.Dat heb ik overigens niet zelf verzonnen, het is het “kopje” in de HSV boven voor de eerste vier verzen van hoofdstuk 2.
Het leek me goed ons vanmorgen te richten op hoofdstuk 1:27 tot hoofdstuk 2:4.
Volgende week kijken we dan naar 5 tot en met 11, de lofzang op Christus.
Voordat we inzoomen op 1:27 tot 2:4, eerst een korte aanloop.
Paulus zit in de gevangenis en schrijft een brief aan de “heiligen in Jezus Christus” en de kerkenraad (1:1).
Op de startdag hoorden we Paulus danken en bidden.[i]
Danken voor allen.
Bidden voor allen.
Voor allen!
Weet u nog?
Niet alleen voor degenen die hij aardig vond.
Bidden en danken voor allen.
Doet u dat nog?
Ongetwijfeld.
Collega de Pater preekte daarna over de verzen 12 tot en met 26.
Even ter herinnering:
Paulus zit in de gevangenis.
Achter slot en grendel.
Paulus zit in de gevangenis, maar niet in de piepzak.
Hij is dan wel gebonden, maar het Woord van God, het Evangelie, de goede boodschap van Jezus, is dat niet[ii].
Die gaat door.
Sterker nog, de goede boodschap dat Jezus is gestorven voor onze zonden, dat Hij is begraven, en dat Hij is opgewekt op de derde dag[iii], is door Paulus gevangenschap bekend geworden in het hele gerechtsgebouw (1:13; πραιτώριον) en bij allen die daar rondlopen.
Daarbij hebben ook anderen de moed gekregen vrijmoedig over Jezus te spreken.
Dus niet “Laten we het maar niet over Jezus hebben, want daar krijg je alleen maar moeilijkheden van. Voor je het weet, zit je in de gevangenis.” (vgl. 1:18).
Nee, wetend dat Jezus Heer is, is vrijmoedig over Hem gesproken.
Is de goede boodschap van Zijn dood en opstanding doorgegeven.
Ook door Paulus.
En of hij nou gevangen zit, of niet.
Hij wil dat Christus grootgemaakt zal worden.
Want het leven is voor hem Christus (vers 21).
En hij weet dat sterven zelfs winst is, omdat dat betekent dat hij voor altijd bij Jezus zal zijn.
Het is, wat er ook gebeurt, zoals we vorige week zongen: “Wij gaan ten hemel in en erven Koninkrijken”.[iv]
Tegelijkertijd vertrouwt Paulus erop dat hij de Filippenzen weer zal zien.
En dat dát betekent dat die Filippenzen nog meer Christus Jezus zullen prijzen.
En dan volgt vers 27, waar we vanmorgen begonnen te lezen.
27Alleen, wandel het Evangelie van Christus waardig, opdat ik, of ik nu kom en u zie of dat ik afwezig ben, van uw zaken mag horen dat u vaststaat in één geest, en dat u samen eensgezind strijdt door het geloof in het Evangelie, 28en dat u zich in geen enkel opzicht schrik laat aanjagen door de tegenstanders.
Zou u daar een dikke streep bij willen zetten?
Want het lijkt mij ook voor ons van het grootste belang.
Die oproep van bijna 2000 jaar geleden, lijkt mij zo actueel als wat.
Alsof de met inkt geschreven letters nog niet droog zijn.
Drie zaken wil ik vanmorgen benoemen vanuit dit gedeelte:
1. Wandel het Evangelie van Christus waardig.
2. Laat je geen schrik aanjagen.
3. Wees eensgezind
Het eerste is dus “Wandel het Evangelie van Christus waardig”.
De Bijbel in Gewone Taal vertaalt:
“Leef op een manier die past bij het goede nieuws over Christus.”
Vorige week hoorden we “horen en doen”.
“Horen, gedaan en doen”.
Je gelooft in Jezus?
Geloof je dat Jezus alles voor je heeft volbracht?
Vertrouw je Hem?
Volg Hem dan ook!
Leef op een manier die past bij het geloof in Hem.
Letterlijk schrijft Paulus dat de gelovigen zich dienen te gedragen als “burgers van een stad”.
In hoofdstuk 3 zal hij daarop terugkomen, als hij zegt dat ons burgerschap in de hemel is (3:20).
Het is een verwijzing naar het feit dat Filippi een kolonie is.[v]
Filippenzen hadden bij wijze van spreken twee paspoorten.
Een paspoort van Filippi en een paspoort van Rome.
Nu, Paulus vergelijkt dat als volgt.
Door het geloof in Jezus ben je een hemelburger geworden.
Je hebt een paspoort van het koninkrijk van God.
Tegelijkertijd heb je je paspoort hier, in ons geval dat van het koninkrijk van Nederland.
Je bent hemelburger.
Tegelijkertijd sta je benen op de grond.
Of in de modder.
Maar de hemel is je vaderland.
Daar woont Koning Jezus.
En de levensstijl wordt door Hem en het Evangelie van Zijn genade bepaald.
Leef nu op een manier die past bij het geloof.
Zodat het te merken is dat je bij Jezus hoort.
Doen!
Ik heb u wel eens verteld van de brief aan Diognetus uit de tweede eeuw na Christus.
Daar wordt gezegd dat christenen zich niet onderscheiden van andere mensen door taal, vaderland of kleding.
Nee, ze spreken gewoon de taal van het land.
Geen ander dialect of zo.
Zij hebben ook gewoon kleren aan.
Hun leer is niet uitgevonden door de vindingrijkheid.
Maar toch vallen ze op.
Hoezo?
Nou…
Ze wonen in hun eigen vaderland, maar als vreemdeling.
(…)
Ze trouwen als ieder ander. Ze krijgen kinderen maar leggen hun nageslacht, hun kinderen niet te vondeling.
Blijkbaar viel dat op.
Ze delen hun tafel maar niet hun bed.
Blijkbaar viel dat op
Ze leven ‘in het vlees’ maar niet ‘naar het vlees’.
Ze vertoeven op aarde maar zijn thuis in de hemel.
Ze gehoorzamen de vastgestelde wetten maar in hun eigen leven overtreffen ze die wetten.
Ze houden van allen, maar ze worden door allen vervolgd.
(…)
Ze zijn arm, maar ze maken velen rijk.
Ze komen alle te kort, maar ze hebben alles in overvloed.
(…)
Ze worden gesmaad, bespot en ze zegenen. Ze worden beledigd en ze bewijzen eer aan zij die hen beledigen.
(…)
En die hen haten kunnen toch geen reden voor hun vijandschap opgeven.[vi]
Je zou ook kunnen zeggen: die christenen lijken op Christus.
De Geest herschept hen naar Zijn beeld.[vii]
Voor Jezus was Vaders wil wet.
Het is daarom dat we veelal de Tien Geboden lezen in de morgendienst.
Als wegwijzers naar het beloofde land.
Vanzelfsprekend kunnen er ook Nieuwtestamentische vermaningen worden gelezen, maar met de Tien Geboden en de samenvatting van de Wet die Jezus ons leert, pak je het hele leven.[viii]
Jezus heeft Zich aan al de geboden van Vader gehouden.
Niet krampachtig, integendeel.
In alles had Hij God lief boven alles en de naaste als zichzelf.
En Hem volgen we na!
En dat volgen moet niet alleen gebeuren als Paulus erbij is, nee ook als Paulus er niet bij is.
Vandaar dat “of ik nu kom en u zie of dat ik afwezig ben”.
Het is als de leraar op school die even de klas uitgaat en zegt “Goed doorwerken. Jullie weten wat jullie moeten doen. Ik moet even weg, maar ben zo weer terug”.
Dan is het toch raar als kinderen dan direct de boel op stelten gaan zetten?
Zo is het hier ook.
Daarbij wil Paulus meer.
Niet alleen horen dat ze waardig naar het Evangelie van Christus wandelen.
Hij wil – ook al is hij er niet – hij wil horen “dat u vaststaat in één geest, en dat u samen eensgezind strijdt door het geloof in het Evangelie, en dat u zich in geen enkel opzicht schrik laat aanjagen door de tegenstanders”
Laat ik met dat laatste beginnen.
Dat is het tweede: Laat je geen schrik aanjagen.
In de volgende verzen gaat Paulus daarop door.
Hij zegt:
Het is genade dat jullie mogen geloven.
Het is ook genade dat jullie (vers 29) voor Hem mogen lijden.
“Kijk maar naar mij”.
“Ik geloof in Jezus en nu zit ik in de gevangenis, maar het Evangelie gaat gewoon door”.
Wees niet bang!
Laat je geen schrik aanjagen!
Wie de tegenstanders precies zijn, is niet helemaal duidelijk.
Gaat het om Romeinse tegenstand?
Gaat het om tegenstand vanuit Joodse zijde?
Dat laatste is wel geopperd vanwege wat we nog zullen lezen in hoofdstuk 3.[ix]
In ieder geval zijn het vijanden van het Evangelie van Jezus.
En dat brengt ons meteen bij het hier en nu.
Waar hebben we nu onze vijanden te zoeken?
Wij hebben niet zo veel last, dacht ik zo, van vijandschap.
Gisteren was de dag van Open Doors.
Als je ons met de vervolgde Kerk vergelijkt, dan hebben wij het “makkelijk”.
Niemand van ons wordt gevangen gezet of gemarteld omdat hij naar de kerk gaat.
Tuurlijk, er zijn wel bedreigingen.
Maar die liggen meer op een ander terrein.
Op het geestelijk terrein.
Afgelopen vrijdag was ik bij de inspiratie bijeenkomst die de GZB, de IZB en de HGJB organiseerden onder het motto “daarom zijn we kerk”.[x]
Tijs van de Brink hield de eerste toespraak over de huidige situatie van de kerk.
En hij was daar niet positief over.
De secularisatie heeft ook de orthodoxe kerken bereikt.
Tijs zei (en nu citeer ik):
“De secularisatie ging in mijn jeugd lange tijd aan de orthodoxie voorbij. Secularisatie was iets van Rooms-Katholieken, midden-orthodoxen en vrijzinnigen en zo.
Ik heb in m’n naïviteit best een tijdje gedacht: dat is logisch, ze geloven daar niet op de goede manier. De orthodoxe varianten van kerk-zijn zijn vast wel bestand tegen de golf van secularisatie die over ons heen slaat.
Maar toen zei hij:
Ga eens na in uw eigen leven, ga uw christelijke vrienden van vroeger maar even na, afhankelijk hoe oud u bent natuurlijk.
Het kan haast niet anders of u ziet ook kerkverlating, is het niet bij uw vrienden zelf, dan toch wel bij hun kinderen en misschien ook wel bij uw eigen kinderen.
Voor wat betreft dat laatste is het SCP ook helder: voor meer dan de helft van de kerkgangers (zowel katholiek als protestant) geldt dat hun kinderen niet meer naar de kerk gaan.”
Is dat herkenbaar?
Ondertussen helpt de corona de kerk ook niet echt.
In een onderzoek van bureau DirectResearch in opdracht van het EO-radioprogramma Dit is de Dag en het Nederlands Dagblad, zei 20 procent van de ondervraagden te verwachten dat ze na corona minder naar de kerk zouden gaan.
4 procent had zelfs al besloten helemaal niet meer te gaan.
De terugloop van kerkgang is vooral groot in de leeftijd van 18 tot 35 jaar.
Tijs zei “Corona lijkt uitgerekend de groep waar we onze hoop nog een beetje op konden vestigen te hebben getroffen…”
Hoe is dat bij ons in Vreeswijk?
U mag best weten dat ik me daar zorgen over maak.
En dan zegt u misschien “Zorgen moet je niet maken, maar doen”.
Maar ik zeg u: “Ik doe mijn best, heb echt mijn best gedaan. En toch zie je het achteruit gaan…”.
Soms voelt het of het door je vingers glipt.
Zou het zijn, omdat we niet door hebben dat wij dan wel geen lijfelijke vervolging, zoals in de Vervolgde Kerk kennen, maar dat we wel een geestelijke strijd kennen?
Zoals Paulus zegt in Efeze 6. “Wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten”.
En dat we als gemeente midden in die strijd zitten?
U, ik, jij.
Er is er maar één die in zijn handen wrijft, als mensen de kerk verlaten.
Er is maar één die in zijn handen wrijft als leden van het lichaam van Christus onderling ruzie maken of elkaar de kerk uitvechten. Elkaar verwijten maken.
En dat is niet Christus…
Daarom het derde punt Wees eensgezind
27Alleen, wandel het Evangelie van Christus waardig, opdat ik, of ik nu kom en u zie of dat ik afwezig ben, van uw zaken mag horen dat u vaststaat in één geest, en dat u samen eensgezind strijdt door het geloof in het Evangelie.
In de eerste verzen van hoofdstuk 2 werkt Paulus dat verder uit.
Leest u alstublieft even mee.
21Als er dan enige bemoediging is in Christus, als er enige troost is van de liefde, als er enige gemeenschap is van de Geest, als er enige innige gevoelens en ontfermingen zijn,
2maak dan mijn blijdschap volkomen, doordat u eensgezind bent, dezelfde liefde hebt, één van ziel bent en één van gevoelen.
3Doe niets uit eigenbelang of eigendunk, maar laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf.
4Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is.
Is dat niet een mooie tekst voor de voorbereiding op het Avondmaal?
Paulus heeft een verzoek vanuit de gevangenis.
Hij vraagt iets om zijn blijdschap vol te maken.
Zodat hij helemaal gelukkig met de gemeente kan zijn.
Hij vraagt niet om kleding.
Hij vraagt niet om een betere WIFI-verbinding.
Hij vraagt niet om eten.
Hij vraagt niet om geld.
Nee, maak dan mijn blijdschap volkomen, doordat u eensgezind bent, dezelfde liefde hebt, één van ziel bent en één van gevoelen.
Eensgezind.
Dezelfde liefde hebbend.
Eén van ziel.
Eén van gevoelen.
Vorm als volgelingen van Christus één front, een aaneengesloten linie, om schouder aan schouder die geestelijke strijd te voeren.
God behoede eenieder van ons, God behoede mij ervoor als een breekijzer in de gemeente te werken.
Splijtzwammen verzieken het gemeente leven.
En nu gaat het er niet om, om te gaan wijzen:
“Hij is een splijtzwam”.
“Zij is een splijtzwam”.
“Die groep” of “die groep”.
“De dominees zijn de splijtzwammen. Ze moesten eens beter preken”.
“De kerkenraad zorgt voor splijtzwammen met hun beslissingen” enzovoorts.
Nee.
Zo niet.
Laat ieder deze week op de verzen voor zichzelf eens op de verzen drie en vier letten.
3Doe niets uit eigenbelang of eigendunk”.
Is eigendunk niet een wortel van heel veel geruzie.
“Als de kerkenraad maar deed wat ik vind, dan zou de opwekking wel komen…”
“Als de dominee nou eens zou preken zoals ik tegen hem gezegd heb, nou dan…”
Is met veel ophef en arrogantie vechten voor “jouw” zaak ook niet een vorm van eigendunk?
Eigenbelang en eigendunk hebben al vaak o zoveel kwaad gesticht.
Hoeveel verdeeldheid wordt er in onze wereld niet gezaaid, doordat mensen uit zijn op hun eigen eer?
Denk eens aan rivaliserende voorgangers.[xi]
Dat is een ramp voor een gemeente.
Rivaliserende ouderlingen.
Rivaliserende organisten.
Rivaliserende kosters.
Rivaliserende gemeenteleden, enzovoorts.
Het gemeenteleven kan er zo door verziekt worden.
Daarom zegt Pauus laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf.
Geen hoogmoed, maar ootmoed dus.
Ootmoed als tegengif.
Ootmoed en nederigheid is wat een gemeente werkelijk sticht.
Nederig oftewel ootmoedig is hij of zij die kleine gedachten heeft van zichzelf.
Hij of zij weet te leven van genade.
Bewust van eigen onwaardigheid, nietigheid, zwakheid en onvermogen.
En je daarin in alles van de Heere afhankelijk weten.
Op de basisschool leerden we vroeger eerste, tweede en derde persoon. Ik, jij, hij.
Maar in de kerk wordt die volgorde omgedraaid.
‘Hij’ gaat voorop, Jezus. Dan de ander, ‘jij’. En dan pas ‘ik’.
4Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is.
Kritisch kijken naar de naaste is ons van huis uit niet vreemd. Slechts aandacht hebben voor jezelf en voor je eigen belangen, dat hoeven we vaak niet meer te leren.
Maar Paulus roept ons op de belangen van een ander te zien.
Waar is de ander mee gediend?
En dan denkt meteen aan Iemand Die dat volmaakt gedaan heeft: Jezus!
Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was.
Als hij aan Jezus denkt, begint hij meteen te zingen.
Naar dat lied luisteren we volgende week.
Vanmorgen hoorden we drie punten:
1. Wandel het Evangelie van Christus waardig.
2. Laat je geen schrik aanjagen.
3. Wees eensgezind.
Is dat genoeg huiswerk voor komende week?
Ik hoop het, opdat het uitloopt op het samen de knieën buigen voor Jezus en de belijdenis dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader.
Van Hem is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid, tot in eeuwigheid.
Amen
[i] https://glismeijer.com/2021/09/20/van-u-is-de-toekomst/, d.d. 2021-11-06.
[ii] Vgl. 2 Tim. 2:9, “Daarvoor lijd ik verdrukkingen en draag zelfs boeien als een misdadiger. Maar het Woord van God is niet gebonden”.
[iii] Vgl. 1 Kor. 15:3 en 4.
[iv] https://glismeijer.com/2021/11/03/vrijspraak-ofwel-de-rechtvaardiging-van-de-goddeloze-%EF%BF%BC , d.d. 2021-11-06.
[v] Zie ook https://glismeijer.com/2021/09/09/het-evangelie-in-europa/, d.d. 2021-11-06.
[vi] A.F.J. Klijn, Apostolische Vaders 2, Kampen: J.H. Kok, 1983, 102,103.
[vii] Vgl. Rom. 8:29,30: 29Want hen die Hij van tevoren gekend heeft, heeft Hij er ook van tevoren toe bestemd om aan het beeld van Zijn Zoon gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zou zijn onder vele broeders.
30En hen die Hij er van tevoren toe bestemd heeft, die heeft Hij ook geroepen, en hen die Hij geroepen heeft, die heeft Hij ook gerechtvaardigd, en hen die Hij gerechtvaardigd heeft, die heeft Hij ook verheerlijkt.
[viii] Zie ook lezing 11 uit de cyclus van het Hervormd Vreeswijk College over de Gewone Catechismus, “Hoe Jezus volgen gelukkig maakt” door Prof. Dr. Maarten Kater.
[ix] Zie 3:2: “Let op de honden, let op de slechte arbeiders, let op de versnijdenis” en 3:18,19: 18Want velen – ik heb dikwijls met u over hen gesproken en zeg het nu ook onder tranen – wandelen als vijanden van het kruis van Christus. 19Hun einde is het verderf, hun god is de buik en hun eer is in hun schande; zij bedenken aardse dingen.”.
[x] De bijeenkomst is na te kijken via https://www.youtube.com/watch?v=1-aOa537GT0, d.d. 2021-11-06.
[xi] Van een kader-leerling leerde ik ooit “Mijn vader zegt: ‘Het is geen leerkwestie, maar een eerkwestie’.