In het Groene Hart Ziekenhuis heb ik nog de hoop met Kerst in Vreeswijk te preken. Het wordt het lezen van het Kerstverhaal uit Lukas 2 in de Hoogstraat. Desalniettemin een prachtige ervaring.
In de weken vooraf heb ik het gedeelte al meerdere keren bij logopedie gelezen. Geen ‘toffe teenslippers’ en ‘pikkende kippen’ meer, maar Lukas 2. Het lezen van het Evangelie doet me huilen. ‘Stom is dat, dat je zo snel moet huilen, zeg ik tegen mezelf. ‘Je doet er niets aan. Het enige wat je doet is jezelf schamen’.
Lukas 2 dus. De logopediste heeft het gedeelte via internet opgezocht in de Herziene Statenvertaling. Uiteindelijk op mijn account van de Bijbel[1]. Op zo’n moment realiseer je je weer dat het voor buitenstaanders toch wel vreemd moet zijn: NBV, NBV21, NBG51, GNB, BGT, HSV, SV1977, SV1637, enz. ‘Elk kerkelijk clubje heeft zo z’n eigen vertaling, die het best bij de eigen dogmatiek, zeg maar bij de eigen kerkleer past’ zeg ik voorzichtig. Ze vindt het niet erg. Gelukkig maar. Wat dat betreft zijn ze buiten de kerk makkelijker dan daarbinnen. Je kan stellen dat dat met desinteresse te maken heeft, maar dat is net te kort door de bocht. Want als ik Lukas 2 in de HSV heb gelezen, dus met ‘herberg’ en ‘kribbe’, vertelt ze over haar oma. ‘Mijn oma ging ook naar de kerk. Met Kerst ging ik…’
Bij de Kerstviering voel ik me net alsof ik weer op de lagere school zit en een gedichtje voor moet lezen op een ouderavond. Ik bubbel een half uur van tevoren met de Vox Lax of de Lax Vox[2]. Gelukkig hoort niemand het. De viering is kort. Een koortje van mede-revalidanten heeft enkele kerstliederen ingestudeerd. Dan ben ik. Ik lees het Evangelie. Deze keer zonder tranen. Het is opmerkelijk hoeveel mensen na afloop zeggen ‘Goed gedaan’, ‘Top’, ‘Mooi gelezen’. Niemand zegt ‘Maar ik heb wel wat gemist’ of ‘Maar je moet wel…’ of ‘De HSV is onverstaanbaar. Je moet BGT of in ieder geval NBV21 lezen…’.
De viering wordt besloten met het zingen van ‘We wish you a merry christmas and a happy new year’. Geen ‘Ere zij God’ dus. ‘Jammer’, denk ik, ‘maar het is hier ook geen kerk’. ‘Leuk idee voor volgend jaar’ zegt de organiserende ergo als ik voor Kerst 2024 ‘Ere zij God’ opper. Ze leerde mij veters strikken met één hand.
‘Ere zij God’ daar gaat het voor mij uiteindelijk wel om. Dat God in deze wereld komt en vastgrijpt. Stevig vastgrijpt en in veilige haven brengt. God redt. De Redder is geboren. Daarom zeg ik ruim een week later tegen dokter Rossi[3] dat we geen aapjes maar katten zijn. We hoeven ons niet krampachtig vast te grijpen, we worden in onze nek gegrepen. Kerst is niet: ‘Er wordt wat aangeboden en jij moet…’; ook niet ‘Er wordt wat uitgestald en misschien dat jij…’. Kerst is ‘We worden gered’. Het gaat niet om wat ‘ik moet’, maar om wat ‘God doet’.
Dat geeft pas een vrolijk Kerstfeest.
[1] Zie https://www.debijbel.nl, d.d. 2024-01-27.
[2] Zie https://www.youtube.com/watch?v=O-mtCBYW5f4, d.d. 2024-01-27.
[3] Zie https://glismeijer.com/2024/01/23/dokter-rossi/ d.d. 2024-01-27.

1 gedachte over “Kerst in de Hoogstraat”