
Tijdens een sporadische opruimactie kom ik een oude map met certificaten tegen. Ik lees ‘Introductiecursus MSX-II’ en vraag me af ‘Wat was dat ook alweer?’.
‘Het zal het uit de tijd zijn dat de computer zijn intrede deed’. Het onderwijs moest er natuurlijk ook wat mee en plots weet ik het weer ‘Programmeren. Nou ja, niet echt programmeren… Een introductie’.
Ik word oud.
Ik weet nog hoe lezingen bij de HGJB werden uitgeschreven, om vervolgens door Sonja te worden uitgetypt ‘voor het archief’. Bij de HGJB was één computer. Dat was al heel wat.
Een paar jaar later kregen we tegen de Kerst allemaal een ‘eigen’ computer. De penningmeester vond het wel wat gortig, maar ik was er dolblij mee. Hij draaide op Windows 95. In de promo speelden de Stones ‘Start me up’.
Eerder had ik namelijk een ‘typewriter’, wat eigenlijk een ‘videowriter’ was, maar dat wist ik toen niet. Ik noemde hem dus ‘typewriter’. Hij ging altijd kapot als er een deadline aan kwam, met veel getier tot gevolg.
Achter het eerste certificaat zitten o.a. het certificaat ‘Begrijpend en studerend lezen’, ‘E.I.B.O.’[i], ‘Coachingstechnieken en –instrumenten’ en die van de ‘ART-trainer opleiding’. En plots vraag ik me af hoe zinvol dat allemaal geweest is. Hoeveel tijd en energie gaat er niet verloren aan cursussen? En geld?
Wat heeft het opgeleverd? Stress even niet meegerekend.
Hetzelfde kun je denken van je preken.
‘Lucht en leegte, zegt Prediker, lucht en leegte, alles is leegte’, of zoals de meeste mensen het kennen ‘IJdelheid der ijdelheden, zegt de Prediker; ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid’.
Je zijn, je bestaan voelt soms eerder ‘zinloos’ dan ‘zinvol’.
En plots denk ik aan dat gedicht van Achterberg[ii], dat ik voor het eerst bij Nawijn las en hoorde en toen probeerde te begrijpen:
De mens is voor een tijd een plaats van God.
Houdt geen gelijkteken nog iets bijeen,
dan wordt hij afgeschreven op een steen.
De overeenkomst lijkt te lopen tot
deze voleinding, dit abrupte slot.
Want God gaat verder, zwenkend van hem heen
in zijn millioenen. God is nooit alleen.
Voor gene kwam een ander weer aan bod.
Wij zijn voor hem een vol benzinevat,
dat hij leeg achterlaat. Hij moet het kwijt,
al de afval, met zijn wezen in strijd.
Sinds hij zich van de schepping onderscheidt,
gingen wij dood en liggen langs het pad,
wanneer niet Christus, koopman in oudroest,
ons juist in zo’n conditie vinden moest;
alsof hij met de Vader had gesmoesd.
Gesmoesd!
Gevonden!
Gelukkig maar…
[i] E.I.B.O. staat voor ‘Engels In Het Basisonderwijs’.
[ii] Zie https://www.dbnl.org/tekst/acht003gerr02_01/acht003gerr02_01_1045.php, d.d. 2024-08-13.