
Ik kan me voorstellen dat je je ‘beledigd’ voelt.
‘Afgedankt’.
‘Afgeschreven’.
‘Weggezet’.
‘Aan de kant geschoven’.
Alsof je er niet meer toe doet.
Ik denk dat veel 58 -jarige mannen het zullen herkennen.
Waarschijnlijk zelfs meer mannen boven de 50.
Je hebt wat gepresteerd.
Je hebt wat opgebouwd.
Tegen jou hoeven ze niet te zeggen: ‘Je mag er zijn’
‘Je bent een parel’.
‘Jij bent uniek’.
Maar dan komt er zo’n hippe jongen met blonde aanbidster.
Hij daagt jou uit.
Gaat op je tenen staan.
Tart jou.
‘Wie denkt hij wel dat hij is?’.
Ondertussen smult de massa ervan.
Media vergroten uit.
Sensatiemakers en – zoekers vragen zich af: ‘Kan een 58-jarige het nog?’.
Ze zeggen het niet hardop, maar je voelt als 58-jarige de kwalificaties.
‘Oude man’.
‘Passé’.
‘Iemand van vroeger’.
‘Over de datum’.
‘Rijp voor het bejaardenhuis’.
‘Over de top’, terwijl iedere 58-jarige weet ‘Leeftijd is relatief’.
‘Misschien ben ik juist nu op de top van mijn kunnen’.
‘Helaas nog wel te jong om president van de VS te worden, want dan moet je de cijfers omdraaien…’.
In ieder geval blijk jij uiteindelijk zo volwassen te zijn om een kind te laten winnen.
En passant maak je ook het vriendinnetje blij.
Maar jij maakt duidelijk: ‘Ouder worden is ‘gunnend’ en ‘gul’ worden’.
‘Ouder worden is niet krampachtig van je af bijten’.
‘Ouder worden is je niet vastbijten in hoe het was’.
‘Ouder worden is leren en durven loslaten’.
Wilde je vroeger vooral ‘halen, hebben en houden’, nu weet je vooral te ‘geven’.
58 jaar lang denk ik vaak: ‘rare wereld en vreemde bewoners’.
‘Wie lacht niet die de mens beziet’.
Ook als ik in de spiegel kijk.
Maar al 58 jaar lang gaat ook dat veel oudere Psalmvers[i] mee.
Dat vers dat je kunt lezen als vraag en antwoord.
Wat is dan de sterveling? Dat U aan hem denkt!
En de mensenzoon? Dat U naar hem omziet!
Ook naar iemand van 58 jaar.
[i] Psalm 8:4 en 5 in de HSV.
4Als ik Uw hemel zie, het werk van Uw vingers,
de maan en de sterren, die U hun plaats gegeven hebt,
5wat is dan de sterveling, dat U aan hem denkt,
en de mensenzoon, dat U naar hem omziet?