Preek gehouden in de morgendienst op 25 december 2024 in de Dorpskerk van Vreeswijk. Gelezen is Ezechiël 34: 11-16, Lukas 2: 8-15 en Johannes 10:11-18.
Gemeente van onze Heere Jezus Christus,
Vorig jaar vierde ik Kerstfeest in de Hoogstraat.
Memorabel: ik mocht de Schriftlezing doen.
Het leek therapeuten een goed idee mij het Kerstevangelie te laten lezen.
Ze wisten namelijk dat ik dominee ben.
Of schilders ook moesten schilderen…
Of koks ook moesten koken…
Dat is mij allemaal ontgaan.
In de weken voor het Kerstfeest las ik, oefende ik bij logopedie Lukas twee.
Lukas twee had ik zelf uit mogen kiezen.
Evenals de vertaling.
Daar bleken er veel van te zijn.
Ik koos voor de Herziene Statenvertaling.
Die heeft namelijk nog een herberg.
Ik dacht: ‘Dat roept bij medepatiënten herkenning, misschien wel herinneringen op’.
Het voorlezen tijdens de viering vond ik behalve emotioneel ook wel spannend.
Dat wil zeggen: ik was emotioneel, ik vond het spannend.
Ik vroeg me van tevoren af:
‘Hoe zullen medepatiënten reageren op het Kerstverhaal?’
‘Zullen ze niet denken: Vrome prietpraat. Hol geklets’.
‘Zullen ze niet zeggen. Kerst, kerst… Houd erover op’.
‘Doe niet zo opgetogen of blij’.
‘Ik ben verlamd.
Mijn been wil niet.
Mijn arm wil niet.
Mijn hand wil niet.
Mijn vingers willen niet’.
Misschien zegt iemand met een dwarslaesie wel:
‘Waar is God dan?’
Kortom. Ik was onzeker.
De Hoogstraat is geen kerk…
Uiteindelijk verliep de viering goed.
Geen gemopper over een lied.
Geen gemopper over de Bijbelvertaling.
Niemand zei ‘Ik word er erg verdrietig van…’.
Niemand zei ‘Ik heb wat gemist…’.
Nou ja, ik dan…
Als slotlied zongen we ‘We wish you a merry Christmas and a hapy New Year’.
Voorzichtig zei ik tegen een ergotherapeut dat het misschien een goed idee zou zijn volgend jaar ‘Ere zij God’ als slotlied te zingen.
Vanmorgen zijn we hier samen in Vreeswijk.
Ons slotlied is ‘Ere zij God’.
Misschien een beetje raar, maar…
Op de één of andere manier ben ik minder bang dat iemand vanmorgen zal zeggen:
‘Vrome prietpraat. Hol geklets’.
Toch kunnen er vanmorgen wel degelijk mensen zijn die denken: ‘Kerst, kerst… Houd erover op’.
‘Doe niet zo opgetogen’.
‘Weet je wel wat er met mij aan de hand is…?’.
‘Weet je wel waar ik tegen aan loop…?’.
‘Weet jij van mijn pijn…?’
‘Mijn verdriet…?’.
In ieder geval ben ik God dankbaar hier vanmorgen te zijn.
Dominees zijn boodschappenjongens, bodes.
Ik ben dankbaar dat ik vanmorgen tegen u mag zeggen wat een andere bode, de engel eerder al zei:
‘Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal,
namelijk dat heden voor u geboren is de Zaligmaker…’.
Boven de preek heb ik geschreven: ‘Groot nieuws’.
Ik wil stilstaan bij drie punten:
1. Wees niet bevreesd
2. Grote blijdschap
3. Voor heel het volk
(1. Wees niet bevreesd)
Het eerste is dus ‘Wees niet bevreesd’.
‘Wees niet bevreesd, wees niet bang’.
Waarom zegt de engel, de bode dat?
Ik denk omdat de herders natuurlijk schrokken, bang waren, angstig.
Het gebeurt ook niet zo heel vaak dat je een engel ziet of hoort spreken.
De engel, de bode zegt: ‘Wees niet bevreesd’.
Ook in onze tijd zijn veel angstige mensen.
Je kunt zeggen dat dat altijd zo geweest is.
Ga maar na: kleine kinderen zijn in alle tijden bang geweest in het donker.
Oude of zieke mensen, die op hun sterfbed liggen, zijn altijd al bang geweest voor de dood.
Angst is er altijd geweest.
Nou ja, sinds Genesis 3.
Maar in onze dagen lijkt de angst wel te groeien.
De angst voor is corona een beetje weggeëbd.
Maar er is andere angst voor teruggekomen.
Vorige week werd op radio Rijnmond reclame gemaakt voor de rampzalige app.
De app informeert inwoners van de regio Rotterdam-Rijnmond bij rampen en alarmeert bij noodsituaties.
Er is angst voor een oorlog met Rusland.
Dat heel het havengebied gebombardeerd of ontregeld wordt.
De schoonvader van Berend Blokzijl waarschuwde 53 jaar geleden al voor de Russen.
Zelf heb ik in Duitsland gediend. De muur stond er nog.
Nu is er angst voor Russische cyberaanvallen.
Geen betalingsverkeer. Geen stroom, geen water.
Er is angst voor Chinese telefoons en auto ’s
Chinese telefoonpalen.
Er is angst voor escalatie in het Midden-Oosten.
Angst dat de strijd ‘daar’ overslaat naar ‘hier’.
Er is angst voor aanslagen.
De aanslag in Maagdenburg bewijst dat die angst ook niet onterecht is.
Er is angst voor een klimaatcrisis.
Angst voor enge ziekten.
Angst voor kanker.
De gevreesde ziekte.
Er is angst dat kinderen of kleinkinderen afhaken bij de kerk.
Er is faalangst.
Er is angst om uit te vallen.
Anderen hebben angst om op te vallen.
Weer anderen hebben juist weer angst niet op te vallen.
Kortom: Ons bestaan zit vol van angst.
Soms terecht. Soms wat minder.
In ieder geval vieren we het Kerstfeest in een angstige, soms beangstigde wereld.
Wij vieren geen Kerst in het luchtledige.
Met Kerst creëren wij ook geen schijnwereld.
Nee, in deze wereld, deze angstige en beangstigde wereld, de onze, wordt God mens.
Plotseling is daar bij de herders een fel licht.
Daar staat een boodschapper van God.
Hij vertelt groot nieuws.
‘De lang beloofde Messias is geboren’.
‘Wees niet bevreesd’, zegt die bode.
Ja, hoe reageer je als je omstraald wordt door heerlijkheid en majesteit van God?
Hoe zou jij reageren?
Als je bedenkt dat je met een bode van de levende God te maken hebt.
Zou je schrikken?
Schrikken omdat je denkt: ‘Wat heb ik er allemaal van terecht gebracht?’.
Wat heb je er trouwens van terecht gebracht?
Van je leven…
Van je huwelijk…
Van je opvoeding…
Wie heeft een rein geweten?
Wie is vlekkeloos?
Wees eens eerlijk.
Hoeveel verborgen zonden…
Hoeveel hoogmoed…
Hoeveel opstand…
Hoeveel vijandschap leeft er in je hart?
Wie kan er eigenlijk voor God bestaan?
Plots een bode van de levende God…
Wie zou niet met Jesaja moeten zeggen ‘Wee mij, want ik verga!’
En wat zegt nu die bode van God?
‘Vrees niet, want ik heb groot nieuws voor u’.
De bode wil met de boodschap, het Evangelie alle vrees, alle angst doen verdwijnen.
De bode komt niet om angst aan te jagen.
De bode komt om angst weg te nemen.
‘De Heiland is geboren.’
(2. Grote blijdschap)
‘Ik verkondig u grote blijdschap’, dat is het tweede.
Hoe was de preek?
Nou kort. Zes woorden!
‘Heden voor u geboren, de Zaligmaker…’.
De beloofde Koning is geboren.
De eerste Kerstpreek.
God Zelf maakt er werk van.
Hij schakelt geen mannetje of vrouwtje in.
Nee, Hij stuurt een engel als bode.
De engel vertelt dat God Zelf in het Kerstkind op bezoek komt.
In het Kind deelt Hij niet alleen in ons bestaan.
Hij zal straks op Golgotha ook alle schuld overnemen.
Hij deelt in ons door angst bezeten bestaan.
De bode zegt: ‘Wees blij, want de Zaligmaker is gekomen’.
Met Kerst mag er mega blijdschap voor en in u zijn.
Het Kind dat ons thuisbrengt bij God, is geboren.
Jouw Zaligmaker geboren.
Jouw Zaligmaker geboren.
Jouw Zaligmaker geboren.
….
Er zijn in het leven dingen die ons blij maken.
Een trouwdag, een bruiloftsfeest.
Een kind.
Een kleinkind.
Maar nog groter mag onze blijdschap met Kerst zijn.
‘Wees niet bevreesd’, dat was één.
Twee: ‘grote blijdschap’
Grote blijdschap.
Zelfs als jij, als ik door de doodsvallei moet gaan.
Want ook daar gaan we in de voetstappen van het geboren Kind.
Met Kerst denken we ook aan Goede Vrijdag en Pasen.
Hij heeft de dood en het graf tot een doorgang gemaakt.
Een doorgang naar het eeuwige leven.
Grote blijdschap.
Want het Kind heeft gezegd: ‘Mij is gegeven alle macht in hemel en op aarde.’ (Matth.28:18b).
In een angstaanjagende wereld is het goed je dat te realiseren. Je dat steeds weer te bedenken.
Daarbij weten we ook nog eens dat het beste nog komt!
Heb ik daar al eens over gepreekt?
Dat brengt ons bij drie.
3. Voor heel het volk
Misschien heeft iemand hier of thuis de moed opgegeven.
‘Er is…’ of ‘Ik heb te veel ellende’.
Wil je er op letten, dat de bode erbij zegt: ‘voor heel het volk’.
Dat betekent in de eerste plaats ‘voor heel Israël’. [i]
Maar het geldt dus ook voor jou.
De Heere sluit niemand uit dan alleen hij of zij die zichzelf uitsluit.
Of voel je je te groot voor het kleine Kind?
Niet dat je het verdient.
Nee Jezus verdient het voor jou!
Wat?
Eeuwig leven bij en met God.
De gelukzaligheid.
Om in aanmerking te komen voor het grootste Kerstcadeau hoef je niet eerst bepaalde kenmerken te hebben.
Die kenmerken, daar zorgt Hij wel voor.
De Kerstboodschap is gericht aan jou.
Ook aan jou die de moed dreigt te verliezen of verloren heeft.
‘Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal,
namelijk dat heden voor u geboren is de Zaligmaker…’.
Hoor je het?
Voor jou!
Voor jou is Hij gekomen!
Voor jou is Hij geboren!
Voor jou zal Hij sterven!
Zijn genade zal je voeden.
Hij geeft jou nieuwe kracht en blijft jou leren
om Hem te volgen en zijn naam te eren.
Al grijnst de dood jou toe in diepe dalen,
Hij zorgt ervoor dat jij niet zal verdwalen.
‘Vrees niet’, want Hij blijft aan je zijde.
Waar er gevaar dreigt, komt Hij tussenbeide.
Ere zij God!
Amen
[i] Calvijn zegt daarover: ‘Al spreekt dan de engel alleen over het uitverkoren volk, de Joden, toch strekt zijn zending zich thans, nu de middelmuur des afscheidsels verbroken is, tot het ganse menselijke geslacht uit.’ Vgl. Ef.2:17.

Dag Gert Jan, Fijn, de preek weer op de mail, dank je wel. Toch wel mooi, dat je vanmorgen met “leeshulp” in de dienst kon voorgaan. En zelfs in toga, Kerst vieren in de kerk, kerstliederen zingen tot Gods eer. Dat is pas Kerstfeest! Gezegende Kerstdagen. Groet Hans en Rinske.
Op wo 25 dec. 2024 12:10 schreef Vreeswijk, Kerkgeschiedenis en andere