Vroeger dronk ik op zaterdagmiddag nog wel eens een glaasje wijn bij de wijnboer.
Na de colleges in Utrecht kocht ik op de terugweg vaak een bos bloemen bij Jansen en haalde een fles of een doos wijn bij de wijnboer.
Plotseling was die laatste namelijk op de Bosweg verschenen.
Destijds vond ik dat best wel bijzonder.
Korte Akkeren leek me namelijk meer een bier dan een wijnwijk.
Als je ’s zomers over de Constantijn Huygenstraat loopt of fietst, passeer je meer bier dan wijn drinkende mensen.
Desalniettemin niettegenstaande was hij toch een wijnzaak in de wijk begonnen.
Een beetje apart is de wijnboer wel.
Italiaans gestudeerd.
‘Wie gaat er nou Italiaans studeren?’
Dol ook op Sicilië, Catania in het bijzonder.
‘Leuke mensen. Lekkere vis. Zon. Etna. Als mijn kinderen groot zijn, dan woon ik waarschijnlijk in Catania.’
Maar goed, een beetje apart vond de wijnboer mij ook.
‘Wie gaat er nou nog theologie studeren?’
Hij vond zichzelf wel deugen.
‘Als er een God is en een hemel, dan mag ik vast naar binnen, want ik deug’.
Kortom, het was altijd wel gezellig.
Later vertrok de wijnboer naar de Lange Tiendeweg.
Tegenwoordig zit hij op de hoek van de Korte Groenendaal.
Mark, geen euro, adviseerde me voorlopig geen alcohol te drinken, of in ieder geval matig te zijn met alcohol.
Ik beperk me daarom vooral tot water en koffie.
En dat bevalt prima.
Eigenlijk ben ik een soort geheelonthouder geworden.
Als ik naar de kapper ga, loop ik even wijnwinkel binnen.
Een fles of doos wijn kopen is er niet meer bij.
Door de winkel klinkt ‘Deze meneer is al klant sinds het begin, sinds 2008’.
Speciaal voor mij wordt koffiegezet.
Nou ja, koffie.
De wijnboer heeft zo’n Nespresso-apparaat.
Die apparaten maken Haagse bakkies.
Maar hier smaken die als Siciliaanse espresso’s.
Zei Hella S. Haasse niet ‘Verbeelding is de jus van het leven’.
Fijn als een wijnboer je in nuchtere toestand laat verbeelden.
