Samen bidden

Cyprianus (3e eeuw): ‘Het bloed der martelaren is het zaad der kerk’ . Preek gehouden op 12 maart 2025 (Biddag) in de Hervormde kerk van Vreeswijk, Nieuwegein.

Gemeente van onze Heere Jezus Christus,

Het zijn altijd spannende tijden voor de gemeente van Jezus Christus.
Vandaag, morgen, volgend jaar. 
Maar ook vroeger. 
In Handelingen al.

Eerst lijkt in Jeruzalem alles positief en gladjes te verlopen.

Op het Wekenfeest wordt de Heilige Geest uitgestort.
Petrus houdt een preek en 3000 mensen komen tot het geloof in Jezus Messias, Jezus Christus.
Er worden mensen genezen.
Er wordt omgezien naar elkaar.

Niet dat alles van een leien dakje gaat…

In hoofdstuk 5 lezen we dat de apostelen worden gevangengezet omdat ze maar blijven beweren dat Jezus uit de doden is opgewekt.
Uiteindelijk zegt Petrus tegen het Sanhedrin: ‘De God van onze voorouders heeft Jezus weer tot leven gewekt, nadat u Hem had vermoord door Hem aan een kruishout te hangen. 31God heeft Hem een plaats gegeven aan zijn rechterhand, Hem tot leidsman en redder verheven om Israël tot inkeer te brengen en het zijn zonden te vergeven’.

De gemeente groeit.
Er komen diakenen om de apostelen te ontlasten.

De gemeente groeit, maar de tegenstand ook.

Als een diaken over Jezus preekt wordt hij gestenigd.
Stefanus, de eerste martelaar.
Dan lezen we van ene Saulus die probeert de gemeente te vernietigen.
Hij sleurt mannen en vrouwen met geweld uit hun huizen en laat hen opsluiten in de gevangenis.

Denk erom gemeente.
Vanaf het begin al is christen zijn niet altijd leuk.
Al vanaf het begin gaan christenen niet van kick tot kick steeds voort.

In Handelingen lezen we al van christenen die op de vlucht slaan.
Weg uit Jeruzalem, weg van het gevaar. 
Op zoek naar een veilige plek.
Concreet: onder andere naar het noorden.
Naar Samaria, ja zelfs tot Damascus in Syrië aan toe.

Ondertussen wordt wel het Evangelie verspreid.
Samaria, Syrië, Fenicië (zeg maar Libanon en noordwest-Syrië), Cyprus, Antiochië (Zuid-Turkije). 
Er komen ook niet-Joden, heidenen, onbesnedenen tot het geloof in Jezus Christus.

Wie Jezus als Heer belijdt, wordt gedoopt.
Vaak ook met het hele huis.

Dopen, dat is sterven en opstaan.
Met Jezus sterven.
Met Jezus opstaan in een nieuw leven.

Ook Saulus komt tot het geloof, wordt gedoopt en wordt Paulus.
Met Barnabas dient hij een gemeente in Antiochië, in het huidige Zuid-Turkije.

1Omstreeks die tijd – het is zo’n 10 jaar na Goede Vrijdag en Pasen – neemt koning Herodes enkele leden van de gemeente gevangen en mishandelt hen.

Voor ons moeilijk voor te stellen.
Voor anderen is het op dit moment de realiteit van alle dag: gevangen, mishandeld, gemarteld.
Gevangen, mishandeld, gemarteld. Nu.

Hier in Handelingen 12 is Herodes de aanjager. 

Deze Herodes (Agrippa I) is een kleinzoon van Herodes de Grote, de Herodes van Kerst. 
Deze Herodes (Agrippa I) is ook weer een ander dan de Herodes (Antipas II) die Jezus liet kruisigen.
De Herodes die hier in Handelingen 12 genoemd wordt, heeft tussen 37 en 44 na Christus de macht.

Deze Herodes groeit op in Rome, is van niet-Joodse afkomst en doet daarom extra zijn best om zijn Joodse onderdanen te vriend te maken en te vriend te houden.
Zijn agressieve optreden tegen de eerste christenen kan worden gezien als een poging de Joodse leiders te pleasen.
Hij laat leden van de christelijke gemeente oppakken en mishandelen. 

Erger nog, vers 2
2Jakobus, de broer van Johannes, laat hij met het zwaard ter dood brengen.

Soms denken en zeggen mensen ‘Ik zou willen dat onze gemeente meer zou lijken op die eerste gemeente’.

Maar zou je dat ook zeggen als ouderlingen ter dood werden gebracht?
Openbaar terecht gesteld?
Op de parkeerplaats voor het Raadhuis bijvoorbeeld?
Zou je dat ook zeggen als diakenen werden gestenigd?
Soms is het wel fijn dat in onze gemeente niet alles lijkt op die eerste gemeente.

In vers drie lezen we dan
3Toen hij (Herodes) zag dat de Joden hier gunstig op reageerden, liet hij ook Petrus aanhouden – dat was tijdens het feest van het Ongedesemde brood.

Het feest van het Ongedesemde brood.
Het feest dat begint met Pesach.
Alles in de christelijke gemeente begint met Pasen.

Onthouden: alles begint met Pasen.

Met Pasen wordt Petrus opgepakt.
Het is toch wel opmerkelijk.
Het gaat precies zoals Jezus het in Johannes 15 heeft gezegd:
20Denk aan wat Ik gezegd heb: een slaaf is niet meer dan zijn meester. Ze hebben Mij vervolgd, dus zullen ze ook jullie vervolgen. (…)
21Dit alles zullen ze jullie vanwege Mij aandoen, want ze kennen Hem niet die Mij gezonden heeft.
Het gebeurt.

Kerkvader Cyprianus zal later zeggen: ‘Het bloed der martelaren is het zaad der kerk’. 
Leden van de christelijke gemeente worden opgepakt en mishandeld.
Jakobus, de broer van Johannes wordt onthoofd.
Petrus wordt gearresteerd en opgesloten in de gevangenis.

Vier groepen soldaten van vier man bewaken Petrus.
16 soldaten bewaken één man. 
Het mag blijkbaar wat kosten.
Het is de bedoeling dat Petrus na het pesachfeest ten overstaan van het volk berecht wordt.
Nou ja ‘berecht’
Dat suggereert recht en gerechtigheid.
Maar net als bij het proces tegen Jezus zijn recht en gerechtigheid ver te zoeken.

Wat doet de gemeente ondertussen?
Ja, wat doe je in crisissituaties?
Vergaderen?
Je hoofdschudden?

‘Fight, flight, freeze’, zegt de gedragswetenschapper.
Vechten, vluchten of bevriezen…

Vechten? Pakt de gemeente de wapens?
Nee.

Vluchten? Slaat de gemeente op de vlucht?
Nou ja, een groot deel is al op de vlucht zei ik net.

Bevriezen? Bevriest de gemeente?
Niet bewegen, je niet verroeren, maar zien wat ervan komt en het beste ervan hopen?
Nee, ook die reactie zien we niet.

We lezen in vers 5
5Terwijl Petrus onder zware bewaking zat opgesloten, bleef de gemeente vol vuur voor hem bidden tot God.

Fight, flight, freeze.
Vechten, vluchten, bevriezen vroeg ik net.
Het antwoord is: De gemeente bidt tot God, vol vuur.
Vol vuur, dat is niet ‘lafjes’ denk ik zo.
Niet iets van ‘O ja, nog even bidden voor Petrus. Die zal het ook niet makkelijk hebben. Daarna gaan we wel wat leuks doen…’.
Nee, gepassioneerd, vol vuur bidt de gemeente.

Wanneer heb jij voor het laatst vol vuur gebeden?
Gepassioneerd?
Wanneer heb jij voor het laatst gebeden, omdat je voelde, omdat je wist ‘Nu is het erop of eronder’?
Misschien toen opa of oma op sterven lag.

Gepassioneerd bidden.
Bidden met het gevoel ‘Nu is het erop of eronder’.
Wanneer heb jij voor het laatst vol vuur voor de gemeente gebeden?
In Handelingen 12 zien we een gemeente vol vuur bidden.

Hoe is dat bij ons?
Wordt hier vol vuur gebeden om de voortgang van het Evangelie?
Wordt hier vol vuur gebeden voor de voorvangers?
Bid jij vol vuur?

Vers 6
De gemeente bidt, Petrus slaapt.
Opmerkelijk: in de nacht voordat Herodes hem laat voorkomen en berechten, ligt Petrus te slapen tussen twee soldaten.

Het lijkt Psalm 3 wel
       Ik lag en sliep gerust,
       Van ’s HEEREN trouw bewust,
       Tot ik verfrist ontwaakte;
       Want God was aan mijn zij’;
       Hij ondersteunde mij
       In ’t leed, dat mij genaakte.

Met twee kettingen is Petrus aan zijn bewakers vastgeketend.
Voor de deur van de kerker staan nog eens twee bewakers.

7Plotseling verschijnt een engel van de Heer.
Een stralend licht vult de hele ruimte. 
De engel stoot Petrus aan om hem wakker te maken en zegt: ‘Vlug, sta op.’
Meteen vallen de ketenen van zijn handen. 
8Dan zegt de engel tegen Petrus: ‘Doe je gordel om en trek je sandalen aan.’ 
Petrus doet het.
Daarop zegt de engel: ‘Sla je mantel om en volg mij.’ 
Het lijkt wel op de nacht van de uittocht uit Egypte.
Het Paaslam is geslacht.
Petrus boeien vallen af, hij is vrij.

9Petrus volgt de engel naar buiten, maar zonder te beseffen dat de dingen die de engel laat gebeuren werkelijk plaatsvinden; hij meent te dromen.
10Als ze de eerste en tweede wachtpost voorbij zijn, komen ze bij de ijzeren poort die toegang geeft tot de stad. 
De poort gaat vanzelf voor hen open.
Als ze buiten zijn gekomen lopen ze nog één straat verder, waarna de engel Petrus opeens alleen achterlaat. 

11Pas dan komt Petrus tot zichzelf.
Hij realiseert: ‘Nu weet ik zeker dat de Heer zijn engel heeft gezonden om me uit de handen van Herodes te bevrijden en me te behoeden voor wat het Joodse volk hoopte dat gebeuren zou.’ 12Als dit tot hem doordringt, gaat hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes Marcus.
Deze Johannes Marcus is dezelfde die ook met Paulus op de eerste zendingsreis mee ging.

Een groot gezelschap is in het huis van Maria bijeengekomen om te bidden. 
Zij weten: morgen staat een executie gepland, en er is er maar Eén Die uitkomst kan geven.
Zij weten niet dat de HEERE al lang uitkomst heeft gegeven, Petrus is vrij.
Zij bidden.

13Nadat Petrus op de deur van het voorportaal heeft geklopt, komt een dienstmeisje, Rhode heet ze, om open te doen. 
14Ze herkent de stem van Petrus. Daar is ze zo blij van, dat ze van opwinding vergeet de deur te openen.
Ze rent wel naar binnen om te zeggen dat Petrus voor de deur staat. 

En wat zeggen de biddende mensen dan?
‘Hallelujah, onze gebeden zijn verhoord. Petrus is vrij en bij ons’?
Nee, ze kijken Rhode aan en zeggen tegen haar: ‘Je bent niet goed wijs.’ 

Maar Rhode blijft volhouden dat Petrus echt voor de deur staat. 
Dan zeggen de bidders maar tegen haar: ‘Dan moet het zijn engel zijn’
16Ondertussen staat niet zijn engel, maar Petrus zelf aan de poort te kloppen. 

Ik vind dat eigenlijk wel mooi gemeente.
Hier zie je al dat God ‘bij machte is oneindig veel meer te doen dan wij vragen of denken’.

Als ze dan uiteindelijk toch opendoen, zien ze dat Petrus echt voor de deur staat.
Ze laten hem binnen, waar 17Petrus gebaart dat ze stil moeten zijn.
Hij vertelt hoe de HEERE hem uit de gevangenis heeft bevrijd. 
Daarna zegt hij: ‘Stel Jakobus (dat is de broer van Jezus, zoon van Jozef en Maria, de man van het Bijbelboek) en de anderen hiervan op de hoogte.’ 
En dan vertrekt Petrus naar elders.

De redding maakt Petrus niet overmoedig. 
Petrus vlucht in het don­ker van de nacht en reist zo snel mogelijk naar een andere, veilige plaats. 

Het verhaal is nog niet af.
18Bij het aanbreken van de dag ontstaat er enorme opschudding onder de soldaten.
Zij vragen zich af: ‘Waar is de gevangene gebleven?’
Ook 19Herodes laat naar hem zoeken. Tevergeefs.
Hij verhoort de bewakers en geeft vervolgens de opdracht hen terecht te stellen.
Daarna reist hij van Judea naar Caesarea, waar hij enige tijd blijft.

Gemeente, ik vind het een prachtige geschiedenis.

De gemeente bidt. 
God hoort en verhoort.
En als God gebeden verhoort kunnen Petrus en de gemeente het amper geloven.

Dit gedeelte moedigt ons aan met en voor elkaar te bid­den. 
Wij mogen geloven, zeker weten, vast vertrouwen dat er kracht zit in het bidden van jou en mij.
God hoort en verhoort.
Hij is bij machte te doen ver boven alles wat wij bidden of denken.
Hij geeft boven bidden en denken!

Onthoud met je hoofd: 
Verlies nooit de moed. God luistert altijd naar je gebed. 

Bewaar in je hart:
Houd vol! 
Volharden in het gebed, volhouden, blijven bidden is niet altijd makkelijk. 
Toch doen!
Breng discipline aan. 
Kweek gewoontes.
Bijvoorbeeld: elke avond voor het slapen gaan, bid ik.

Onthoud met je hoofd.
Bewaar in je hart.
En doe: Geef het gebed een plek in je leven. 
God zorgt en verzorgt.

Ik ga afronden met een andere geschiedenis.

Soms lijken wij een beetje op de man die met de Holland-Amerika lijn van Rotterdam naar Amerika ging.

In de 19e eeuw duurde de reis van Rotterdam naar New York zo’n 14 dagen.
Een meneer dacht geld uit te sparen door tijdens de reis in z’n hut, z’n kamer beschuitjes te eten en niet naar het restaurant te gaan.
Dus terwijl anderen lekker zaten te smikkelen in het restaurant, at de man beschuitjes in zijn hut.
Behalve de laatste dag van de reis.
‘Dan ga ik mezelf eens verwennen en in het restaurant eten’ zei hij tegen zichzelf.
Zo gezegd, zo gedaan. 
Hij naar het restaurant.
Lekker eten…, heerlijk.
Carpaccio, biefstuk, een Dame Blanche toe.
Echt smullen.

Dan komt de ober bij zijn tafel en zegt:
‘Smaakt het meneer? Ik heb u trouwens nog niet eerder gezien hier’.
‘Nee’, zegt de man, ‘ik heb de reis op mijn kamer gegeten’.
‘O’, zegt de ober, ‘maar wist u niet dat de maaltijden in het restaurant in de prijs inbegrepen waren?  Er is voor betaald!’.

Jaren na zijn bevrijding uit de gevangenis schrijft Petrus:
7Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u.

Ook voor jou is betaald!

Amen

Categorieën Preken, Vreeswijk

Plaats een reactie

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close