Praktijkexamens en toekomstperspectief.

‘Praktijkexamens’, daar doet het mij aan denken. De tijd op het VMBO, was een mooie tijd. Ik mocht o.a. meewerken aan de praktijkexamens bij Zorg en Welzijn. ‘Examens’ hebben altijd twee kanten. Je sluit iets (een hele schoolperiode) af en je begint iets nieuws (destijds de richting die je leuk vond op het MBO). Als je van de middelbare school af gaat, staat de wereld bij wijze van spreken voor je open.  Examens zorgen dus voor toekomstperspectief. Maar goed, ik wijk af.

Afnemen en beoordelen van praktijkexamens mocht en kon ik niet. Ik was en ben onbevoegd en onbekwaam.  Maar meewerken als ‘slachtoffer’ bij Zorg en Welzijn kon ik wel. Het bracht mij vreugde. Nu word ik in de Hoogstraat als onbevoegde en onbekwame gevraagd mee te werken aan een cursus. Om ‘een soort levende oefenpop’ te zijn. ‘Ik ben  leuker dan een pop’, denk ik. ‘Alhoewel…, mijn zus had naast Barbie ook Ken. Die was toch wel heel leuk. Ken had ook een strakker lijf dan ik. En meer donker haar’.

Ik leef in de veronderstelling bij de cursus jonge mensen aan te treffen. Verpleegkundigen die jonger zijn dan mijn jongste dochter die van 1999 is. In ieder geval specialiseren zij zich in het werken met mensen met een CVA[i]. Zij die mij voor de training vraagt, drukt me op het hart: ‘Niet te veel meewerken. Laat ze maar zweten. Je moet veel “au au” roepen.’

Dat laatste is natuurlijk niet tegen dovemans oren gezegd. Ik slaap nog alleen op de kamer. De avond van tevoren oefen ik dan ook flink in bed: ‘Au, au. Aaaaaauuuuuu’. De kamerdeur is dicht, dus niemand komt verschrikt polshoogte nemenHet jammeren gaat me prima af. Uitstekend zelfs. ‘Het wordt heel leerzaam’, zeg ik tegen mezelf. Vergenoegd ga ik slapen.

Dan breekt de cursusmiddag aan. Op de begane grond is iedereen al in het lokaal als ik naar binnen word geroepen. Ik rol naar binnen en groet de groep. Iedereen groet mij beleefd terug. Ik zie dat de verpleegkundigen geen jonge twintigers of begin dertigers zijn, maar volwassen vrouwen van mijn leeftijd.‘Jong en in de kracht van hun leven‘, schiet door mijn hoofd 

Hun taak bestaat uit het mij heelhuids uit bed halen. Dat ik al geleerd heb dat zelfstandig te doen, vertel ik niet. Ik veins onkunde en probeer me aan mijn tekst te houden: ‘Au, au!’.

Ondertussen doen de dames (geen man te bekennen) hun best. Ze hebben allemaal al ziekenhuiservaring. Dat scheelt. Sommigen hebben me al uit bed, voordat ik zelfs maar ‘au’ kan denken. Ze helpen elkaar waardoor het uiteindelijk allen lukt. Ik ben onder de indruk. Ze geven elkaar aanwijzingen en tips. Niks geen profileringsdrang of ‘haantje-de-voorste’ gedrag.  Wat heerlijk moet het zijn om aan zo’n groep cursussen te geven. 

Hetzelfde denk ik bij de cursus voor jonge studenten waarvoor fysio Mark[ii] me heeft gevraagd. Mijn taak bestaat vooral uit rondjes lopen. De studenten moeten dan zeggen wat voor mij de beste therapie zou zijn. Het leuke is dat de cursus deel uitmaakt van een module waarin studenten uit verschillende opleidingen participeren. De één leert voor fysiotherapeut, de ander doet ‘communicatie’, de derde weer ‘psychologie’, nummer vier ‘sport’, enzovoorts. En ze zijn allemaal beleefd en geïnteresseerd en vol toekomstperspectief: ‘Later als ik groot ben en mijn opleiding af is, dan…’.

Het hoogtepunt van alle cursussen zijn die cursussen die gegeven worden door mijn ‘handenspecialist’ voor fysioltherapeuten uit het hele land. Zij worden in Utrecht bijgeschoold hoe om te gaan met mensen zoals ik. ‘Zo belangrijk ben ik dus’, bedenk ik meHet streelt mijn ego. Lianne mag ook aanwezig zijn en getuige zijn van dit nieuwe hoogtepunt in mijn leven.

De fysio’s richten zich de eerste cursusdag op mijn hand. Ze bedenken oefeningen die passen bij mijn doel: ‘weer gitaar spelen’. Ik zeg namelijk dat dat mijn doel is en vertel er niet bij dat mij inmiddels is geadviseerd een keyboard te kopen met de (door mij zo vertaalde, maar niet letterlijk zo gezegde) mededeling: ‘Je moet muziek maken, maar zet de gitaar maar uit je hoofd…’.  

De fysio’s laten nu in ieder geval de hersenen kraken en verzinnen allerlei oefeningen. Het is aandoenlijk om te zien hoe goed ze hun best doen. Er is zelfs sprake van competitie gedrag bij sommige cursisten. Het lijken wel dominees: ‘Mijn plan is beter’. Ik vind het ondertussen allemaal erg leuk en word er ook nog eens wijzer van. Het is toch weer een uurtje extra training.

Extra training is er ook op een zaterdag. Ik ontmoet er fysio’s uit Den Haag en Rotterdam die zich afvragen: ‘Waarom ben je naar Utrecht gegaan?’ Ik wil antwoorden: ‘Waarom zijn jullie hier? Omdat hier de expertise is’, maar zeg iets over de afstand tussen Utrecht, Gouda en Amsterdam: ‘Utrecht ligt zo mooi centraal’. 

Weer worden allerlei oefeningen met mij gedaan. Een Limburgse fysio, de hoofdact van de cursus, vraagt mij mijn bovenlichaam te ontbloten. ‘Zo kun je beter zien of je je schouder laat hangen’. Ik ben blij dat ik voor het infarct 12 kilo ben afgevallen.  De hoofact begint mijn linkerarm te kneden en te bewegen. Het is wonderlijk. Ik blijk warempel meer met mijn arm te kunnen, dan ik vermoedde en deed.  Ook deze middag maakt mij blij. Het houdt de hoop dat het beter wordt levend.


Eind januari heb ik de laatste teambespreking. Mark laat eerlijk optekenen: ‘Zowel de arm als het been gaan het niet meer normaal doen. Door goed te oefenen en bewust te bewegen zal de kwaliteit nog kunnen verbeteren. Maar de ‘normale’ natuurlijke ontspanning in het bewegen zal niet meer terugkomen’. 

Wat dat concreet betekent zal de toekomst leren. Dwars door alles heen is er toch gegronde hoop. Toekomstperspectief. Ook als alles donker lijkt. Daarbij hoef ik de 100 meter niet onder de tien seconde te lopen. Het einde in de Hoogstraat komt in zicht. Ondertussen is de gitaar al gepakt. Het C en G akkoord zijn nog lastig met de vingers, maar het A en D akkoord gaan al prima. Punkers stemden hun gitaar vroeger in E, zodat je alleen een barré hoeft te maken. Dan is het linker wijsvinger schuiven en gaan. 

De Hoogstraat wordt aan het eind van de maand afgesloten.
Maar er komt iets nieuws…


[i] CVA: Cerebro Vasculair Accident. Oftewel een ongeluk in de bloedvaten van de hersenen.

[ii] Over hem later meer. Mark is van mijn leeftijd dus van voor de Euro.

2 gedachten over “Praktijkexamens en toekomstperspectief.

  1. Jan Hoek's avatar

    Geweldig zoals je deze lange tocht maakt, Gert-Jan. Alle respect!

  2. Matthijs Kortleven's avatar
    Matthijs Kortleven 16 feb 2024 — 8:56 am

    Ik ben telkens weer onder de indruk zoals je je weg beschrijft en beleefd! Ik lees het met een lach en een traan. Daar is voor mij veel uit te leren.

Geef een reactie op Jan Hoek Reactie annuleren

search previous next tag category expand menu location phone mail time cart zoom edit close