‘Beklagenswaardig’, zo voel ik me. Mijn borst doet pijn en ik moet naar de bondscoach. Gisteren heb ik hem al geappt over m’n borst en gekneusde ribben en ik vraag me af of ik nog zieliger had moeten doen. Misschien had hij dan wel geappt: ‘Blijf lekker thuis joh. Het is allemaal al treurig genoeg’. Maar nu appt hij alleen maar terug: ‘Ik had het gelezen in je blog! Balen, maar alsnog heb ik eerlijk gezegd wel gelachen (…). We gaan het zien wat je wel/ niet kan doen morgen, strijder!’
Jammer. Hij verwacht me dus. ‘Ik kom er niet onderuit’, realiseer ik me. Nou ja, ik moet ook wel omdat vandaag een vriend mee gaat: Pantaloni. Ik ken hem al vanaf de HGJB-tijd. Tot mijn genoegen kwam hij op bezoek in de Hoogstraat, waar we alvast oefenden voor onze oude dag. Voor dát wat mannen in Zuid-Frankrijk en op Sicilië dagelijks doen op een bankje bij de kerk. Het hoofd schudden over gedoe in kerk en wereld. Klagen over pijntjes, kwaaltjes en angsten. Gelukkig deed het lachen in Utrecht geen pijn. Toen.
Nu dus wel.
De volgende komt Pantaloni me om 10.00 uur halen. ‘Lekker meerijden. Dan hoef ik in ieder geval niet te fietsen’, bedacht ik mij al. Ik heb me namelijk sinds de val voorgenomen m’n hele 57e levensjaar niet meer te fietsen. ‘Geen capriolen op m’n 57e meer. Ik ben Mike Tyson niet’. Al zal dat qua fysieke gesteldheid niet al te veel schelen.
Ik merk dat Pantaloni best een beetje gespannen is. Hij ziet er tegenop weer te gaan sporten. Ervaringen uit het verleden kleuren de verwachtingen voor het heden. ‘Mijn conditie is te laag en mijn gewicht (veel) te hoog…’ appte hij eerder. Ik trachtte toen hem wat gerust te stellen, maar of dat gelukt is… Hij is bang dat de bondscoach te veel van hem zal vragen. Dat hij trainingen á la Rocky Balboa zal krijgen.
Kort gezegd: Pantaloni is de belichaming van Romeinen 7:15 ‘En ik begrijp zelf niet wat ik aan het doen ben. Want ik doe niet wat ik zou wíllen doen. Maar ik doe juist dat wat ik níet wil doen’.[i] In de Hoogstraat hadden we het daar ook al over. Lachen en huilen zitten soms dicht bij elkaar. Nu echter is de tijd aangebroken om daadwerkelijk aan de slag te gaan.
Ook de bondscoach is op bezoek geweest in Utrecht en heeft daar Mark[ii] ontmoet. Sterker nog, de bondscoach heeft me met zijn protestantse bolide naar Utrecht gereden en daar met Mark mijn fysieke gesteldheid en (on-)mogelijkheden besproken.
Hier en nu worden we allereerst op de Crosstrainer gezet. Mijn linkerarm doet wonderbaarlijk goed mee. Ik voel geen of amper pijn. Alleen kantelt mijn linkervoet naar links, waardoor uiteindelijk m’n linkerbeen gaat trillen. Dat been moet eigenlijk een nieuwe botoxbehandeling. De bondscoach verlost me en laat me op een hometrainer zitten. Hij voegt er geruststellend aan toe: ‘Daar kun je niet vanaf vallen’.
Terwijl ik stabiel, zonder vallen mijzelf fietsend niet voortbeweeg, gaat de bondscoach met Pantaloni aan de slag. Ik heb goed zicht op de sportzaal en het gezwoeg aldaar. En ik geniet volop: Pantaloni wordt aan het werk gezet! Niet al te zeer, want hij heeft nog adem over om bij elke opdracht commentaar te geven. Het belangrijkste echter is: Hij heeft het voor nu naar zijn zin.
Na ruim twintig minuten roept de bondscoach mij aan tafel. Hij heeft twee lampjes op tafel liggen die ofwel rood ofwel blauw kunnen kleuren. Als het lampje rood kleurt, dan moet ik hem uittikken met mijn rechterhand. Kleurt het blauw, dan uittikken met mijn linkerhand. Rood is rechts dus. Vroeger associeerde je rood automatisch met links. Korte Akkeren ook. Maar alles verandert. ‘Rood is Rechts. Links is Blauw’, prent ik mezelf in. De bondscoach wil mijn reactietijd meten. Zodoende kan hij later vergelijken. Het links tikken gaat best goed. De tijd die ik moet onthouden is 0,671. ‘Ik kan de tijd beter ergens opschrijven, anders vergeet ik het’, zeg ik. ‘Wijs’, is het antwoord.
Om 11.30 is het tijd voor koffie, douchen en omkleden. Tijdens de koffie grossiert Pantaloni nog steeds in praatjes. Ik vraag mezelf af: ‘Zal hij morgen spierpijn hebben?’. ‘Is hij morgen beklagenswaardig, deerniswekkend, jammerlijk, lamentabel, stakkerig, stumperig en zielig?’.
Net als ik me gisteren voelde dus. Nu voel ik mij tegenovergesteld, juist blij. ‘”Dankbaarheid” volgt op “ellende”’, flitst door mijn hoofd. Alle tegenslag kan het begin zijn van iets moois. Heeft Gouda niet de spreuk ‘Per aspera ad astra’[iii]’. Worden diamanten niet onder druk gevormd? Of om de bondscoach vrij te citeren: ‘We gaan het zien Morgen, strijders!’
[i] Romeinen 7:15 verkort uit de BasisBijbel.
[ii] Zie https://glismeijer.com/2024/03/03/mark-geen-euro/, d.d. 2024-03-16.
[iii] Per aspera ad astra = via moeilijkheden naar de sterren.

Lieve Gertjan heb het gelezen nu ook nog gekneusde ribben kan er ook nog wel bijdruk gehad van de week Herman 80 geworden veel visite gehad gezellig wat een rijkdom zo.n leeftijd om dankbaar voor te zijn Gods zegen Gertjan sterkte
Dag Gertjan, Ook weerje reactie gelezen wat een “wonder” dat je er toch weer bovenop bent gekomen niet bovenop je gevallen lichaam op je fiets maar toch weer de veerkracht mocht krijgen om te trainen. Heel veel sterkte en liefs van ons uit Gouda.
We hopen je weer spoedig te ontmoeten. Ook de grotjes aan Lianne. H.Gr. Gert en Wil van der Linden