Preek over Johannes 14: 23-29 gehouden in de Dorpskerk van Vreeswijk (Nieuwegein) op 25 mei 2025.
Gemeente van onze Heere Jezus Christus
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
De woorden uit de NBV ’21 vielen me op.
Ik kende wel de vertaling van de Statenvertaling Uw hart worde niet ontroerd en zij niet versaagd, maar zoals het in de NBV ’21 staat, was dus nieuw voor me.
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
Jezus spreekt deze woorden uit op donderdagavond.
Op de avond voor Zijn sterven dus.
U kunt het verslag van deze donderdagavond lezen in de hoofdstukken 13 tot en met 17 van het Johannes-evangelie.
Hoofdstukken die helemaal in het teken staan van het naderend afscheid.
Goede Vrijdag, Pasen, Hemelvaart, Pinksteren.
Jezus zal vertrekken.
Jezus zal naar Vader gaan, naar de hemel.
De leerlingen zullen op aarde achterblijven.
Maar… Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
Nu kan het zijn dat de woorden precies het tegenovergestelde bewerken dan de bedoeling is.
Het is als met de roze olifant.
Als ik zeg ‘Ga in de hoek staan. Neus naar de hoek. Handen op je rug. Niet omkijken en NIET denken aan een roze olifant. Ik herhaal: niet denken aan een roze olifant.
Dan is de kans groot dat er in de hoek aan een roze olifant gedacht wordt.
Dus… ik vroeg me af: als Jezus zegt Maak je niet ongerust en verlies de moed niet, is dan de kans niet groot dat je je wel ongerust maakt en dat je wel de moed verliest?
Ik heb sowieso de indruk dat velen zich erg ongerust maken in de kerk.
Daarbij hebben velen de moed allang hebben verloren.
Daarom rennen ze en sloven ze zo.
Om – zoals ze het zelf zeggen – Om te redden wat er te redden valt…
Alsof wij de kerk moeten redden en van alles en nog wat moeten volbrengen.
Alsof Jezus nooit gezegd heeft: Het is volbracht!
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
Je kunt trouwens ook als discipel je ongerust maken en de moed verliezen.
Ik denk aan de verhalen en brieven van christenen in de Noord-Afrika en het huidige Turkije ten tijde van de opkomst van de Islam.
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
Velen maakten zich zorgen en velen verloren alle moed.
Velen ook het leven.
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
Ik denk aan de martelaren ten tijde van de Reformatie.
Wie op een brandstapel gezet wordt, kan zich zorgen maken en alle moed verliezen.
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
Ik denk aan die christenen die lijden op dit moment.
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
Ik denk aan gemeenteleden die concreet met ziekten en doodsmachten te maken hebben.
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
Het lijkt makkelijker gezegd dan gedaan.
Laten we eerst eens kijken naar de donderdagavond.
De Pesachmaaltijd begint met de voetwassing (13:1-20).
Jezus wil dienen, de minste zijn.
De Belangrijkste stelt zich op als de minste en ieders dienaar (Mark. 9:35).
De daad gaat voorop.
Daad en woord.
Het woord voegt zich bij de daad.
Na de voetwassing, na de daad volgt dan ook het woord.
Gesprekken beheersen de maaltijd.
Er wordt gesproken…
Johannes heeft die gesprekken opgeschreven (13:31-14:31).
Wij vallen midden in een gesprek bij vers 23, waar Jezus zegt:
‘Wanneer iemand Mij liefheeft zal hij zich houden aan wat Ik zeg…’
Anders gezegd: Jezus zegt: Als je van Me houdt, dan doe je wat Ik zeg…
Da’s te volgen toch?
Dat is toch geen hogere wiskunde.
Als je van iemand houdt, dan doe je wat die ander vraagt.
Omdat je van de ander houdt, doe je het met liefde.
Het tegenovergestelde is trouwens ook waar.
Vers 24 24Maar wie Mij niet liefheeft, houdt zich niet aan wat Ik zeg…’
Ondertussen zegt Jezus in vers 23 méér.
‘Wanneer iemand Mij liefheeft zal hij zich houden aan wat Ik zeg, mijn Vader zal hem liefhebben en mijn Vader en Ik zullen bij hem komen en bij hem wonen’.
Als je van Jezus houdt doe je dus uit liefde wat Hij zegt.
Maar er is dus meer…
Vader zal hem liefhebben, da’s één.
En twee is mijn Vader en Ik zullen bij hem komen en bij hem wonen.
Heb je je daar wel eens over verwonderd?
Eén, dat Vader jou liefheeft.
En twee, dat Vader en Zoon bij jou komen wonen.
In jou.
In jou Hun intrek zullen nemen.
Dat gebeurt met Pinksteren.
Je lichaam wordt een tempel waar God wil wonen.
Sterker… woont.
Aan de Korintiërs schrijft Paulus een paar jaar later (1 Korinthe 6)
19Of weet u niet dat uw lichaam een tempel is van de heilige Geest, die in u woont en die u ontvangen hebt van God?
Ik vrees dat mensen het soms zo maar vergeten….
Dat ze helemaal niet weten, zich helemaal niet realiseren dat hun lichaam een tempel is…
Terug naar vers 23 en 24, Jezus’ woorden:
‘Wanneer iemand Mij liefheeft zal hij zich houden aan wat Ik zeg, mijn Vader zal hem liefhebben en mijn Vader en Ik zullen bij hem komen en bij hem wonen’.
24Maar wie Mij niet liefheeft, houdt zich niet aan wat Ik zeg
en wat jullie Mij horen zeggen, zijn niet mijn woorden, maar de woorden van de Vader, door wie Ik gezonden ben.
Jezus zegt geen andere dingen dan Vader.
Je kunt Vader en Zoon niet tegen elkaar uitspelen.
Wat Jezus zegt zijn de woorden van Vader.
Vader en Zoon zijn één.
Dus niet alleen Jezus maar ook Vader heeft in hoofdstuk 13 een gebod gegeven: 34Ik geef jullie een nieuw gebod: heb elkaar lief. Zoals Ik jullie heb liefgehad, zo moeten jullie elkaar liefhebben.
Ik kan dat gebod niet genoeg herhalen.
Heb elkaar lief!
Liefde is het kenmerk van discipelen.
Discipelen, leerlingen van Jezus zijn te herkennen aan de liefde…
Ook in Vreeswijk.
Ook in Nieuwegein.
35Aan jullie liefde voor elkaar zal iedereen zien dat jullie mijn leerlingen zijn.’
Vers 25
25Dit alles zeg Ik tegen jullie nu Ik nog bij jullie ben.
Wij leven in het later van vers 26, waar staat:
26Later zal de pleitbezorger, de heilige Geest, die de Vader jullie in mijn naam zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat Ik tegen jullie gezegd heb.
Hier heb je de belofte van de Heilige Geest Die komen zal.
Pinksteren.
De Geest zal één jullie alles duidelijk maken
en twee jullie alles in herinnering brengen wat Ik tegen jullie gezegd heb.
Gemeente, dat tweede snap je wel.
Jezus woorden schieten je te binnen…
Het kwartje valt.
Je herinnert je en begrijpt Jezus’ woorden.
Zoals bij de Emmaüsgangers.
Je gaat lijnen zien.
De Geest doet wat Jezus bij de Emmaüsgangers deed.
Maar dat eerste, dat de pleitbezorger, de heilige Geest, alles duidelijk zal maken.
Is dat wel reëel?
Ik bedoel: er zijn voor ons toch heel veel zaken onduidelijk?
In de kerk wordt niet voor niets heel veel ruzie gemaakt.
De één zegt Dit is de wil van de Heilige Geest.
En de ander zegt precies het tegenovergestelde en roept Nee, nee, dit is de wil van de Heilige Geest.
Ook in Vreeswijk kun je elkaar zo maar in de haren vliegen.
Kunnen er partijschappen ontstaan.
De één is voor dat, de ander voor dat.
De één is tegen dat, de ander tegen dat.
En toch staat het er.
Wat?
Vers 26.
… de heilige Geest, die de Vader jullie in mijn naam zal zenden, zal jullie alles duidelijk maken…
Alles, zegt Jezus.
Dat betekent dat de Geest ons alles wat nodig is in het leven met God duidelijk zal maken.
Beloofd is beloofd!
En dan volgen de woorden:
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
Waarom niet?
De eerste reden vind je in vers 27
27Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef Ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan.
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
Ik geef namelijk vrede…
Vrede is Jezus’ nalatenschap.
Een uitlegger (Van Houwelingen) noemt vrede een speciaal legaat voor zijn kinderen.
Zijn vrede als afscheidsgeschenk.
Jezus laat ons vrede na, geeft vrede.
Allereerst vrede met God.
Dat alle goed is, tussen God en jou.
Dat er niks, geen zonde, dat er niks meer tussen zit.
Dat niets scheiding maakt tussen God en jou.
Alles is volbracht.
Jezus zorgt voor die vrede.
Niet ik.
Niet jij.
Jezus alleen en helemaal.
Vrede met God.
Tegelijkertijd is Zijn vrede meer.
Het is ook meer dan een joods sjaloom ten afscheid.
Zoals Jezus’ koninkrijk niet van deze wereld is, zo is ook Zijn vrede niet van deze wereld.
Zijn sjaloom wordt werkelijkheid als de messiaanse vrede gestalte krijgt in het koninkrijk van de vredevorst (Jes. 9:5-6; 52:7; Zach.9:9-10).
Dat koninkrijk komt…
Al is het in beginsel al daar waar Jezus Koning is.
Zijn komst, Zijn koninklijk, het geschenk van de messiaanse vrede mogen de apostelen in en aan heel de wereld verkondigen.
En dat onverschrokken.
Ze hoeven zich niet door vrees of onrust te laten intimideren (verg. 14:1 en 16:33).
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
De tweede reden vind je in vers 28
28Jullie hebben toch gehoord dat Ik zei dat Ik wegga en bij jullie terug zal komen?
Je zou van vers 27 en 28 een ‘dus’ ‘want’ zin kunnen maken.
Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef Ik jullie… dus
maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet want Ik zal bij jullie terugkomen.
Als je Me liefhad zou je blij zijn dat Ik naar mijn Vader ga, want de Vader is meer dan Ik.
Je houdt toch van Jezus?
Je bent toch blij voor Hem en met Hem dat Hij weer naar de hemel gaat…
29Ik vertel jullie dit nu, voordat het gebeurt, zodat jullie het geloven wanneer het zover is.
Donderdag vieren we het weer, Hemelvaart.
Jezus is terug naar Huis, naar Vader.
Wat een feest zal die Hemelvaart voor Jezus geweest zijn.
Het werk is volbracht!
Hij mag naar Huis!
Wij weten: het Hoofd is er al.
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
Het lichaam zal volgen.
Wij zijn nog niet in het Vaderhuis met de vele woningen.
Wij zijn onderweg.
Maar onderweg maken we ons niet ongerust en verliezen we de moed niet.
Hij heeft overwonnen, straks zullen we zien!
Maak je niet ongerust en verlies de moed niet.
Amen
Vreeswijk, Kerkgeschiedenis en andere zaken 
Prachtige woorden, ter troost en ter bemoediging.