Preek over 1 Timotheüs 1: 1-11 gehouden op 15 juni 2025 ter voorbereiding op het Heilig Avondmaal in de Hervormde Kerk van Vreeswijk.
Gemeente van onze Heere Jezus Christus,
Al eerder preekte ik uit een brief aan Timotheüs.
De tekst was toen: Houd in gedachten dat Jezus Christus uit de doden is opgewekt, uit het nageslacht van David, overeenkomstig mijn Evangelie.[i]
2 Timotheüs 2:8.
Onthouden, zei ik toen, maak er een post-it van, een memo die je op de koelkast plakt.
Zodat je het elke dag ziet, zodat je het nooit vergeet: Jezus leeft!
Die preek was in 2018.
Boven de preek stond Niet vergeten: Jezus leeft!
Je bent het toch niet vergeten hè?
Ik bedoel niet de preek, maar dat Jezus leeft.
Zijn sterven was en is de verzoening voor onze zonden.
Zijn opstanding de garantie van onze opstanding.
Zijn opstanding de garantie dat het beste nog komt.
De gouden eeuw ligt niet achter ons, maar voor ons.
Houd Jezus Christus in gedachten, Davids nakomeling, die uit de dood is opgewekt. Dit heb ik verkondigd.[ii]
Paulus spreekt, schrijft deze woorden in zijn tweede brief aan Timotheüs.
Ik vertelde toen dat je in Handelingen 16 kunt lezen hoe Paulus Timotheüs ontmoet op één van zijn zendingsreizen, de tweede van de ons bekende vier.
Timotheüs’ vader was een Griek, een heiden.
Timotheüs’ moeder een gelovige Jodin, die christin wordt.
Moeder heet Eunice.
Zij en haar moeder Loïs (oma dus) vertellen aan Timotheüs de verhalen uit het Oude Testament.[iii]
Vandaag op Vaderdag zou ik de onschatbare waarde van moeders en oma’s als Eunice en Loïs willen benadrukken; zeker als vaders of opa’s het af laten weten.
Dat geestelijke vaders ook van belang zijn, zal Timotheüs beamen.
Goed, Timotheüs – ‘vereerder van God‘ betekent zijn naam – komt tot het geloof dat God in Jezus is verschenen!
Hij wordt een medewerker van Paulus en gaat mee op zendingsreis.
Op een gegeven moment krijgt hij ook de verantwoordelijkheid over een gemeente.
Efeze.
Een gemeente leiden is niet gemakkelijk.
Dat hebt u natuurlijk nooit zo door.
Maar ga er maar aanstaan…
Extern.
Gevaren van buiten kunnen de gemeente bedreigen…
Mensen die het geloof of de zeden van christenen maar achterlijk vinden, of achterhaald…
De gemeente tegenwerken…
Maar ook intern kan het rommelen.
Er kunnen partijschappen ontstaan…
Meningsverschillen…
Ik hoef daarover hier niet uit te wijden…
Dankzij het rooster van onze kinderen lezen we vanmorgen de eerste elf verzen van de eerste brief aan Timotheüs.
Het eerste wat mij opviel is dat in vers 1 we allemaal op één Hoop gegooid worden.
Op Jezus.
In vers 1 staat namelijk
Van Paulus, apostel van Christus Jezus in opdracht van God, onze redder, en van Christus Jezus, onze hoop.
De HSV (voor hen die de NBV21 niet helemaal vertrouwen) leest”
Paulus, een apostel van Jezus Christus, overeenkomstig het bevel van God, onze Zaligmaker, en van de Heere Jezus Christus, onze hoop.
De Statenvertaling (voor hen die de Herziene Statenvertaling niet helemaal vertrouwen, die heb je namelijk ook) leest:
PAULUS, een apostel van Jezus Christus, naar het bevel van God, onzen Zaligmaker, en den Heere Jezus Christus, Die onze Hope is.[iv]
Vers 1 zegt: God is onze Zaligmaker, onze redder!
Jezus Christus is onze Hope, Hoop!
Wij zeggen dat niet zo snel.
Wij denken Jezus is onze Zaligmaker!
God, ja Die is streng, daar kun je gerust een beetje bang voor zijn.
Jezus is lief…
Maar hier noemt Paulus God onze Zakigmaker.
De naam Jezus, ‘Jeshua’ of ‘Yehoshua’, betekent ‘Jahweh is redding’ of ‘Jahweh redt’.
God redt!
God maakt zalig!
Niet ik.
Niet jij.
Maar Hij!
‘God redt!’.
Het is als met de drenkeling.
De drenkeling spartelt en spartelt, maar uiteindelijk houdt hij (of zij) het hoofd niet meer boven water.
Wat is redden?
Vanaf de zijkant roepen wat je doen moet?
‘Een reddingsboei toewerpen’, zegt iemand.
‘In wijd, spreid roepen’, zegt een ander, ‘of een instructiefilmpje laten zien’.
Maar… naar de adviezen vanaf de kant wordt niet geluisterd.
De reddingsboei wordt niet vastgegrepen.
‘Wat dom, hij – of zij – pakt de boei niet’, zeggen omstanders.
Wat is redden?
In het water springen, stevig vastgrijpen en naar de kant brengen.
In Jezus redt God!
God springt Zelf in het water.
God wordt mens.
Hij pakt stevig beet en brengt de drenkeling aan wal.
God Zelf is ons in alles gelijk geworden – uitgerekend de zonde – en brengt ons veilig Thuis.
‘Dat heb je al een keer verteld’, zei Lianne.
‘Ja’, antwoordde ik, ‘maar soms moet je dingen twee keer zeggen, voordat mensen het onthouden’.
God redt.
En onderweg naar Huis gedenken geredde zondaren Zijn lijden en sterven bij brood en wijn, het heilig Avondmaal.
Samen, als gemeente.
Niet als mensen die elkaar uitgezocht hebben, maar als mensen die aan elkaar gegeven zijn…
In vers 2 wordt Timotheüs begroet met de woorden ‘Genade, barmhartigheid en vrede van God, de Vader, en van Christus Jezus, onze Heer!’.
Woorden die je ook op een kaart kunt zetten en die je dan aan een zieke broeder of zuster kunt sturen. Aan een gezonde trouwens ook.
‘Genade, barmhartigheid en vrede van God, de Vader, en van Christus Jezus, onze Heer!’.
Allereerst genade…
Genade is het tegenovergestelde van wraak, vergelding, straf, ongenade en veroordeling.
Zul je er volgende week aan denken?
Aan tafel voel je toch in al je vezels dat je het van genade moet en mag hebben?
Niet van veroordeling.
Niet van vergelding.
Hij handelt nooit met ons naar onze zonden;
Hoe zwaar, hoe lang wij ook Zijn wetten schonden…
Toch?
Genade, barmhartigheid…
Aan tafel besef je toch dat je leeft van Zijn barmhartigheid?
Niet van onbarmhartigheid.
Niet van een gebrek aan mededogen en genade.
Integendeel!
Je zit aan tafel omdat Hij vol mededogen en genade is.
Genade, barmhartigheid en vrede…
Je leeft toch niet op voet van oorlog met God?
Je bent toch een liefhebber geworden?
Aan het begin van de dienst gaat de begroeting je misschien wel gedachteloos voorbij.
Maar aan tafel besef je toch:
‘Genade, barmhartigheid en vrede krijg ik van God, de Vader, en van Christus Jezus, onze Heer!’.
We lezen door, lees maar mee.
Er is tenslotte niet voor niets zo’n mooi boekje gemaakt.
Vanaf vers 3 lezen we iets van het waarom van deze brief.
Wat blijkt?
Er speelt nogal wat in de gemeente van Efeze.
Bepaalde mensen onderwijzen een afwijkende leer.
In vers 4 wordt die leer iets duidelijker.
Mensen verdiepen zich in verzinsels en eindeloze geslachtsregisters.
En dat leidt meer tot speculaties dan tot de vervulling van de taak die God met het geloof gegeven heeft.
Gemeente, volgens mij is dat een gevaar vandaag nog springlevend.
Ook vandaag loopt de gemeente het gevaar dat mensen zich meer bezighouden met speculaties dan met de taak die God met het geloof heeft gegeven.
Zelf denken die mensen getuige vers zeven heel anders over.
Dit soort mensen vindt zichzelf erg vroom getuige vers zeven:
7Zij willen de wet van God onderwijzen, maar weten niet wat ze zeggen en begrijpen niets van wat ze zo stellig beweren.
Let erop!
Al kun je er erg van onder de indruk raken.
In vers 6 noemt Paulus het ‘hol gezwets’.
Ik heb al eerder verteld van Dopersen die in de 16e eeuw het nieuw-Jeruzalem wilden stichten in Munster.
Ik weet nog hoe in 1991 de spanning steeg. Gasmaskers werden uitgedeeld in Tel Aviv.
Sadam Hoessein dreigde met raketten.
Vanuit Israël deed Conny Mus verslag.
Eerlijk is eerlijk, ook ik dacht dat het wereldeinde nabij was.
Vandaag wordt ongetwijfeld hetzelfde geroepen nu Iraniërs aan het schieten zijn.
Wie weet hoelang het nog zal duren?
Alles lijkt in een stroomversnelling te komen.
We bidden voor vrede voor Jeruzalem.
Voor vrede wereldwijd.
We zien uit naar Jezus’ komst in heerlijkheid.
Zijn komst zal het heil volkomen doen zijn.
Maar vanmorgen horen we Paulus tegen Timotheüs zeggen:
‘Het doel van je opdracht is de liefde die voortkomt uit een rein hart, een zuiver geweten en een oprecht geloof’.
De HSV leest
Het einddoel nu van het gebod is liefde die voortkomt uit een rein hart, een goed geweten en een ongeveinsd geloof.
De Statenvertaling leest):
Maar het einde des gebods is liefde uit een rein hart, en uit een goed geweten, en uit een ongeveinsd geloof.
Het doel, einddoel van het gebod, Timotheüs’s opdracht is: door-geven!
Wat?
‘…liefde die voortkomt uit een rein hart
… een zuiver geweten
… een oprecht geloof’.
Daarom dat thema bij deze dienst
Rein, zuiver, oprecht.
Het leek me ook een mooie aanduiding voor avondmaalsgangers: rein, zuiver, oprecht.
1. Rein.
In Johannes 15 zegt Jezus
1‘Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. 2Iedere rank aan Mij die geen vrucht draagt snijdt Hij weg, en iedere rank die wel vrucht draagt snoeit Hij bij, opdat hij meer vruchten voortbrengt. 3Jullie zijn al rein door alles wat Ik tegen jullie gezegd heb. 4Blijf in Mij, dan blijf Ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in Mij blijven.
Door Zijn Woord ben je rein.
Rein verklaard!
Gewassen in Zijn bloed ben je rein.
2. Zuiver
Een zuiver geweten heb je als je al je zonden aan Hem hebt beleden.
Het is ook de wetenschap dat Hij niets verkeerd heeft gedaan of nagelaten.
Hij heeft je gekocht en betaald.
En daarom wil jij niet nalaten het goede te doen.
3. Oprecht.
Dat is het derde dat genoemd wordt.
Je hebt een oprecht geloof.
Niet geveinsd, schijnheilig of achterbaks.
Volgende week vieren we het Avondmaal.
Zul je niet wegblijven?
‘Nee natuurlijk niet’, zegt hij of zij die God liefheeft.
Heel mijn leven
loof en prijs ik God, de HEER.
Hem wil ik mijn liefde geven,
al mijn dank en al mijn eer.
Amen
[i] 2 Tim. 2:8 HSV.
[ii] 2 Tim. 2:8 NBV21.
[iii] Zie 2 Tim.3:15 en 1:5
[iv]Παῦλος ἀπόστολος Χριστοῦ Ἰησοῦ κατ’ ἐπιταγὴν θεοῦ σωτῆρος ἡμῶν καὶΧριστοῦ Ἰησοῦ τῆς ἐλπίδος ἡμῶν.

1 gedachte over “Rein, zuiver, oprecht”