Anna, of Kerk-zijn in 2020

Preek over Lukas 2:33-40, gehouden op 29 november in de Dorpskerk van Vreeswijk.

Gemeente van onze Heere Jezus Christus,

Vanmorgen wilde ik het met u hebben over Anna.

Anna, een oude vrouw, een oude zuster.
Daar kun je wat van leren…
Zoals je sowieso kunt leren van oude vrouwen, of beter: “oudere zusters”. Van “oudere broeders” trouwens ook.

Het valt mij altijd op hoe trouw zij zijn. 

Zo weet ik nog dat we als gezin jaren geleden een Franse gereformeerde dienst bezochten. Dat is altijd een aanrader. Je kunt de Psalmen zo meezingen. Zij in het Frans, jij in het Nederlands, omdat ze dezelfde melodieën, die van Geneve gebruiken.
Maar goed. In de dienst viel mij op hoeveel grijze dameshoofden ik zag.
Amper mannen. Ja, de voorganger, dat dan weer wel, maar het kerkvolk bestond voornamelijk uit vrouwen van boven de 70. 

Het had iets aangrijpends, omdat ik ook dacht: “Zal hier over 20,30 jaar nog een gemeente zijn? Of zal een van deze dames uiteindelijk de laatste kerkganger zijn…”

Eenzelfde ervaring had ik toen ik een jaar of wat geleden moest, of beter “mocht” preken in Rotterdam Zuid, in de wijk Pendrecht, Slinge. Via de A15, Ahoy, rechtsaf. Stadsdeel Charlois.
Ik was ruim op tijd aanwezig en wachtte wat in het kerkgebouw, waar ik om ongeveer 10 voor 10 op de rug getikt door een oude dame die tegen mij zei: “Gaat u met mij mee?”

Een beetje verbaasd en ook niet goed wetend wat er ging gebeuren, volgde ik de dame naar een kamer, waar nog twee oudere dames waren. Alle drie 65 plus. 
De oude dame die mij op de rug getikt had, bleek de ouderling van dienst te zijn.
De dames vertelden me dat hun kinderen en kleinkinderen hier niet naar de kerk kwamen. Die waren verhuisd naar buurgemeenten als Barendrecht en zo. 
Dus als ze al naar de kerk gingen, niet hier… 

Een zuster zei: “Nee, die kooome hier niet. En al die buitenlanders die hier zijn kooome wonen, ja die kooome ook nie naar de kerrek”.

Ik schrok er een beetje van en dacht onderweg op de weg naar huis: “Het christendom in Europa is begonnen met een vrouwengebedsgroepje in Filippi. Zou het ook eindigen met een paar vrouwen…”
“Welke oude vrouw zal straks als laatste het licht uit doen…?”

Lukas is zijn evangelie begonnen met twee oude mensen: Zacharias en Elizabeth.
Oud, zonder kinderen… Onvruchtbaar… En toch: “rechtvaardig voor God”. Zij “wandelden onberispelijk volgens alle geboden en verordeningen van de Heere.” (1:6).

En dan gebeurt het. Op hoge leeftijd krijgen ze toch een baby. Zacharias kan het niet geloven als Gabriël het aankondigt: een kind. Maar toch. Ongedacht… het gebeurt.
God is genadig: Johannes.

Dan jonge ouders: Jozef en Maria. Een maagd wordt zwanger. Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn. (Luk. 1:37).
Jezus wordt geboren.

En nu eindigt de Kerstgeschiedenis met twee oudere mensen: Simeon en Anna. Twee getuigen die het kleine Kind Jezus als de Messias aanwijzen. Jezus: Hij is het!
Er wordt gezongen: Maria, Zacharias, Simeon.

In de Kerstgeschiedenis van Lukas doen alle mee…
En in die geschiedenis spelen de Wet, Thora en de tempel een belangrijke rol.

Ik wilde drie punten met u bespreken, waarbij wij ons focussen op Anna.

1. Wat voorafgaat voordat Anna ten tonele verschijnt.
2. Wie is Anna?
3. Wat kunnen we van Anna leren met het oog op de kerk van nu.

1. Wat voorafgaat voordat Anna verschijnt.
Alles wat er vooraf gebeurt, gebeurt volgens de Thora, de eerste vijf boeken van Mozes.
Op de achtste dag wordt Jezus besneden. (Lev. 12:3).
Zo’n 40 dagen na de geboorte[i] gaan Jozef en Maria naar de tempel, om Jezus aan de HEERE voor te stellen.
Lukas legt niet zo zeer de nadruk op de reiniging van Maria, die verplicht was, maar op het voorstellen van Jezus aan God.
Vanaf het begin wordt Hij aan de dienst van God gewijd.

Jezus komt in de tempel!
Wellicht heeft Lukas aan Maleachi 3:1[ii] gedacht.
Plotseling is Jezus in de tempel!
Niet aangekondigd. Hij is er!

Er wordt geofferd. (Lev. 12:6). Rijken offeren een jonge ram, tezamen met één duif. Maar voor arme mensen zijn twee duivenjongen voldoende.

En dan komt Simeon.
Een rechtvaardig en Godvrezend man. 
We lezen van hem dat hij Israëls vertroosting verwachtte.
Dus hij was als een wachter (vgl. Ps. 130:6), die uitkeek naar de vervulling van Jesaja 40: 

1Troost, troost Mijn volk,
zal uw God zeggen,
2spreek naar het hart van Jeruzalem
en roep haar toe
dat haar strijd vervuld is,
dat haar ongerechtigheid verzoend is,
dat zij uit de hand van de HEERE het dubbele ontvangen heeft
voor al haar zonden.

Welnu: met de komst van Jezus ziet Simeon dat die belofte vervuld wordt!

Hem was geopenbaard dat hij de dood niet zien zou voordat hij de Gezalfde van de Heere zou zien.
De Gezalfde…
Weet u nog? Jesaja 61? Veertien dagen geleden?
1De Geest van de Heere HEERE is op Mij,
omdat de HEERE Mij gezalfd heeft
om een blijde boodschap te brengen

Als Simeon het Kind ziet, looft hij God:
29Nu laat U, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede, volgens Uw woord,
30want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien,
31die U bereid hebt voor de ogen van alle volken,
32een licht om de heidenen te verlichten en om Uw volk Israël te verheerlijken.

Simeon kan sterven!
Hij heeft de vervulling van de belofte gezien: Jezus!
Met die Naam kun je sterven.

In Zijn Naam ligt heel het reddend handelen van God besloten.
Jezus: Zaligmaker.

Een licht om de heidenen te verlichten.
Om Uw volk Israël te verheerlijken.
Lukas benadrukt aan de ene kant het Joods zijn van Jezus.
Maar tegelijkertijd laat hij hier al zien dat Jezus niet alleen komt voor Israël. Hier al gaat de deur open naar alle volken.

Simeon zegent Jozef en Maria.
En dan maakt hij duidelijk dat Jezus voor een tweedeling zal zorgen.
“Zie, dit Kind is bestemd tot val en opstanding van velen in Israël en tot een teken dat tegengesproken zal worden”.[iii]
Jezus, de Hoeksteen, de levende steen en tegelijkertijd een struikelblok. (1 Petrus 2)/

En hij zegt tegen Maria:
“ook door uw eigen ziel zal een zwaard gaan – opdat de overwegingen uit veel harten openbaar worden.”
Er zal naar buiten komen, wat in veel harten leeft…

En dan introduceert Lukas een oude vrouw… Anna… 
In het Grieks: Hanna.

2. Wie is Anna?
Het antwoord vinden we in de verzen 36 en 37.

36 Ook Anna was er, een profetes, een dochter van Fanuel, uit de stam van Aser. Zij was op hoge leeftijd gekomen en had na haar meisjesjaren zeven jaar met haar man geleefd.
37 En zij was een weduwe van ongeveer vierentachtig jaar, die de tempel niet verliet en met vasten en bidden God nacht en dag diende.

Zo’n oude vrouw, die wellicht vaak over het hoofd gezien werd.
Zo’n oude vrouw, die er altijd is, maar die niet op de voorgrond treedt. 

Zij is er zo’n eentje die u wel herkent.
Zelf heeft ze niet het hoogste woord.
Maar ze komt erbij en ze zingt mee…

Van Anna worden wel tien dingen gezegd.

Als eerste dat ze profetes was.
Een profeet of een profetes is niet in de eerste plaats iemand die de toekomst kan voorspellen. Een soort waarzegger met een glazen bol, of iets dergelijks.
Nee, een profeet of profetes is iemand die woorden van God ontvangt en aan anderen doorgeeft.

De woorden van God vonden weerklank bij Anna. Ze ontving de woorden, verwerkte die woorden en gaf die weer door.
Zij was dus iemand die vanuit de omgang met God anderen wist te bemoedigen.

Ten tweede wordt gezegd dat ze een dochter van Fanuël was. De naam Fanuël komt van Pniël, wat betekent: het aangezicht van God zien. 
Wie de Fanuël[iv] was is onbekend, maar misschien is zijn naam wel voldoende. Vader is iemand die het Aangezicht van God ziet.
In het apocriefe boek Henoch uit circa 300 voor Christus draagt een van de vier engelen die voor Gods troon de naam Fanuël. 

Dus naast Michaël, Rafaël en Gabriël, dus ook Fanuël, waarbij Henoch vermeldt: “… en de vierde, die is aangesteld over het berouw dat tot hoop leidt voor degenen die eeuwig leven beërven, wordt Fanuël genoemd”

Zouden Lukas en Theofilus het boek Henoch kennen? En hebben zij meteen gedacht aan “het berouw dat tot hoop leidt voor degenen die eeuwig leven beërven”? 

Dat is gissen. En gissen is missen… Maar toch…

Het derde dat we van Anna lezen is dat ze afkomstig is uit de stam Aser, de jongste zoon van Jakob en Zilpa. 
De naam “Aser” betekent ‘geluk’, ‘succes’.
Van dat ‘geluk’ en ‘succes’ was inmiddels niet veel meer over. Aser was een herinnering uit een ver verleden, de twaalf stammen. Hoe weinig was daar nog van over.
Aser was weggevoerd in ballingschap door de Assyriërs (722 v. Chr.).
Aser, één van de verloren tien stammen.

En toch. Lukas noemt het wel en plaats haar zo in een traditie.
Wij zijn geneigd naar individuen te kijken. Ieder mens is uniek… “ik ben ik”.
Maar we vergeten niet dat we voortkomen en de genen dragen van ons voorgeslacht, onze familie.
En in de kerk vergeten we niet dat wij niet de eersten zijn! Dat het geloof en de kerk niet pas bij ons beginnen. We staan in een traditie.

Het vierde dat we lezen is dat zij “op hoge leeftijd was gekomen”. Ze is oud.

Het vijfde is dat zij – na haar meisjesjaren – zeven jaar met haar man geleefd heeft.
Wanneer eindigen die meisjesjaren? Als je ongesteld wordt?
Hoe oud zou zij dan zijn geweest toen zij trouwde? Veertien? Vijftien?

In ieder geval is ze – en dat is het zesde – weduwe geworden. Haar man is overleden.

Het zevende is dat Lukas haar “ongeveer vierentachtig” noemt, wat betekent dat zij 60, 65 jaar weduwe was.
Als zij trouwde op haar 12e, werd zij op haar 19e weduwe, dus 65 jaar…
Als zij trouwde op haar 17e, werd zij op haar 24e weduwe, 60 jaar…

Het achtste is dat zij de tempel niet verliet. In al die jaren was zij dus in de tempel te vinden.

En wat deed ze daar? Da’s negen: vasten en bidden.

En tien “God dag en nacht dienen”.

Nou, het is een mond vol, maar het lijkt me uiterst relevant voor de kerk van nu.
Het brengt ons bij het derde punt.

3. Wat kunnen we van Anna leren met het oog op de kerk van nu.
Zien we in Anna niet iets van het geheim van de kerk. Het wezen van de kerk. Iets wat in 2019 van fundamenteel belang is en het ook zal zijn in 2020.

Wat?
Nou, Anna komt in deze geschiedenis niet met iets nieuws. “Een 2000 jaar vergeten boodschap” of zo.
Niet met een originele quote of met een diepe profetie. 
Ze spreekt niet in tongen, ze valt niet in de Geest… 
Niks geen spektakel!
Nee zij houdt de lofzang (in dit geval de lofzang van Simeon) gaande.
Ze belijdt Jezus als Heer en vertelt door dat Hij gekomen is.
Ze getuigt van Jezus!

Die opdracht ligt er toch ook voor ons? Getuigen van Jezus!
“Ja, zij was profetes, maar ik ben geen profeet!” denkt iemand…

O, ik dacht toch van wel.

Leert Zondag 12 van de Heidelberger niet:
Maar waarom wordt gij een Christen genaamd?
Antw. … opdat ik Zijn Naam belijde.

Da’s toch ook profetisch?
Anderen bemoedigen met het Woord van God.
Goed spreken van de Heere.
Al is het na-spreken…

Iets vertellen over wat je aansprak in een preek.
Een Bijbelvers die je raakte doorgeven.

Doorgeven wat je ontvangen hebt…

Anna bemoedigt anderen met het Woord van God.
Dat kunt u toch ook?

Het tweede wat we kunnen leren is dat Anna in de tempel is.
Dat Lukas zegt dat ze ongeveer 84 was, geeft aan dat het niet om een exacte leeftijd gaat. 84 is zeven keer twaalf!
Zeven is het getal van de volheid.
Twaalf is het getal van het volk van God. Twaalf stammen, twaalf discipelen…

Maar zij is in de tempel!

Op die tempel en op de tempeldienst was best wat aan te merken.
Jezus zal dat ook doen als Hij ouder is.
Er waren er ook die vertrokken waren en bij de Dode Zee een gemeenschap van heiligen opgericht hadden.

Maar Anna is in de tempel…
Ze bleef daar!
Ze was niet vertrokken naar de Dode Zee om daar met gelijkgestemden haar eigen “feestje” te houden.

Zou voor de kerk in 2019 en 2020 niet hetzelfde gelden?

Je kunt kritiek op de kerk hebben… dat kan en dat mag. Het kan ook een rommeltje zijn in een kerk. Hoop menselijk gedoe. Politieke machtspelletjes…
Je kunt kritiek op dominees hebben…, dat kan en dat mag. Dominees zeggen soms rare dingen…
Je kunt kritiek op de kerkenraad hebben…, dat kan en dat mag. Kerkenraden kunnen soms vreemde beslissingen nemen.
Je kunt kritiek op liedjes hebben…, dat kan en dat mag…
Je kunt kritiek op instrumenten hebben…, dat kan en dat mag…
Je kunt kritiek op… en vult u allemaal maar in…

Maar Anna bleef wel komen!
Ze bleef in de tempel.

Dat is volharden!

Soms heb je mensen in de kerk, waarvan je zegt: “Hé, hij of zij was er vanmorgen weer. Tijd niet gezien!”

Maar van de Anna’s hoef je dat eigenlijk nooit te zeggen.
Die zijn er altijd. Ook op gemeenteavonden.
Je hoort ze misschien niet zo.
Of minder dan hen die wel altijd goed hoorbaar willen zijn of waren en toch weer vertrokken…

Maar Anna is er! Zij is trouw!
Een toonbeeld van volharding!

Ben u een Anna? Jij? Ik?

Trouw en volharding…
Het komt je niet aanwaaien. 
Je wordt er niet mee geboren…

Met de liefde voor de kerk ook niet.
Het volhouden, het uithouden zit ons niet in het bloed.

En toch… Anna deed het wel.

En het geheim daarachter is denk ik het “vasten en bidden”.
Oftewel: de omgang met God.
Dat is het derde wat we van Anna kunnen leren.

We lezen erover in vers 37.
en met vasten en bidden God nacht en dag diende

Ze dient God, dag en nacht, met vasten en bidden.
De dienst aan God stempelt haar hele leven. 
Het zegt iets over haar levenshouding.

Anna was mens uit één stuk. Niks geen dubbele moraal.
Lijkt u, lijk jij, lijk ik op Anna?
“Neig mijn hart en voeg het saam tot de vrees van Uwe Naam”.

Anna dient God met “vasten en bidden”.
In de Bijbel gaan die twee vaak samen op, waarbij het vasten[v] als eerste genoemd wordt.  
Vasten, je zaken ontzeggen. 
Dat is niet makkelijk… 
Maar toch: je vast om extra gericht op God te kunnen zijn en op Zijn kerk.

Anna: trouw en volharding.

Ze zal gebeden hebben voor de stad, voor de vrede van Jeruzalem, voor de vervulling van Gods beloften. Voor Israël en de wereld.
En dat niet één keer “Nou weet Hij het wel…”. Nee, volhardend…
Zin of geen zin…

Lijkt u, lijk jij, lijk ik op Anna?

Ik denk, ik geloof, ik weet zeker dat wie bidt voor de Kerk ook een scherper oog zal krijgen voor de trouw van God. 
Dat je gaat zien dat Hij – ondanks allerlei menselijk gedoe – Zijn Kerk in stand houdt. 
Dat Hij trouw was.
Dat Hij trouw is.
Dat Hij trouw blijft.
Hij laat niet los wat Zijn hand begon. 

Bidden voor de Kerk maakt dat je anders naar de Kerk en de mensen om je heen gaat kijken. Je gaat zien. Je wordt helderziend.

En je gaat beseffen: Wij hoeven de kerk van Christus niet in stand te houden.
Dat doet Hij zelf.
Hij heeft toch beloofd dat de poorten van de hel Zijn gemeente niet zullen overweldigen.

Beloofd is beloofd, toch?

Vasten en bidden is afzien van jezelf.
Elke keer weer, en opzien naar Christus, die de Heer van de Kerk is.
Hij blijft trouw. Hij laat zijn kerk niet los.
Ook in 2020 niet.

Wat kunnen we van Anna leren?
Zijn Naam belijden. Spreken over Jezus.
Trouw, toewijding, volharding. Blijven komen!
Afzien van ons zelf en opzien naar Christus. 
De toekomst van de kerk is immers in Zijn handen!

Ondertussen had Anna geen gemakkelijk leven.
Haar leven ging niet over rolletjes.
En toch…
Toch spreekt ze in Jeruzalem over de verlossing.
Over de komst van de Messias. 
Over vergeving en verzoening.
Over hoop.

Het is vandaag de laatste zondag van 2019.
Ik hoop en bid dat Anna ons zal inspireren. 
Dat u, jij en ik in 2020 als een Anna zullen dienen.

God schakelt alle generaties in.
En breekt telkens weer de Toekomst open.

Dat geeft moed!
En hoop!

Jaren nadat ik met mijn gezin een kerkdienst in Frankrijk bezocht, vertrok Harriëtte Smit naar Frankrijk om daar namens de GZB in de protestantse kerk het jeugdwerk op te zetten.
En warempel… je ziet het groeien!

Ze vertelt van kleine gemeenten. Soms komen op Facebook plaatjes voorbij van kleine gemeenten met oude dames…
En tegelijkertijd zie je foto’s van jonge ouders en kinderen, van nieuwe generaties die voor de Heere willen leven.
Bemoedigend is dat!

God gaat door!

Ook in Rotterdam bestaat de kerk nog steeds.
Op een andere manier dan in gereformeerde bolwerken, maar toch. God gaat door!

Zou dat ook niet de Boodschap zijn voor 2020?
Het loopt God niet uit de hand!

Sterker: ook in 2020 ligt alles in Zijn Hand.
En daarom: goed spreken van Jezus, trouw zijn, vasten en bidden!
De omgang met Hem blijven beoefenen. Thuis en in de kerk.

Amen!


[i] Vergelijk Leviticus 12:4 “Vervolgens moet zij drieëndertig dagen blijven in het bloed van haar reiniging. Niets wat heilig is, mag zij aanraken, en zij mag niet naar het heiligdom komen, totdat de dagen van haar reiniging voorbij zijn.” (HSV).
[ii] “Plotseling zal naar Zijn tempel komen die Heere Die u aan het zoeken bent,
de Engel van het verbond, in Wie u uw vreugde vindt.
Zie, Hij komt, zegt de HEERE van de legermachten.”
[iii] Vgl. Jesaja 8: 14 en 15.
[iv] Henoch 40:9, “De eerste is Michaël, de barmhartige en langdurig beproefde: en de tweede, die aangesteld is over alle kwalen en alle verwondingen van de mensenkinderen, is Rafaël: en de derde, die aangesteld is over alle machten, is Gabriël: en de vierde, die is aangesteld over het berouw dat tot hoop leidt voor degenen die eeuwig leven beërven, wordt Fanuël genoemd”
[v] Zie bijvoorbeeld Wilhelmus á Brakel, Redelijke Godsdienst, hoofdstuk 33,12: “Als u werk maakt van eenzame vastendagen, dan zult u ervaren dat de belofte waar zal zijn en aan u vervuld zal worden, die in Mattheus 6:18 staat: Uw Vader zal het u vergelden. De Heere zal tonen dat het Hem aangenaam is. Hij zal uw licht vermenigvuldigen, uw hart in het geloof sterken. U zult u in het algemeen dichter bij God bevinden. U zult meer ingetogen, bedachtzamer, teerder in het geweten leven. U zult meer kracht krijgen tegen de zonde en meer vertroosting van de Heere ontvangen. Die zich hierin geoefend heeft, heeft het nooit berouwd. Wij willen het als een bijzonder middel van groei aanprijzen.”

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s