Hoe houd ik het vol?

Een antieke renbaan.

Preek gehouden in de Dorpskerk van Vreeswijk-Nieuwegein op 21 maart 2021.

Gemeente van onze Heere Jezus Christus,

Hoe houd ik het vol…?
Soms kun je jezelf die vraag stellen.

Bijvoorbeeld als je denkt aan die 1,5 meter afstand.
Niet meer dan één persoon per dag ontvangen.
Het duurt allemaal zo lang.

En dan denk je aan het einde: “Ach laat al die maatregelen maar waaien. Ik doe gewoon waar ik zin in heb”.

Maar ja, gisteren mailde Arjan Molenaar dat verschillende klassen van de Mauritsschool en Margrietschool de afgelopen week in quarantaine hebben gezeten. 
Meerdere kinderen en leerkrachten hebben corona.
En andere kinderen, ook uit onze gemeente, moesten of moeten nog getest worden.
En dan schrik je toch weer.

Want je denkt: “Het zal toch niet zo zijn dat we op het einde, terwijl het einde in zicht lijkt, we alsnog met een grote uitbraak hier te maken krijgen”.
Je moet er toch niet aan denken dat opa’s en oma’s ziek worden en toch nog op de Intensive Care belanden.
Of erger.

Hoe houd je het vol?
Hoe houd ik het vol…?

Dat kan iemand denken die de Elfstedentocht schaatst en blaren onder z’n voeten voelt. 
Of z’n tenen juist niet meer voelt…
Bevroren ogen.
Of zere knieën.

Ik zag vorige maand Henk Angenent, de winnaar van de Elfstedentocht in 1997 die stukken van de Elfstedentocht aan het schaatsen was en op z’n knieën gevallen was.

Hij hield het niet vol en liet zich stukken van de tocht lekker in de auto rijden.
In die auto kon hij gelijk een beetje opwarmen.

Hoe houd ik het vol…?
Dat denkt een wielrenner die in een bergrit in de Tour de France in een afdaling, toen hij naar beneden reed, gevallen is. 
Nu hij bergop rijdt, merkt hij dat zijn benen toch wel heel erg pijn doen.

Hoe houd ik het vol…?

Dat kun je ook denken in de kerk.
In de kerk?
Ja, ook in de kerk.

Want soms kun je merken dat wij in de kerk, in het geloof niet van zulke volhouders zijn.

Dat wij in de kerk bijvoorbeeld lijken op het volk Israël in de woestijn.
Dat we lijken op die mensen die riepen: “Nou, die tocht duurt zo lang. Komen we ooit in het Beloofde Land?
Laten we maar teruggaan naar Egypte.
Daar hadden we het eigenlijk helemaal zo slecht nog niet”.

Soms heb je helemaal geen zin om naar de kerk te gaan.
Soms heb je helemaal geen zin om in je Bijbel te lezen.
Soms ga je gewoon slapen zonder te bidden en te danken voor de dag.
Soms sta je op, gauw wat eten, gauw tandenpoetsen en hup naar school, zonder dat je even in de Bijbel leest en bidt.

En dan al die geboden en die regels.
Soms kun je bij jezelf merken dat je helemaal geen zin hebt om in het spoor van Gods geboden te gaan.
Dus om te doen wat God je vraagt.

Denk alleen al aan de tweede tafel van de wet.
“Toon eerbied voor je vader en je moeder”.
Soms kun je zo lelijk en bokkig doen tegen je ouders.

“Mijn ouders…, ik mag nooit wat…”
“Mijn ouders… die zijn zo ouderwets…”

“Pleeg geen moord”.
Nee, dat doe je niet. 
Maar hoe snel kun je niet zeggen “Krijg de …”.
Hoe makkelijk is het niet in iemand dood te zwijgen?
Hoe makkelijk kun je niet meedoen, als iemand “belachelijk” wordt gemaakt, of gepest wordt?
Meedoen in met gemene taal in WhatsApp groepen…

“Pleeg geen overspel”.
Wees trouw…
Dat gebod gaat echt niet alleen over echtparen.
Trouw en betrouwbaar zijn in je relaties.

‘Steel niet”.
Ook geen antwoorden met repetities…

“Leg over een ander geen vals getuigenis af”.
Lieg niet, verdraai de waarheid niet.

“Wees niet jaloers. Zet je zinnen niet op iets van een ander”.
Hoe moeilijk kan dat soms zijn.
Hoe ontevreden kun je zelf niet zijn als je jezelf vergelijkt, of spiegelt aan een ander.
We hadden het erover met belijdeniscatechisatie.

Die heeft zulke mooie spullen, waardoor het lijkt of dat van mij niks voorstelt…
Wow, een iPhone 12 pro, terwijl ik…
Wow, hij heeft een sixpack, terwijl mijn buik lijkt op een ballon…
Nou vul allemaal maar aan. 

“Ik zie er niet uit…” denkt iemand als hij of zij zich vergelijkt met de gefotoshopte modellen op internet.


En dan ook nog eens het liefde gebod.
Soms valt het helemaal niet mee om God lief te hebben boven alles en de naaste als jezelf.

Soms ben je kattig… 
Vooral de meisjes.
Soms ben je sacherijnig… 
Vooral de jongens.

En dan vraag ik vanmorgen:
“Hoe houd je het vol om Jezus te volgen?”

Misschien denk je als je dat zo allemaal net hoort: “Volg ik Hem eigenlijk wel?”
Of je denkt Doe ik het allemaal wel goed genoeg?”

Ja, en dan neem je je voor “Ik ga wat extra mijn best doen”.

Mooi…

Maar na verloop van tijd merk je dat het toch allemaal weer wat versloft…
Een dag je Bijbel niet gelezen.
Toch weer iets gedaan, dat je beter niet had kunnen doen…

Doe ik het allemaal wel goed genoeg?”

Misschien denk je op een gegeven moment
Ben ik eigenlijk wel goed genoeg?”

En voor je het weet gaat je hoofd naar beneden.
“Het is eigenlijk niets met me.
Het was nooit wat.
En het zal nooit wat worden…”

Nou, opletten nu!
Even resetten.

Even allemaal erbij nu!
Want we beginnen even helemaal opnieuw.

Ik wil vanmorgen drie dingen zeggen!

1. Niet “do”, maar “done”!
2. Beoefen de relatie met Jezus.
3. Help elkaar, bemoedig elkaar, spoor elkaar aan.

1. Niet “do” maar “done”.
Het eerste wat je echt moet onthouden is dat het in het christelijk geloof niet gaat om “do”, maar om “done”.

Niet om “doen”, maar om “gedaan”.

Kijk, vaak denken mensen, ook in de kerk, dat het in het christelijk geloof om “do”, om doen draait.

En dan wordt gedacht:
“Als je christelijk bent, dan moet je dit en dan moet je dat”.
En vooral: “Als je christelijk bent, dan mag je dit niet en dan mag je dat niet”.

Anders gezegd: het christelijk geloof is een zaak van regeltjes.
En jij moet je dan vooral aan de regeltjes houden.

Maar ik zeg je: wie bij de regeltjes begint, komt altijd verkeerd uit![i]

Wie denkt zalig te worden door de wet, door zich aan de regeltjes te houden, die wordt op z’n hoogst een vrome Farizeeër. 

Iemand die aan het eind van de dag dankt “Dank U Heere dat ik niet ben als de andere mensen, die roofzuchtig of onrechtvaardig of overspelig zijn. 
Ik vast tweemaal per week en draag een tiende van al mijn inkomsten af. 
Dank u dat ik niet zo ben als die tollenaar”.

De tollenaar in de gelijkenis die Jezus vertelt, had niet zoveel om te danken als die Farizeeër.[ii] 
Sterker, hij durft niet eens naar de hemel te kijken. 
Hij slaat met de hand op zijn hart en bidt “God, wees mij zondaar genadig.” 

Maar laat nu uitgerekend die tollenaar door God, door Jezus “rechtvaardig”verklaard worden.

Daarom “Niet “do”, maar “done””
Wij worden niet zalig doordat wij de wet houden.
Wij worden zalig omdat Jezus de wet gehouden heeft!

En Hij heeft uitgeroepen: “Het is volbracht!”.

Daarom: “Done!”.

Hij heeft alles voor jou volbracht![iii]

Daarom “niet do, maar done”.

Niet wat jij moet![iv]
Maar wat God doet!

Dat is het eerste!

God is de eerste.

Je bent gedoopt!
Dopen is sterven, begraven en opstaan!
Met Christus gestorven.
Met Christus begraven.
Met Hem opstaan in een nieuw leven.

Door de doop ben je met Hem verbonden.
Eén met Hem geworden.

Beoefen de relatie dan ook met Hem!
Dat is twee: Beoefen de relatie met Jezus.

De kernbelijdenis van het christelijke geloof is “Jezus is Heer”.
Modern gezegd: Hij is de Baas van en in mijn leven.
Niet wat ik wil, maar wat Hij wil.

Niet wat ik vind, maar wat Hij vindt.
Niet ik ben koning, Hij is Koning.

Daarom bespreek ik ook mijn hele leven met Hem!
Daarom vertel ik Hem alles.


Ook al die dingen die ik liever niet vertel aan anderen.
Omdat ik me dan schaam.

Als iedereen hier zou weten wat ik soms denk, of soms droom.
Als iedereen hier zou weten wat ik soms doe.

Nou, dat vertel ik liever niet.
Ik zou me schamen.
En jullie zouden denken: “Nou, nou, en dat is nog wel een dominee. Tjonge, jonge…”

Maar aan de Heere Jezus vertel ik wel alles.
Alles.

Ook als ik gezondigd heb.
Ook, juist (!), als ik dat stemmetje hoor “Nou, jij een kind van God.
Als dat echt zo was, dan zou je…”.

Ja, de boze probeert altijd een wig te drijven tussen God en mij.
En soms doe ik dat – door te zondigen – ook zelf![v]

Maar ik heb wel geleerd dat steeds in het licht te brengen.
Bij Jezus te brengen.

We hoorden Ruben voorlezen:
“Blijf in Mij, en Ik in u. Zoals de rank geen vrucht kan dragen uit zichzelf, als zij niet in de wijnstok blijft, zo ook u niet, als u niet in Mij blijft.

Ik ben de Wijnstok, u de ranken; wie in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt u niets doen.”

Hoe word ik vruchtbaat?
Hoe word jij vruchtbaar?
Door in Jezus te blijven!

Daarom: bidden! 
Als je opstaat, op de fietst naar school, op school… eigenlijk gaat dat bidden de hele dag door.
En voordat je gaat slapen bespreek je alles met Hem.

Neem je met Hem nog eens heel de dag door.

Bidden! Dat is één.


En twee is Bijbellezen!
Wie leest elke dag 30 minuten uit de Bijbel?
Twintig?
Tien?

Als je dat gaat doen, dan gebeurt er wat!

Zeker weten!

Joost las het tweede Bijbelgedeelte. Dat gedeelte uit Hebreeën.

De gemeente waaraan de brief is geschreven, bestond ook niet uit “volhouders”, waarvan je zegt “Nou, daar kunnen we nog een puntje aan zuigen”.
Nee, het waren mensen zoals jij en ik.

Maar de schrijver van de brief spoort hen aan!

En hij zegt: “Kom op!”
“Volhouden!”

In hoofdstuk 11 heeft hij allemaal figuren uit het Oude Testament genoemd die ook moesten volhouden.

Hij noemt bijvoorbeeld Abram.
Abraham, de vader van de gelovigen.
Het enige houvast dat Abraham heeft, is de Stem van God die hij heeft gehoord.
“Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis van uw vader, naar het land dat Ik u wijzen zal.
Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult tot een zegen zijn’.[vi]

Het enige houvast is de belofte van God!
Maar hoe vaak is dat niet aangevochten geweest in zijn leven.

Hoe vaak zal hij gedacht hebben.
“Ja, hallo, wat is die belofte van God nu waard?”
“Een groot volk… niet eens een zoon…”.

“Nou, dan helpen we God een handje”, zegt Sara op een gegeven moment.
Nou ja, je kent de geschiedenis.


Abram heeft moeten leren dat God betrouwbaar is.
Hij heeft moeten leren vertrouwen op de belofte van God alleen.

Net als Mozes!
Die werd op z’n 80e geroepen om het volk uit Egypte te leiden.

Nou ja, in Hebreeën 11 worden allerlei gelovigen uit het Oude Testament genoemd.
Dat kun je, als je wilt, vanmiddag zelf nalezen.
Dan heb je de eerste tien minuten al te pakken.

En dan zegt de schrijver in hoofdstuk 12:
“Die gelovigen maakten hetzelfde mee als wij.
Maar ze hielden vol.
Net als langeafstandlopers.
Doorzetten.
Doorgaan.
Niet halverwege stoppen.

Ze hielden vol.

En om vol te houden, moeten ook wij alles afwerpen, wegdoen wat een goede loop verhinderd.
Alles wat ons bij Jezus vandaan haalt, wegdoen.”

Geloven lijkt namelijk op een wedstrijd.
Een wedstrijd met een prijs aan het einde!
En die prijs is de zaligheid, het altijd bij God zijn!

En hoe win je die prijs?
Vers 2: 
2Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God. 

We moeten dus Jezus letten!
Hij ging niet alleen voor ons!
Hij geeft ons ook een voorbeeld.

Hij is namelijk altijd blijven geloven!
Ook toen het tegenzat.
Ook toen Hij gegeseld werd.
Ook toen Hij gekruisigd werd.

Hij gaf zelfs Zijn leven, in de verwachting dat Vader Hem recht zou doen, zelfs door de dood heen!
Dat gebeurt met Pasen!
Als Vader recht doet en tegen Jezus zegt “Sta op!”


Jezus, de Grondlegger en de Voleinder, de voltooier van ons geloof!

Let nu op Hem!

Zie op Jezus. 
Jezus is het ultieme voorbeeld van Iemand Die daadwerkelijk tot het uiterste ging. En daaraan voorbij.
Hij is de ware Volhouder!

In de evangeliën lees je dat Hij helemaal Gods wil gedaan heeft. 
Hij wordt genegeerd, ontkend, in de val gelokt, vals beschuldigd. 
Hij doet alleen maar goede dingen en toch eindigt Hij aan het kruis.

Ondertussen leer je wel van Hem wat volharden is!

Daarom: richt je op Jezus.
Beoefen de omgang met Hem.
Hij is de Leidsman en de Voleinder van het geloof. 

Of zoals de BGT het zegt: de Grondlegger en de Voltooier.


En dan kom ik bij het laatste.

3. Help elkaar, bemoedig elkaar, spoor elkaar aan.
Kijk, één van de mooiste Bijbelteksten vind ik Hooglied 1:4a.
Daar staat “Trek mij mee, wij zullen achter U aan snellen”.

Je bidt voor jezelf.
“Trek mij achter U aan!”
Er wordt zo aan ons getrokken…
Al die verleidingen.
Al die zaken die je aandacht vragen.
Even m’n mobiel checken.

Piep, weer een WhatsApp bericht.
Even nog dit.
Even nog dat.

Maar let op!
“Volg Mij”, zegt Jezus.
En wij zeggen “Trek mij met U mee!”.

Dat Zijn trekkracht het grootst is. 

“Trek mij”, dat is enkelvoud.
Dat bid ik dus.
Dat bid jij dus.

Maar dan volgt direct een meervoud.
“Wij zullen achter U aan snellen”.


“Wij zullen!”
Dat is meervoud.

Wie achter Jezus aangaat, merkt dat er ook anderen zijn.

Die Zijn Stem ook gehoord hebben.
Die ook weten van de belofte.
Die ook uitzien naar Zijn komst.
Die ook uitzien naar Zijn Koninkrijk.

Dat zie je ook op belijdeniscatechisatie.
Vijf verschillende mensen.
Anderen ideeën.
Andere opvattingen soms als het gaat om op welke politieke partij je stemt.
Andere opvattingen over wie de beste voetbalclub is.
Verschillende opvattingen als het gaat om ethische kwesties.

Maar de kern is: “Jezus is Heer. Ik kan en wil niet zonder Hem”.
Ieder bidt: “Trek mij achter U aan”.
En samen volg je Hem.

En daarbij spoor je elkaar aan.
Bemoedig je elkaar.
Confronteer je elkaar “He, ik vind het raar dat je dat doet. Waarom doe je het zo?”.

Je helpt elkaar, je bemoedigt elkaar. Je spoort elkaar aan!

Daarom is belijdeniscatechisatie ook geen eindpunt.
Het is een begin!

Hoe houd ik het vol?
1. Bedenk en onthoud: Niet “do”, maar “done”!
2. Beoefen de relatie met Jezus.
3. Help elkaar, bemoedig elkaar, spoor elkaar aan.


En dan zegt de schrijver van de Hebreeënbrief:
“Hef daarom de slappe handen op en strek de knikkende knieën”.

Kom op!
Strijd de goede strijd.

Hoe houd ik het vol?

Begint dat niet met danken dat Hij het volhoudt?
Met mij.
Met jou.

En wie dankt, die gelooft, dat is die weet zeker en vertrouwt vast: “Hij zorgt dat ik het volhoud”.[vii]

Amen


[i] Vgl. Rom. 3:28. Lees voor de context Romeinen 3:21-31.
[ii] Luk. 18:9-14.
[iii] Joh. 19:30.
[iv] Daarmee zeg ik NIET dat het onbelangrijk is wat jij doet. Ook Paulus had al te maken met mensen die zeiden: “Nou dan kunnen we lekker doorgaan met zondigen. Des te meer genade we zullen krijgen”. Paulus reageert daarop door te zeggen “Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die met betrekking tot de zonde gestorven zijn, nog daarin leven? Of weet u niet dat wij allen die in Christus Jezus gedoopt zijn, in Zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat evenals Christus uit de doden is opgewekt tot de heerlijkheid van de Vader, zo ook wij in een nieuw leven zouden wandelen.” Zie Romeinen 6.
[v] Jes. 59:2: “Maar uw ongerechtigheden maken scheiding tussen u en uw God, uw zonden doen Zijn aangezicht voor u verborgen zijn, zodat Hij u niet hoort”.
[vi] Gen. 12:1-3.
[vii] Vgl. Rom. 9:16: “Zo hangt het dan niet af van hem die wil, ook niet van hem die hardloopt, maar van God Die Zich ontfermt”.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s