Het wordt Pinksteren

Komende woensdag 24 mei 2023 is er een tweede studiedag over de preken van Cornelis Graafland. Komende woensdag zal gefocust worden op drie Pinksterpreken.

Ter voorbereiding luisterde ik alvast naar de preek over 2 Korinthe 6:1 uit 1999.
En die trof me, opnieuw. Opnieuw omdat ik hem in 1999 ook hoorde in Gouda.

En ik dacht: waarom zou ik dat voor mezelf houden?

De preek is hier na te luisteren:


Maar voor wie daar geen tijd of zin in heeft enkele citaten:

Want het Woord: ja, dat is de Bijbel natuurlijk, want de hele Bijbel is hel Woord van God. Maar Paulus wil dat nader concretiseren. En daarom zegt hij: die bediening van de Geest is bediening van het Woord, ja, maar dan vooral bediening, van het Nieuwe Testament. Dat kunt u lezen in hoofdstuk 3:6. Daar schrijft Paulus: God heeft ons bekwaam gemaakt om te zijn dienaars te zijn van het Nieuwe Testament. Dus niet zozeer van het Oude Testament, nee, van het Nieuwe Testament …
Want, zo schrijft Paulus: die twee staan tegenover elkaar. Het Nieuwe Testament tegenover het Oude Testament. En dat is nog een behoorlijke tegenstelling ook. Want de bediening van het Nieuwe Testament noemt Paulus ook de bediening van de Geest. Maar die van het Oude Testament noemt hij de bediening van de letter. En nog feller wordt die tegenstelling, als hij zegt: de bediening van het Nieuwe Testament is de bediening van het leven. Die wekt het leven in de gemeente. En die van het Oude Testament is de bediening van de dood. Die brengt de dood. Ja hij noemt het zelfs de bediening van de verdoemenis in vers 9. Dat is wat!

(…)

Nou, Paulus heeft ze, deze bediening van de Geest. Daar is bij zeker van. Want hij is door de Geest in dienst genomen, in vaste dienst. Niemand kan hem daaruit ontslaan. Máár …
Dat is niet een prestatie van hemzelf, hoor. Nee, laat dat niemand denken, want het is puur genade, puur dankzij Gods barmhartigheid, die aan hem geschied is.
Dat laat hij er dan ook onmiddellijk op volgen.
En dat bedoelt Paulus dan heel persoonlijk, gemeente. Want Paulus zelf heeft toch ook eerst helemaal geleefd van het Oude Testament, van de wet vooral. Ook hij is dienaar van de wet geweest, tot en met. En hij heeft degenen, die Christus predikten en vertelden, dat in Hem de wet vervuld was ten dode toe vervolgd.
Want die boodschap kon hij niet uitstaan. Hij dacht: daardoor wordt Gods heilige wet ontkracht. En dat is heel erg. Dat mag niet! Die boodschap haatte hij.
Waarom? Wel, omdat hij de Heere Jezus niet kende. Ja, hij haatte Jezus zelfs. Jezus, die naam kon hij niet uitstaan. Jezus, die vervloekte Nazarener!
Maar…, zegt Paulus hier: mij is barmhartigheid geschied. De Geest heeft mijn blinde ogen geopend. En dat geschiedde. Want die barmhartigheid is aan mij geschied. Dat is me een gebeuren geweest! Daardoor is mijn hele bestaand veranderd.

(…)

Want ik vroeg me af: maar zou de gemeente dat nu verstaan? Voelt ze aan, wat hier door Paulus wordt bedoeld?  En beseft ze dat het hier gaat om een werkelijkheid, die ook voor haar geldt? En toen werd ik een beetje bang. Bang dat dat dat niet zo is. Omdat… en dan komt het: omdat die gemeente, u dus, vrees ik, een gemeente bent, die nog behoorlijk leeft van de bediening van het Oude Testament. Niet dus van de bediening van de Geest, maar van de letter. Niet van de bediening van het evangelie, maar van de wet. Niet van de bediening van het leven maar van de dood. Niet van de bediening van de vrijspraak en de vrijheid in Christus maar van de verdoemenis door de wet. Ja, ik zeg het maar eerlijk, gemeente.

En ik meen dat te mogen zeggen, omdat ik van Paulus merk, dat hij hetzelfde heeft ervaren in die gemeente van Korinthe. Want die Korinthische gemeente was wel de gemeente van God. Zo noemt Paulus ze dan ook aan het begin van zijn eerste brief. De gemeente Gods die te Korinthe is. Maar die gemeente was hoogstwaarschijnlijk onder invloed gekomen van het zogenaamde Judaïsme. En Judaïsten, ja dat waren wel christelijke mensen. Op zich viel daar weinig op aan te merken. En er zullen ook nog wel onder hen echte kinderen van God geweest zijn. Maar deze christenen waren het toch niet eens met Paulus. Want zij vonden, dat hij veel te ruim de genade en de liefde van God preekte, veel te veel over Jezus sprak. Altijd ging het maar over Jezus. En wat hij over het christelijke leven vertelde, namelijk dat dat een blij en vrij bestaan is, omdat het mag delen in de vrijheid van Christus, dat vonden ze ronduit gevaarlijk, want je zult het zien, dan gaan de mensen het veel te gemakkelijk nemen. Dan komt er van het volbrengen van de wet van God niets meer terecht. Dus eigenlijk zagen ze Paulus als iemand die de gemeente niet leidt, maar misleidt. Ja, dat was dus niet mis. Geen wonder, dat Paulus hoofdstukken lang bezig is om zichzelf te verdedigen. Want dat zit hem wel ontzettend dwars, dat ze dit van hem zeggen, en vooral dat ze hem zodoende verdacht maken in de gemeente. Paulus is bezig om al zijn gezag te verliezen.
Ja, en hoe reageert Paulus daar nu op? Nu, één ding is duidelijk: Paulus geeft geen krimp.

(…)

Die heerlijke bediening van de Geest wordt wel aangevochten. Niet alleen buiten de gemeente, maar voor binnen de gemeente. De dienaar ervaart dat, vooral als hij gereed staat om dit evangelie aan de gemeente te brengen. 

(…)

Omdat de gemeente blijkbaar helemaal niet op dat evangelie zit te wachten. Ze heeft het namelijk nog zo goed naar haar zin onder dat oude verbond, onder de bediening van de letter en de dood en de verdoemens. Ja, het is bijna onbegrijpelijk, maar ze vindt het fijn als dat soort zaken aan de orde komen. Graag luistert ze naar wat er allemaal moet en niet moet, en dat gaat gepaard met de nodige waarschuwingen. Om dan te denken: als ik dat nu een beetje nakom, nou dan zit het met mijn christen zijn best wel goed.

(…)

Als hel over de vrijheid en blijdschap in Christus gaat, over je hart aan Hem geven, aan Hem je zonden en je hele leven eerlijk voorleggen en niets achter houden, alles aan Hem toevertrouwen Als het gaat over het leven uit zijn liefde en ontferming, en het mogen weten een kind van de Vader te zijn, kortom, als het volle evangelie van Pinksteren wordt verkondigd: dat begrijpen ze niet eens. Daar hebben ze dan ook geen boodschap aan, daar moeten ze eigenlijk niet van hebben. Ze zeggen zelfs: weg maar met zo’n prediking. Allemaal veel te oppervlakkig.

Ja, dat is precies ook de situatie van 2 Korinthe. U merkt het, gemeente: er is sindsdien niet veel veranderd.

Het wordt Pinksteren!

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s