
Het is alweer even geleden dat ik deel 1[i] en deel 2[ii] van ‘lente in de herfst’ heb geschreven. De eerste bijdrage heette ‘deel 1 van 3’, de tweede ‘deel 2 van 3’. Er is echter nooit een ‘deel 3 van 3’ verschenen. Oorspronkelijk was ik wel van plan ‘deel 3 van 3’ te schrijven, maar mijn verlegenheid was wat te groot: ‘Er is al veel gezegd in deel 1 en 2. Wat ga je nu precies zeggen?’.
Nou scheelt het dat veel mensen er ook niet op zaten te wachten. Sommigen hadden deel 3 zelf al lang geschreven: ‘De kerk moet…’. ‘Geef ons de sleutels van de kerk maar, dan…’. De GZB/HGJB/IZB-dag destijds was ook niks[iii]. ‘Veel te passief, we moeten gewoon opnieuw beginnen’. Ooit zei iemand me ‘De ouderen moeten maar sterven in de woestijn. De nieuwe generatie gaat het beloofde land binnen’.
In ieder geval denk ik dat bijna niemand opgemerkt heeft dat ‘deel 3’ nooit is verschenen. Enige tijd geleden zei een ouderling tegen mij: ‘Ik hoorde dat je blogs schrijft na je infarct’. Blijkbaar had hij nooit eerder opgemerkt dat ik al die jaren in Vreeswijk dacht door blogs[iv] een beetje sturing te geven aan het gemeenteleven. Noem het arrogantie.
Hetzelfde dacht ik te doen met preken. Sturing geven. Je zegt echter ‘door genade alleen’, maar sommige mensen raken direct in de kramp. ‘Ja, maar je moet wel…’. Dan vraag je je af of Luthers ontdekking nog leeft. Gelukkig zijn er mensen die wel ‘kritisch’ luisteren. ‘Kritisch’ niet in de zin van ‘zeurderig’, maar positief geduid: ‘beslissend, cruciaal’[v].
Vandaag dus ‘deel 3 van 3’ van ‘lente in de herfst’, al is het meteorologisch gezien al zomer en zit ik zelf al in de herfst van mijn leven. Misschien al in de winter. De reden is dat René van Loon afgelopen maandag op de preekkring[vi] een preek hield over de Heilige Geest n.a.v. Genesis 1 en Johannes 14[vii]. René was met zijn boek ‘Lente in de kerk. Impressie van nieuwe en hoopvolle bewegingen’[viii] destijds de inspirator van de serie ‘lente in de herfst’.
Het boek van René gaat over hoopgevende ontwikkelingen en nieuw elan in de kerk. Het boek gaat dus niet over vergrijzende, krimpende gemeenten en kaal wordende dominees, maar over opbloeiende plekken waar het bruist. Vandaar ‘deel 1’ en ‘deel 2’ destijds.
Inmiddels zijn we bijna vier jaar en een herseninfarct verder en preekt René op de preekkring. Precies een jaar geleden mocht ik daar de preek houden en zei tot ontsteltenis van enige collega’s: ‘Op de eerste Pinksterdag worden geen Opwekkingsliedjes gezongen, maar door Petrus Psalmen geciteerd’. Ik had nog geen hersenafwijking.
Met Pinksteren is René begonnen met een serie over de Heilige Geest. In die serie[ix] behandelt René thematisch verschillende aspecten van het werk van de Heilige Geest. De laatste preek zal over ‘de gaven van de Heilige Geest’ gaan. Ik weet niet of hij dat expres gedaan heeft, maar vaak worden de gaven van de Heilige Geest vooraan gezet. Je schijnt er ook miljoenen mee te kunnen verdienen en grote gebouwen neer te kunnen zetten. ‘Als Petrus dat had geweten…’
Ik ben onder de indruk van de serie van René. Je geeft de gemeente namelijk echt iets mee. Opvallend vind ik echter dat thema’s vooral behandeld worden in ochtenddiensten. Volgens René omdat mensen ‘niet op de avonddiensten afkomen’. Ik vul direct aan ‘Omdat ze dan Studio Sport moeten kijken’. Dat is natuurlijk flauw van mij. Er zijn immers ook mensen die niks met voetbal hebben.
We praten door en concluderen dat er rondom de Geest tegenwoordig veel te doen is. Ook dat er in christelijk Nederland heel wat rondlopen met een Theudas-complex[x]. We houden ons maar aan Paulus woorden: ‘Niemand die door de Geest van God spreekt, zegt: Jezus is een vervloekte. Ook kan niemand zeggen: Jezus is Heere, dan door de Heilige Geest’[xi].
Dan gaan mijn gedachten terug naar afgelopen zaterdag waar ik ruim op tijd, zonder files (!) in Huize Vreeswijk arriveer. Ik mag daar de weeksluiting verzorgen. Het mooie van Huize Vreeswijk is dat niemand er ‘hopeloos ouderwets’ begint te roepen (of aan vrienden te appen) als je daar met orgel zingt, een Psalm opgeeft of het woord Catechismus noemt. Ik lees er vraag en antwoord 53 van de Heidelbergse Catechismus voor:
Wat gelooft gij van de Heiligen Geest?
Ten eerste dat Hij tezamen met de Vader en de Zoon waarachtig en eeuwig God is. Ten andere dat Hij ook mij gegeven is, opdat Hij mij (1) door een waar geloof Christus en al Zijn weldaden deelachtig maakt, (2) mij troost en (3) eeuwig bij mij blijft.
Ik heb gezegd dat veel mensen in de kerk dat eerste wel geloven. ‘Natuurlijk is de Geest samen met de Vader en de Zoon waarachtig en eeuwig God’. Alhoewel, geen ‘onzichtbare vage kracht’ maar een ‘Persoon’. Dat is toch wel een beetje lastig.
Maar dat tweede… dat Hij ook aan mij is gegeven. Dat Hij (1) mij door een waar geloof alles geeft wat Jezus heeft verdiend. Dat Hij (2) mij troost en (3) eeuwig bij mij zal blijven. Dat is dus ook na mijn sterven… Dat is toch wel lastiger om te geloven. ‘Staat er niet ‘make’, ‘trooste’ en ‘blijve?’. ‘Moet je dat lezen als ‘maakt’, troost’ en ‘blijft’?’. ‘Zou het waar zijn?’. ‘Mag je dat zomaar zeggen?’.
Toch moesten kinderen dat vroeger uit het hoofd leren. Hun werd niet verteld ‘Pas als je in tongen spreekt, dan…’ of ‘Pas als je op de Hoogstraat mensen met een dwarslaesie van hun bed hebt gebeden, dan…’ of ‘Als je geen zonden meer doet, dan…’ Nee, hun werd het geleerd, verkondigd en er werd bevolen: ‘Geloof het!’.
Er werd niet eens bij gezegd ‘Vraag er maar veel om’, al kan ik me goed inleven in een vader die ooit zei ‘Ik geloof, Heere! Kom mijn ongeloof te hulp’.[xii] Dat hij erbij huilde begrijp ik ook.
‘Lente in de herfst’. Als ik iets geleerd heb de afgelopen maanden, dan is het dat de Geest Zijn ongekende en soevereine gang gaat. Dat Hij mij niet nodig heeft om Zijn doel te bereiken. Niet in Vreeswijk, niet in Gouda, niet in de Hoogstraat, nergens niet.
Terug naar René die zijn preek begint met een kort verhaaltje over Augustinus[xiii]. Kort nadat hij klaar is met het schrijven van een boek over de Drie-eenheid, loopt hij langs de kust van de Middellandse Zee. Op het strand ziet hij een jongen die een groot gat heeft gegraven in het zand. Met een emmer loopt de jongen naar de zee. Daar vult hij zijn emmer, rent terug naar het gat en kiept het water erin. ‘Waarom doe je dat?’ vraagt Augustinus. De jongen antwoordt: ‘Ik giet de Middellandse Zee in dat gat.’
‘Ach jongen’, zegt Augustinus, ‘dat lukt toch nooit! Dat is onmogelijk! De zee is veel te groot en dat gat is veel te klein.’
Augustinus loopt door en dan realiseert hij zich pas wat Pinksteren eigenlijk is.
En ik denk. ‘Dat is precies de situatie in Nederland. Dominees, voorgangers zijn als dat jongetje druk bezig emmertjes uit zee te halen en hun eigen, zelfgemaakte kuilen te vullen. En dan tevreden en vergenoegd kijken als het water een tijdje in het kuiltje blijft staan. Maar uiteindelijk zakt het water weg. De kuil valt droog.
Kuilen moeten aangesloten worden op zee. Maar wie doet dat? Wie kan dat?’.
‘Daartoe ben Ik gekomen’.
[i] Zie https://glismeijer.com/2020/10/26/lente-in-de-herfst-deel-1-van-3/, d.d. 2024-06-03.
[ii] Zie https://glismeijer.com/2020/10/26/lente-in-de-herfst-deel-2-van-3/, d.d. 2024-06-03.
[iii] ‘Daarom zijn wij kerk’ heette die dag met lezingen van o.a. Thijs van den Brink, ds. E.K. Foppen en ds. M.C. Batenburg.
[iv] Ik heb er ook expres mijn preken op gezet. Ik dacht dat die verschil zouden maken, mensen aan het denken zouden zetten, zouden bemoedigen, enz.
[v] Zie 1 Korinthe 2:2 ‘want ik had mij voorgenomen niets anders onder u te weten dan Jezus Christus, en Die gekruisigd’.
[vi] De preekkring onder leiding van prof. dr. F.G. Immink komt zo’n vijf keer per jaar samen en wordt bezocht door diverse predikanten die zich verbonden weten met de Gereformeerde Bond.
[vii] Zie https://samaritaan.org/wp_new/wp-content/uploads/2024/05/Sv260524a.wrd_.pdf, d.d. 2024-06-04.
[viii] Zie https://www.boekhandelsmit.nl/9789043533706/loon-rene-van/lente-in-de-kerk/, d.d. 2024-06-03.
[ix] Na te beluisteren op https://samaritaan.org/#/diensten-beluisteren, d.d. 2024-06-03.
[x] Zie Handelingen 5:36 ‘Want vóór deze dagen stond Theudas op, die zei dat hij wat was, en hij had een aanhang van ongeveer vierhonderd man; maar hij is omgebracht en allen die naar hem luisterden, zijn verstrooid en tot niets geworden’.
[xi] Zie 1 Korinthe 12:3.
[xii] Zie Markus 9: 24 ‘En meteen riep de vader van het kind onder tranen: Ik geloof, Heere! Kom mijn ongeloof te hulp’.
[xiii] Zie voor een eerste kennismaking https://nl.wikipedia.org/wiki/Augustinus_van_Hippo, d.d. 2024-06-04.