
2019-03-24 Preek over Lukas 22:54-62. Voorbereiding Heilig Avondmaal
Gemeente van onze Heere Jezus Christus,
Het Bijbelgedeelte van vandaag heeft iets ongemakkelijks.
U en ik aarzelen een beetje…
Het gaat tenslotte over het dieptepunt in Petrus’ leven.
En om je nu te verdiepen in de val van een ander…
Ik weet wel, sommige mensen doen niets liever dan de val of de zonde van een ander breed uitmeten.
En vaak wordt er dan ook nog een oordeel aan geplakt.
“Nou, heb je gehoord dat hij… Oh erg he? Had jij dat ooit gedacht…?”
Of nog erger… “Oh, en dat noemt zich een christen…. Zit vooraan in de kerk met zijn vrome hoofd. Nou, weet je wel dat… ’t Is wat…”
De zonden van een ander breed uitmeten…
Je kunt er RTL-boulevard mee vullen, of de Privé, of de Story, of het ND of RD…
Misschien doen mensen dat ook wel, omdat ze er dan zelf beter op staan. Ik ben wel niet volmaakt, maar hij…
Maar, zijn wij beter dan Petrus?
Het zijn de dagen van het Paasfeest.
Pascha, het feest waarin het Lam geslacht wordt.
Het feest dat herinnert aan de uittocht uit Egypte.
Waar het bloed van het Lam op de deurposten werd gestreken.
Wie schuilt achter het bloed van het lam, die was veilig…
Jezus heeft met Zijn discipelen gegeten.
Nota bene had hij aan het begin van de maaltijd gezegd: “Ik heb er vurig naar verlangd dit Pascha met u te eten, voordat Ik ga lijden.”[i]
Vurig verlangd… met u te eten…
Ook met Judas Iskarioth, in wie de satan al gevaren was.[ii]
Hij had het brood gepakt en gezegd:
“Dit is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis.”[iii]
En Hij had de drinkbeker genomen en gezegd: “Deze drinkbeker is het nieuwe testament in Mijn bloed, dat voor u vergoten wordt.”[iv]
En toen…
Toen had Jezus Petrus gewaarschuwd:
“Simon, Simon, zie, de satan heeft u allen opgeëist om te ziften als de tarwe.”[v]
Jezus noemt Petrus bij zijn oude naam “Simon”.
Satan heeft u allen opgeëist.[vi]
“Die is van mij, die zijn van mij…”had de mensenmoordenaar gezegd.
Mensen weghalen bij Jezus, mensen in het verderf storten, dat is zijn werk.
Maar God dank had Jezus er direct aan toegevoegd: “Maar Ik heb voor u gebeden dat uw geloof niet ophoudt…”[vii]
Toen daar, bij de maaltijd, ja toen had Petrus nog gezegd: “Heere, met U ben ik bereid om zelfs de gevangenis en de dood in te gaan.”[viii]Waarop Jezus gezegd had: “Ik zeg u, Petrus, de haan zal vandaag beslist niet kraaien, voordat u driemaal geloochend zult hebben dat u Mij kent.”[ix]
Wat zou Petrus toen gedacht hebben?
“Wat zegt de Meester nou? Waar slaat dit op? Echt niet…”
“Waarom zegt Jezus van die erge dingen”.
Net als eerder…
U kent de geschiedenis wel die Mattheüs beschrijft.[x]
Als Jezus aan Zijn discipelen vertelt dat Hij veel zou moeten lijden, gedood zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt, dan neemt Petrus Hem apart en hij bestraft de Heiland: “God zij U genadig, Heere, dit zal beslist niet met U gebeuren!”
Waarom die enge, onheilspellende praat?
Maar Jezus had tegen hem gezegd: “Ga weg achter Mij, satan! U bent een struikelblok voor Mij, want u bedenkt niet de dingen van God, maar die van de mens.”
Zou Petrus het begrepen hebben?
Als Jezus worstelt in zielenstrijd in de Hof van Gethsémané, slapen de discipelen…
Daarna waren de soldaten gekomen, met Judas.
Een kus…
Als Petrus het ziet, ontsteekt hij in woede. Judas, de rxxx, de verrader…
Hij pakt zijn zwaard en slaat er op los.
En het is dat Malchus net op tijd zijn hoofd opzij beweegt, anders was zijn hoofd gekliefd…
Maar de Heere zegt niet: “Goed zo Petrus, rossen maar…”
Nee, Hij vermaant Petrus en geneest het afgeslagen oor…
En wordt afgevoerd…
“dit is uw uur en de macht van de duisternis”
Jezus wordt gebracht naar het huis van de hogepriester.
De discipelen zijn op de vlucht geslagen.
Dat wil zeggen.
Er is één die toch niet in het blinde zo hard mogelijk wegrent naar de andere kant van de stad.
Petrus.
“En Petrus volgde op een afstand.”
Hij slaagt er zelf in om de binnenplaats te komen bij het huis van de hogepriester.
Dan moet je toch wel lef hebben.
Voor hetzelfde geld komt er straks een soldaat bij het vuur zitten, die bij de gevangenneming van Jezus was.
En die hem herkent.
En toch…
Petrus gaat ook bij het vuur zitten.
Dan moet je toch wel lef hebben.
In de Tweede Wereldoorlog hadden ze Petrus graag bij het verzet gehad, denk ik zo. Of bij de Mossad of in het team van Fauda[xi]…
Infiltreren bij de vijand…
Zou hij plannen hebben voor een bevrijdingsactie?
“Hij hoort ook bij Jezus”hoort hij plotseling zeggen.
En hij voelt de priemende ogen van een dienstmeisje die naar hem wijst.
Alle ogen gaan nu zijn kant op.
Mensen kijken hem aan.
Ja, wat doe je dan?
Wat doe je als je in het verzet zit?
Zeg je dan: “Jazeker, ik hoor ook bij Hem”.
Dat zou toch kunnen betekenen dat hij ook opgepakt zou worden.
Misschien wel in elkaar geslagen.
Gemarteld, gefolterd.
Het zou zijn dood kunnen betekenen.
Zou Jezus er mee geholpen zijn?
De angst slaat hem om het hart.
“Rustig blijven. Niet in paniek raken. Rustig blijven”
Vers 57 “Maar hij verloochende Hem en zei: Vrouw, ik ken Hem niet.”
Een leugen om bestwil…
Verstandig toch?
Kalm blijven en ontkennen…
Het werkt. Kijk maar.
Mensen kijken weer naar het vuur en niet naar hem…
Maar kort daarna klinkt er een andere stem: “Ook u bent een van hen”.
Was net de aandacht weg, komt er een ander met zo’n opmerking.
“Mens, dat ben ik niet.”
Zeur niet zo.
Laat me lekker zitten.
Doe normaal…
Een uur lang wordt hij met rust gelaten.
Wat zou er door zijn hoofd gegaan zijn?
Berekent hij kansen over hoe Jezus te bevrijden?
Een bliksemactie?
Een verrassingsactie?
Een uur lang wordt hij met rust gelaten, zei ik al.
Maar na dat uur begint weer een ander toch weer naar Petrus te wijzen.
“Het is werkelijk waar, ook hij was bij Hem, want hij is ook een Galileeër.”
En voor de derde keer ontkent Petrus: “Mens, ik weet niet wat u zegt.”
“En onmiddellijk, terwijl hij nog sprak, kraaide de haan.
En de Heere keerde Zich om en keek Petrus aan. En Petrus herinnerde zich het woord van de Heere, hoe Hij tegen hem gezegd had: Voordat de haan gekraaid zal hebben, zult u Mij driemaal verloochend hebben.”
Jezus verloochenen… Daar kraait geen haan naar…
Er kraait wel een haan!!!
Petrus weet hoe laat het is.
En de Heere keerde Zich om en keek Petrus aan.
Hoe zou Jezus gekeken hebben?
Goed zo Petrus!
Goed bezig!
Het is niet erg dat je liegt. Wijs!
Want jij zult Mij bevrijden!
Verwijtend?
Petrus, hoe heb je dat nou kunnen doen?
Hoe kun je mij nu verloochenen?
Neutraal?
Het staat er niet bij…
Er staat alleen: En de Heere keerde Zich om en keek Petrus aan.
De Meester ziet naar Petrus om, ook al heeft hij net driemaal gezegd niet bij Jezus te horen…
Petrus herinnert zich wat Jezus tegen hem gezegd had…
Voordat de haan gekraaid zal hebben, zult u Mij driemaal verloochend hebben
En dan kan hij niks meer, dan alleen maar huilen.
Hij ging naar buiten en huilde bitter.
Bittere tranen…
Alles is hem uit handen geslagen.
Zijn plannen…
Zijn werken voor Jezus…
Zijn eigendunk…
Er zijn alleen maar tranen…
Ondertussen wordt Jezus geslagen en bespot.
Een doek over Zijn hoofd en slaan: “Profeteer eens wie U geslagen heeft…”
Petrus heeft het niet kunnen verhinderen…
Als kind vond ik dit al een van de meest verdrietige verhalen.
Petrus, je begrijpt hem – of denkt hem te begrijpen – maar het is allemaal zo verdrietig.
Ook voor Jezus…
Niemand kan Hem helpen…
Je staat erbij en je kijkt ernaar.
En voelt jezelf zo machteloos.
Maar… was het eigenlijk wel een leugen toen Petrus zei: “Ik ken Hem niet”.
Was het ten diepste niet de waarheid?
Dat Petrus niet doorhad dat Jezus moest lijden om Hem van de eeuwige dood te redden?
Dat Petrus dacht Jezus te moeten redden, terwijl Jezus bezig was Petrus te redden…
Dat hij Jezus zo niet kende?
Vorige week vrijdag is deze geschiedenis gelezen op een HGJB Houvast-avond. Dat zijn avonden voor jongeren die binnenkort belijdenis van het geloof hopen af te leggen.
Ik vind dat altijd mooi.
Jongeren die vol vuur over Jezus zijn.
Jongeren die zich toe willen wijden aan de Heere.
Die met Hem willen leven.
Voor Hem willen leven.
U herkent dat wel. Toch?
U hebt Hem toch ook lief?
Maar wat kan ondertussen ons gedrag, ons doen en laten haaks staan op die liefde.
Daarom lazen we ook uit Jozua.
En u en ik weten. Belijdende leden zijn geen volmaakt mensen.
Het zijn mensen die het steeds weer van genade moeten hebben.
Ondertussen worden juist de belijdende leden opgeroepen om waakzaam te zijn.
Want verbeeld u maar niks: ook u en ik, jij en ik komen in de zeef van Satan.
Juist discipelen van Jezus zullen aangevallen worden.
De satan eist ons op. Hij heeft het speciaal op u, jou en mij gemunt.
Niet omdat hij ons zo aardig vindt, maar omdat Hij Jezus geen volgelingen gunt.
Hij verleidt tot zonde… en als je dan in de val gelopen bent, klaagt hij aan.
Jij een kind van God?
Ach, het is niks met je.
Het was ook niks met je.
En het zal nooit wat worden…
Zijn werk is het ziften van de tarwe. Een misstap en hij juicht.
Herkent u dat?
Waar liggen bij u de verleidingen?
Waarmee schudt de satan u?
Het klassieke Avondmaalsformulier loopt de Tien Geboden na als ze het heeft over:
Afgodendienaars: iets naast op in plaats van God zetten.
Is dat opgaan in je werk?
Voor de dienst aan God geen tijd…?
Allen die zich een beeld van God maken
Letterlijk zal niemand dat doen, denk ik.
Ik heb nog nooit iemand gezien die een Baål in zijn tuin zette en die aanbad of zo.
Wel een Boeddha beeld, gekocht bij het tuincentrum en hij staat zo schattig. Maar die aanbidden…
Of is een beeld van God maken, een beeld maken buiten Jezus om? Een strenge hardvochtig God.
Of God als Sinterklaas…
Allen die de Naam van God lasteren en misbruiken
Jakobus schrijft over de tong. Het ene moment loof je God met je tong, het andere moment loop je te vloeken. “Dat kan niet broeders”.
Herkenbaar?
Dat je jezelf verliest tijdens een voetbalwedstrijd en de ergste dingen roept…
Allen die het Woord van God en Zijn heilige sacramenten verachten.
Het Woord dichtlaten.
Wegblijven bij het Avondmaal…
Allen die tweedracht zaaien in de kerk en in ons volk, die weigeren gezag te aanvaarden in kerk en samenleving.
Ruzie zoeken in de kerk. Tweedracht zaaien in de kerk…
Nee, dominee X dat is een goeie. En Y, ach schei uit…
Om over de samenleving maar te zwijgen.
Hoeveel tweedracht is er niet in de samenleving.
Toestanden op Urk, een radiocolumn.
En maar tetteren…
Maar ondertussen niet luisteren naar het gezag.
“Ach die kerkenraad”
“Ach die Rutte…”
Allen die in haat en nijd tegen hun naaste leven of lichtvaardig hun woord breken.
Zeggen en het niet doen.
Haat en nijd tegen hun naaste.
Dat levert wellicht leuke tv op met de rijdende rechter, maar vaak is het toch beschamend…
Allen die het leven, van God geschonken, verachten.
Misschien komt dat wel minder voor, omdat mensen juist heel erg op hun gezondheid gericht zijn.
Allen die het huwelijk moedwillig in gevaar brengen, van zichzelf of van anderen.
Ontrouw in je huwelijk. Second love…
Allen die stelen, die in de ban zijn van geld en bezit.
Bent u dat?
Tijd stelen van je baas.
In de ban van geld en bezit…
Een mooi huis, een mooie vakantie…
Allen die liegen, bedriegen of kwaadspreken.
Komt het laatste in de kerk niet ook voor? Kwaadspreken?
De waarheid verdraaien?
Allen die zich aan verslaving overgeven en van het genot hun god maken.
Drankmisbruik…?
Is het roken?
Ook u en ik komen op de wan van Satan…
Maar God zij dank!
“Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoudt…”
Jezus had de verloochening van Petrus voorzien.
En met Zijn gebed houdt Hij Petrus staande. Al viel hij diep…
Is dat bij u, bij jou en mij niet hetzelfde?
Dat Hij ons staande houdt!
Dat Hij naar ons omziet?
Ook als wij Hem uit het oog verliezen?
Op die avond in Barneveld heb ik met de jongeren hoofdstuk 5 van de Dordtse Leerregels gelezen.
Dat zou u vandaag ook eens moeten doen.
Misschien vindt u de taal wat lastig, maar… het is te doen.[xii]
In dat vijfde hoofdstuk gaat het over de “volharding van de heiligen”, het volhouden van de gelovigen.
Ik vind het een bijzonder en bemoedigend gedeelte.
God houdt de gelovige vast.
Ons houvast is dat Hij vasthoudt!
Weet u het verschil tussen een schaap en een varken?
Als een varken in de modder valt, gaat hij zich wentelen… Heerlijk…
Als een schaap in de modder valt, dan wil Hij er zo snel mogelijk uit…
Of zoals het Doopformulier zegt:
En wanneer wij soms uit zwakheid in zonden vallen, moeten wij aan Gods genade niet twijfelen, en ook niet in de zonde blijven liggen.
En de Heere keerde Zich om en keek Petrus aan.
Vanmorgen kijkt Jezus U aan!
Hij hangt aan een kruis.
Door iedereen verlaten.
Zelfs door Vader…
“Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?”
En Hij kijkt…
Naar u…
Naar jou…
Zo erg is het me je, dat Ik er aan moet sterven…
Zoveel houd ik van jou… Ik sterf voor jou…
Hij gebonden, om ons te ontbinden.
Smaad geleden, opdat wij nooit meer te schande zouden worden.
Onschuldig ter dood veroordeeld, opdat wij in Gods gericht vrijgesproken zouden worden.
Hij van God verlaten, opdat wij door God aangenomen en nooit meer door Hem verlaten zouden worden.
Mijn lichaam gebroken, voor u, voor jou… Neem, eet, gedenk en geloof…
Mijn bloed, vergoten voor jou. Neem, drink, gedenk en geloof…
Amen.
[i]Luk. 22:15.
[ii]Luk. 22:3.
[iii]Luk. 22:19.
[iv]Luk. 22:20.
[v]Luk. 22:31.
[vi]De satan is (letterlijk) de tegenstander van God. Hij heet in het NT ook ‘diabolos’, de boze, de vijand, de verzoeker, de overste van deze wereld, de god dezer eeuw (2 Kor.4:4), de overste van de macht der lucht (Ef.2:2; 6:11). Hij is ook ‘de mensenmoordenaar van de beginne’ (Joh.8:44; 1 Joh.3:8). Hij is het hoofd van de demonen (Luk. 10:17v; Opb.12:7-9). Zijn laatste wapen is de anti-christ (Opb.13). Hij wordt tenslotte gebonden voor duizend jaren (Opb. 20:2) en daarna geworpen in de vuurpoel (Opb. 20:10). De diabolos heet in de Bijbel ook de aanklager. Maar Christus heeft hem overwonnen.
[vii]Luk. 22:32.
[viii]Luk. 22:33.
[ix]Luk. 22:34.
[x]Mat. 16:21-23.
[xi]Zie https://nl.wikipedia.org/wiki/Fauda(d.d. 2019-03-23).
[xii]Voor wie wil heb ik ook een hertaling van dr. W. Verboom beschikbaar. Even mailen en ik stuur het toe.
Mooi Gertjan. Ik vroeg me af: hoe vaak heeft Hij al niet naar mij gekeken op de manier waarop Hij naar Petrus keek. En ik weende bitter.