Liefde was het, onuitputtelijk

Davids afscheid van Jonathan, Rembrandt Harmensz. van Rijn

Preek 1 Sam. 20, gehouden op 13 september 2020 in de Dorpskerk van Vreeswijk-Nieuwegein.

Gemeente van onze Heere Jezus Christus,

Soms realiseer je je pas hoezeer je aan iets gehecht bent, als je het kwijt bent, of het kapot gaat.
Spulletjes…
Dingen…

Maar het kan ook voor relaties gelden…
“Een man weet niet wat hij mist 
maar als ze er niet is, weet een man pas wat hij mist”.[i]
Soms realiseer je je hoeveel je van iemand houdt, als hij of zij er niet meer is.

Zoals David die in het klaaglied na de dood van Saul en Jonathan uitroept: 26Ik ben benauwd om jou, mijn broeder Jonathan!
“Het verdriet verstikt me” 
vertaalt de Nieuwe Bijbelvertaling.
Het verdriet grijpt je naar de keel.

Je was mij zeer lief;
je liefde was mij wonderlijker dan de liefde van vrouwen.”[ii]
of
je was mijn broeder, en mijn beste vriend.
Jouw liefde was mij dierbaar, meer dan die van vrouwen.

Over de liefde van vrouwen, zou David genoeg kunnen vertellen.
Liefjes waren er genoeg in zijn leven geweest.
Maar in de liefde van vrouwen in zijn leven, zat altijd iets koels, iets berekenends. Zowel van de kant van de vrouwen als van de kant van David.

Of het nu om Michal of Abigaïl ging, of later om Bathseba, altijd speelden er belangen mee.[iii] Er was altijd wel iets.
Maar bij Jonathan niet.
Daar was het eigenlijk altijd goed. Geen gedoe.
Hij hield van Jonathan om wie hij was.

“je liefde was mij wonderlijker dan de liefde van vrouwen”.

In de verhalen over David en Jonathan toont de Bijbel ons ‘de liefde die vriendschap heet’.
En het leek me goed daar vanmorgen de aandacht op te richten.

‘Liefde die vriendschap heet’ is als een wonder dat God aan ons mensen schenkt.

Afgelopen week las ik in een kort manifest:
“Wat ons gelukkig maakt, zijn sterke, duurzame, liefdevolle relaties. Van mannen en vrouwen, ouders en kinderen, vrienden en vriendinnen, familieleden, kerkgenoten, buurtbewoners. Mensen die er voor elkaar zijn, elkaar helpen, juist ook als het moeilijk is.”
En ik dacht: “Goed gezegd”.
Mensen die er voor elkaar zijn, elkaar helpen, juist ook als het moeilijk is.

Daar gaat het vanmorgen over.
Het is wonderlijk dat God daarvoor zorgt.
Gelukkig maar dat God zielen aan elkaar verbindt, want anders zou de wereld in kilheid vergaan.
Al het menselijke zou bevriezen. 
Bevriezen. We spreken niet voor niets over “ijzig” als we iemand zonder liefde zien. 
En let op: Het is goed te realiseren dat “kou en kilte” ook een hel kan zijn. De hel is niet alleen “vuur en hitte”. Nee, ook “kou en kilte”.

Daarom mag een mens volgens Calvijn niet ‘nonchalant’ zijn, dat is: ‘een mens zonder warmte’ zijn. 
Zonder die warmte gaat het menszijn namelijk zelf verloren.
Vanmorgen komt de geschiedenis van David en Jonathan naar ons toe, om ons iets van die warmte te geven.
En ik hoop en bid, dat die warmte blijvend overslaat op ons, op mij. Dat het als een lopend vuurtje rondgaat door de gemeente. Daar profiteert heel Nieuwegein van.
Temeer omdat Jezus zegt: “En doordat de wetteloosheid zal toenemen, zal de liefde van velen verkillen. Maar wie volharden zal tot het einde (in de liefde), die zal zalig worden”.[iv]

We kijken naar 1 Samuël 20, maar eerst iets over de context. 
Onze kinderen zijn al een aantal weken met 1 Samuël bezig, maar wij vallen er vanmorgen zomaar in.

In 1 Samuël 16 is David door Samuël gezalfd tot nieuwe koning. 
In hoofdstuk 17 verslaat de herdersjongen Goliath en in hoofdstuk 18 ontmoeten David en Jonathan elkaar voor het eerst.
In dat hoofdstuk lezen we “1Het gebeurde, (…) dat Jonathan met hart en ziel aan David verbonden raakte. Jonathan had hem lief als zichzelf.”

Wat zou het zijn dat Jonathan zo aan David verknocht raakte?
Twee topmilitairen van de IDF?
Bewondering, vanwege de heldendaad van de herdersjongen die zomaar op het toneel verschijnt?
Bewondert hij Davids onbevangenheid?
Herkent hij iets van zichzelf in David?
Iets van het Godsvertrouwen dat David heeft?
Herkent hij bij David zijn eigen waarden en normen?

Hoe raken mensen aan elkaar verknocht?

Waarom zijn uw vrienden, uw vrienden?
‘Zeg me wie je vrienden zijn…. en ik zal zeggen wie je zelf bent’ luidt het gezegde.
Blijkbaar zegt het ook iets over ons…

In ieder geval wordt in hoofdstuk 18 al een verbond gesloten.
3Jonathan sloot een verbond met David, omdat hij hem liefhad als zichzelf.
Vooral dat laatste is van belang: “omdat hij hem liefhad als zichzelf”.
Niet uit pragmatische redenen, om zich bij een oorlogsheld te voegen. Zodat hij kan pronken: “Ja, die David is mijn vriend…”

Nee, uit liefde die vriendschap heet.
En als teken daarvan draagt Jonathan zijn tekenen van waardigheid als kroonprins over aan David.
Zijn mantel, zijn zwaard, zijn boog en zijn koninklijke gordel.

Daarmee maakt hij hier direct al duidelijk dat het koningschap aan David toebehoort. Jij bent de gezalfde, niet ik ben de troonopvolger, maar jij.

de liefde is niet jaloers,
zij zoekt niet haar eigen belang.

Je ziet het toch voor je? 

Twee Marco Kroons, twee oorlogshelden.
David die in zijn herdersplunje naar het leger gekomen is en één voor één de koninklijke kleren van de kroonprins aangereikt krijgt.
Plus zijn zwaard en zijn boog en de kostbare gordel die de koninklijke kledij bijeen moet houden
Uiteindelijk staat Jonathan daar met alleen een onderkleed aan, omdat hij alles heeft weggegeven.
Het is hier al alsof Jonathan niet op kan houden met geven.

Ondertussen is het dat wat er in de liefde gebeurt.
Dat is wat er in ‘liefde die vriendschap heet’ gebeurt.
Daarin gaat het niet om het “nemen”, maar om het “geven”.

Daarbij gaat het in ‘liefde die vriendschap heet’ ook om trouw.
Ieder bruidspaar zal het weten: Trouwen, trouw beloven, doe je voor heel het leven, door alles heen. 
Voor goede en voor kwade dagen.
Juist ook om samen door het dal te komen. 
Je houdt elkaar vast, ook in het dal.

Ik heb er in de gemeente ontroerende voorbeelden van gezien.
Je zegt als man ook niet “Ik houd van jou, maar als je ziek wordt, dan ga ik bij je weg…”
Of als vrouw tegen je man “Nou, vroeger was je nog sportief, maar nu je oud en krakkemikkig wordt, hup voor jou een ander”.
Nee, je blijft trouw.

Het huwelijk is ook geen contract, dat naar willekeur verbroken kan worden, maar een verbond.
En dat sluit je voor heel en het hele leven.

In hoofdstuk 18 stelt Jonathan ook geen contract op, die je zo ook weer kunt ontbinden. 
Nee, hij sluit een verbond. 

In het hoofdstuk van vandaag komen liefde en trouw daarom terug.

David is op de vlucht, omdat Saul hem wil doden.
Het is niet de eerste keer, dat Saul dat wil.
Al eerder heeft hij – terwijl David op de harp speelde – geprobeerd David met zijn speer te doden.
In het hoofdstuk ervoor heeft Jonathan het al voor David opgenomen.
Zijn vrouw Michal, de zus van Jonathan, heeft David laten ontsnappen door het raam en een afgodsbeeld in bed gelegd. Zo werd tijd gewonnen.
David vlucht dan naar Samuël. Saul gaat er later dan zelf achteraan. Maar dan grijpt in Najoth bij Rama de HEERE Zelf in en raakt Saul in geestesvervoering.

David vlucht uit Najoth en daar ontmoet hij Jonathan.

Hij is opvallend dat hij Jonathan opzoekt.
Het gaat immers om zijn zwager, die de zoon van Saul is.
Maar er is vertrouwen.
David weet, dat is ook ‘liefde die vriendschap heet’, dat hij op Jonathan kan vertrouwen.

Jonathan is loyaal en volhardt in de liefde die vriendschap heet.

Uit zijn woorden blijkt dat David ontzet is.
Wat heb ik gedaan, wat is mijn misdaad, en wat is mijn zonde tegenover je vader, dat hij mij naar het leven staat?

Jonathan is er echter niet van overtuigd dat Saul hem echt wil doden. Misschien denkt hij: Mijn vader heeft wel bevliegingen, kan in woede uitbarsten en vreemde dingen doen, maar David doden… Nee, in normale omstandigheden zal vader dat nooit doen. Daarbij doet vader Saul eigenlijk nooit iets, zonder het aan hem te vertellen. 

Maar David houdt vol. Je weet het niet, omdat hij het niet vertelt aan jou, omdat je vader weet hoezeer wij aan elkaar verknocht zijn.
“Maar zeker, zo waar de HEERE leeft en jijzelf leeft, er is maar één stap tussen mij en de dood!”.
Zie daar het dilemma.

De vrienden maken er geen “welles-nietes” van. Kleine kinderen kunnen dat doen en ze kunnen dat heel lang volhouden. Grote mensen trouwens ook.
Vriendschap luistert: “Wat wil je David dat ik voor je doe?”

En dan komt David met zijn plan.
Waarbij ik dacht “Het is maar goed dat ze niet Dopers zijn, want je mag niet liegen…”

David wil de bedoelingen van Saul te weten komen.
Overdrijft hij in zijn angst dat Saul hem wil doden?
Waren het bevliegingen van een koning die de weg kwijt is, of moet hij echt vrezen voor zijn leven.

“Zie, morgen is het nieuwemaan”; dan begint de nieuwe maand.
De wet van Mozes schrijft voor dat aan het begin van elke maand een brandoffer aan de HEERE aangeboden moet worden.[v]
Het betekent ook dat alle hoge bedienden bij de koning aan tafel moeten zitten met het eten.

David wordt daar ook verwacht, maar het lijkt David beter daar voorlopig even weg te blijven.

Als je vader mij echt mist, zeg dan maar tegen hem “David heeft mij dringend gevraagd snel naar zijn stad Bethlehem te mogen gaan, want daar is een jaarlijks offer voor de hele familie”.
Als je vader dan zegt “Het is goed, dan heeft je dienaar vrede”. Maar als hij woedend wordt, in woede ontsteekt, dan weet je dat hij vastbesloten is mij kwaad te doen.

En dan pleit David op het verbond dat in hoofdstuk 18 is gesloten.
Lees maar mee, vers 8:
8Bewijs je dienaar dan goedertierenheid (verbondstrouw), want je hebt je dienaar met jou in een verbond van de HEERE gebracht. Maar als er een misdaad in mij is, dood jij me dan. Waarom zou je mij toch naar je vader brengen?

Als ik iets fout gedaan heb, dood jij mij dan.
Maar lever me niet uit aan je vader.

Daarop kan Jonathan maar één ding zeggen: “Geen sprake van!”

“We zijn toch vrienden?
We hebben voor God toch een verbond gesloten?
Als ik merk dat mijn vader jou kwaad zou willen doen, zou ik jou dat toch vertellen?”

David reageert op Jonathans antwoord door te wijzen op een praktisch probleem:
“Wie zal het mij vertellen als je vader je met harde woorden antwoordt?”
Oftewel, hoe kom ik te weten wat je vader wil?

Dan, alsof ze bang zijn afgeluisterd te worden, gaan ze stad uit (Gibea) en gaan ze het veld in.

En daar wordt het verbond bekrachtigd.
Vernieuwd.

Jonathan belooft zijn vader uit te horen en bericht te sturen.
En hij vraagt of David zijn trouw te bewijzen ook aan zijn nageslacht en ook als de HEERE alle vijanden van David uitgeroeid zal hebben!

16Zo sloot Jonathan een verbond met het huis van David en zei: Laat de HEERE rekenschap eisen van de vijanden van David!
17En Jonathan liet David opnieuw zweren, omdat hij hem liefhad, want hij had hem lief met de liefde van zijn ziel.

Nou ja, de rest hebben we gelezen, maar de tekst deed me denken aan een bekende trouwtekst: Prediker 4:12; al is hier geen sprake van een huwelijk.
“Een drievoudig snoer wordt niet snel gebroken.”

Jonathan, David, de HEERE.
De HEERE, David en Jonathan.

David en Jonathan trouwen niet, maar ze beloven elkaar voor Gods aangezicht wel trouw.

Nou ja, de verdere geschiedenis hebben we gelezen.
In vers 41 nemen ze afscheid.
En Jonathan zegt: “Ga in vrede! Moge dat wat wij beiden in de Naam van de HEERE gezworen hebben, tot in eeuwigheid gelden, namelijk: Moge de HEERE tussen mij en jou zijn, tussen mijn nageslacht en jouw nageslacht!”

Vriendschap is voor David en Jonathan geen illusie.
Geen pakketje schroot met een dun laagje chroom.

Bij hun niet!
Bij ons toch ook niet?
Hoe geweldig kan zo’n vriendschap zijn.
Waarin het gaat om liefde, trouw, welwillendheid, genegenheid, loyaliteit en daadwerkelijke solidariteít.

Ik weet zeker dat er gemeenteleden zijn die zulke vriendschap kennen. Zij zullen de waarde van die vriendschappen erkennen.
“Hij of zij, was er, toen ik het moeilijk had”.
“Hij of zij, zei niets, maar die arm op m’n schouder deed zo goed”.
“Toen ik aan de grond zat en het allemaal niet meer wist, toen was hij daar”

“Toen ik alles had verknald… Hij liet me niet vallen…”.

Sommigen denken daarbij aan hun eigen partner. “Ik ben getrouwd met mijn grootste vriend”.

Maar niet iedereen hier kan dat zeggen.
Niet ieders huwelijk is altijd even geweldig.
Davids huwelijken waren ook niet altijd om over naar huis te schrijven.
Maar hij kende wel een ‘liefde die vriendschap heet’.

Trouwens, er zijn in de gemeente ook weduwnaars, weduwen, vrijgezellen, alleenstaanden.

Hoe goed is het dan om toch de ‘liefde die vriendschap heet’ te kennen.

Soms bespreek je dingen met je beste vriend of vriendin, die je niet met je vrouw of man bespreekt.
Iedereen hier zou een vriend of vriendin moeten hebben, waarin liefde en trouw de grondwaarden zijn.
Iedereen zou een ‘liefde die vriendschap heet’ moeten kennen.
Nou ja, ik zou dat wensen! 

Daarom is het jeugdwerk zo belangrijk.
Daar ontstaan toch ook vriendschappen voor het leven?!

Ik las op het Weekbericht dat de tienerclub op zoek is naar nieuwe, extra leiding.
En ik dacht: “Wat is er nou mooier, om met tieners op te trekken en hen te helpen bij de toenemende verantwoordelijkheid tegenover God, de naaste en de wereld waarin ze leven?”
Om mee te werken aan de vriendschappen die daar ontstaan.

Voor het kinderwerk en de JV geldt hetzelfde.

Hoeveel vriendengroepen, dertigers, veertigers kennen elkaar niet sinds de kinderclub. Samen op catechisatie gezeten. Samen op kamp geweest.

Hoeveel ouderen kennen elkaar niet van het Schippersinternaat.

Vriendschappen kunnen een leven stempelen. Schoolvrienden of -vriendinnen kunnen een leven lang met elkaar verbonden zijn. 
Soms kom je een oude vriend na jaren tegen en lijkt het alsof je elkaar gisteren nog hebt ontmoet. Daar verwonder je je dan over, maar het duidt op een band die altijd is gebleven. 

Vriendschappen zijn zo belangrijk.

Niet alleen in het jeugdwerk. Ook in het gemeente leven. Op de Wijk Bijbel Kringen, enzovoorts.

Tuurlijk, soms kun je teleurgesteld raken in vrienden.
Ze blijken op het beslissende moment niet echt een vriend te zijn.
Daardoor kruipen sommige mensen terug in hun schulp. 

Maar blijf daar alstublieft niet in zitten.
In onze gemeente is echte vriendschap toch geen illusie?

Nee!
Waarom niet?
Omdat het in de Bijbel ook geen illusie is.
En de God van de Bijbel nog steeds werkt!

Jonathan is het tegenovergestelde van de ‘vriend’ Judas, die de Messias wel ‘overlevert’. Mede dankzij deze vriendschap kan deze gezalfde, messias David, zijn komende lijdensweg aan. 

De liefde die Jonathan voor David koesterde is ook liefde voor Gods genade geweest, zoals die dwars door alles heen over het leven van David glansde.

Daarmee komt ook de grote Zoon van David in beeld: Jezus.
Niemand heeft grotere liefde dan deze, dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden’‘ – hoorden we Hem zeggen. In het evangelie zien we het Hem ook doen. 
Als een Jonathan, iemand die enkel wilde geven.
Liefde was het, onuitputtelijk.
Hij gaf Hij alles wat Hij had, tot Zijn leven toe.
Voor u, voor jou.
Uit liefde. 

Hij bleef trouw, ook toen de wereld zich tegen Hem keerde. 

God beloonde Hem om Zijn trouw en wekte Hem op uit de dood en heeft Hem een plaats in de hemel gegeven. Met Zijn woorden en zijn Geest is Hij ons nabij zoals alleen een vriend dat kan zijn.
“Welk een Vriend is onze Jezus”. 

Ik heb het lied maar niet opgegeven want dan MOET je toch meezingen? Dan kun je je mond toch niet houden?

Ik noem jullie geen knechten meer maar vrienden” zegt Jezus tegen ons.

Tussen vrienden zijn er geen geheimen. 
Die hoeven niets voor elkaar achter te houden.
Alles kan worden besproken.

Wat er in Hem leeft heeft Hij laten zien: in de liefde waarmee Hij de voeten van Zijn leerlingen waste (Joh. 13), in het offer van Zijn leven. 
Hij houdt niets achter.

En wij mogen alles, niet alleen onze vreugden, ook onze angsten, ook de dingen waar we ons diep voor schamen, delen met Hem als met een Vriend die ons niet laat vallen.

Als het ‘liefde die vriendschap heet’ dan is Zijn liefde onuitputtelijk.

In Jezus biedt de HEERE Zelf ons Zijn vriendschap, hoorden we zingen. We leven er toch van?

Zijn liefde is mij wonderlijker dan de liefde van vrouwen. 
of
Zijn liefde is mij wonderlijker dan de liefde van mannen.

Als gemeente van Jezus Christus leven wij vanuit het geschenk van Christus’ vriendschap als genadegave.

Maar tegelijkertijd is het ook een opdracht.
Dit is Mijn gebod: dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb.[vi] 
Dit gebied Ik u: dat u elkaar liefhebt.[vii]

Amen.


[i] Uit “Als ze er niet is” van De Dijk, https://www.dedijk.nl/index.php?tekstid=103&menu=teksten, 2020-09-12.
[ii] 2 Sam. 1:26.
[iii] Vgl. 1 Sam. 18; 25; 2 Sam. 10 en 11; 1 Kon. 1.
[iv] Mat. 24:12-13.
[v] Zie Num. 28:11-15.
[vi] Joh. 15:12.
[vii] Joh. 15:17.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s