In verwachting

De engel verschijnt aan Zacharias bij het altaar
Jan Luyken (1649-1712)

Preek Lukas 1:5-25, gehouden op 29 november 2020 in de Dorpskerk van Vreeswijk.

Gemeente van onze Heere Jezus Christus,

Vandaag is de eerste adventszondag.
Advent, een tijd van verwachten…
Toch betekent Advent niet “verwachting” maar “komst”. 
Hij komt![i]

Nu is de kunst van het Kerstfeest vieren om na de bevalling in verwachting te blijven. Want hoewel de beloften zijn vervuld, blijft er nog een deel te vervullen over. 

Iemand schreef daarover: “De vrede nam nog geen intrek noch in de wereld, noch in ons hart. Wat wij aan vrede ontvingen, is veeleer een onderpand van het Komende, dat nadert”.[ii]
En ik dacht: “Daarin heeft hij gelijk.
Soms ervaar ik de vrede met God, als de hemel op aarde.
Maar soms is dat hart van mij zo onrustig”
.
De vrede is nog niet volkomen.
De verzoening is op Golgotha volbracht, maar de volkomen verlossing staat nog uit. Die verwachten we nog. 
De volkomen verlossing komt pas bij de verschijning van onze Heere Jezus.
Als Jezus terugkomt en Zijn Koninkrijk vestigt.
Bij Zijn wederkomst, dan zal de vrede pas volledig zijn.

Daarom leven wij met verwachting.
Alhoewel.
Dat gedicht van Okke Jager heb ik hier al een keer eerder geciteerd.[iii]

‘Kom haastig, Jezus!’ bidt de predikant.
‘Ja, Amen,’ zegt een boer, ‘wil spoedig komen!
Maar na de oogst, want van m’n nieuw stuk land
Heb ik nog nooit de opbrengst waargenomen.’

“Ja, kom snel”, zegt de boer, “maar als het even kan na de oogst”.
In dat gedicht zegt een nette dame “Ja, kom snel, maar het liefst na de kooruitvoering. Want dan kan ik nog even mijn nieuwe jas showen”.
En een kind zegt “Ja, kom snel, maar liever niet in de vakantie. Kom maar onder schooltijd. En dan het liefst niet tijdens gym of zo, maar onder rekenen of zo”.
En de dominee zegt: “Ja kom snel, maar eerst wil ik die mooie lezing nog houden die ik heb gemaakt. Natuurlijk tot eer van God.” 
Ja ja, die dominees…

Het gedicht eindigt dan met de woorden:

De beden komen in de hemel aan.
De cherubijnen zwijgen, die ze brachten.
En Jezus vraagt: ‘Kan Ik vandaag al gaan?’
Zijn Vader zucht: ‘Ge moet nog even wachten.’


Bij zo’n gedicht moet je toch wel een beetje glimlachen.
Tegelijkertijd is het ook wel beschamend.
Hoe zeer wordt er nu uitgekeken naar de wederkomst van onze Heere Jezus Christus.
Hoe groot is nu het verlangen naar Zijn komst.
Het spat er niet echt van af.

Misschien denkt u: “Joh, ik denk er eigenlijk nooit over na…”
De toekomst is zelfs een beetje eng…
Dat oordeel…
Die woorden uit Maleachi 4.

Zal ik staande blijven?
Zal ik aan de goede kant terecht komen?
Ik zit wel in de kerk, maar ik ben verre van volmaakt.
En hoe moet het met mijn kinderen die niet meer naar de kerk gaan?
Mijn kleinkinderen zijn niet gedoopt…
En mijn man die gelooft het allemaal wel.

Dat soort gedachten.
Daar kun je wakker van liggen.

Verwachtingen…
Misschien is er vanmorgen wel iemand teleurgesteld omdat verwachtingen niet uitkwamen.
Je hebt immers soorten van verwachten.
Verwachtingen ten aanzien van de toekomst van God.
Maar ook verwachtingen in dit leven.

Misschien is er vanmorgen wel iemand teleurgesteld omdat verwachtingen niet uitkwamen.
Nooit verwacht dat mijn huwelijk zou stranden… Zeker niet op die mooie trouwdag, toen. Maar nu heb ik de foto’s maar onderin een la gestopt. Ik kan er eigenlijk niet naar kijken, maar weggooien is ook zowat. 
Maar deze Kerst ben ik toch echt alleen.

Nooit verwacht dat je je man of vrouw dit jaar zou moeten begraven. Je had het zo goed samen. Verwachtte nog mooie jaren mee te maken, maar het liep allemaal anders.
Met deze Kerst ben ik toch echt alleen.

Wij mensen hebben allerlei verwachtingen van en in het leven. En hoe vaak worden die verwachtingen niet beschaamd.
Vraag het maar aan de oudere gemeenteleden.
Hoe anders dan verwacht kan het leven soms lopen.

Vanmorgen kijken we naar een man die wellicht ook allerlei andere verwachtingen had van het leven toen hij jong was.
Ik stel me zo voor dat hij Elizabeth zag en dacht: “Wauw, wat een vrouw. Met haar wil trouwen. Met haar en van haar wil ik kinderen. En dan, kleinkinderen…”

5 In de dagen van Herodes, de koning van Judea, was er een priester van de afdeling van Abia, van wie de naam Zacharias was. En zijn vrouw behoorde tot de dochters van Aäron en haar naam was Elizabet.

Met vers 5 vallen we midden in de geschiedenis van Israël.
Herodes de Grote is koning. Niet alleen over Judea, maar over heel Palestina.
Lukas, noemt hier echter alleen Judea. Alsof hij aan wil geven hoe de zaken er in Judea voor staan. 
Een vreemdeling is aan de macht. Geen nakomeling van David, maar een Edomiet, een nakomeling van Ezau: Herodes de Grote. Alsof Ezau alsnog Jakob naar de kroon steekt…
En die Herodes is een zetbaas van de Romeinen. Van het rijk van David en Salomo is weinig tot niets meer over…
Die “gouden eeuw” is iets van het verleden.
Vroeger… dat waren nog eens tijden.
Maar nu…

Ook in de tempel is het niet meer wat het geweest is. Daarom heeft een groep zich ook afgesplitst van het hele tempelgebeuren. En een gemeenschap gevormd bij de Dode Zee, de Essenen.
Maar goed, daarin is Zacharias niet meegegaan.
Hij zit niet bij de Dode Zee, al zal vast wel door zijn hoofd gegaan zijn: “Moet ik eigenlijk ook niet ergens anders heen? Is daar niet veel meer geestelijk leven?” 
“Is het hier niet allemaal traditie. Altijd dezelfde liturgie. Alles in beton gegoten…?”

En dan heb je ook nog eens een eeuwenoude priesterindeling. 
In vers 5 lezen we van de afdeling van Abia[iv]
De afdelingen deden volgens een rooster steeds één week dienst in de tempel. In zes jaar tijd had elke priesterafdeling dertien weken dienst.
Dus die priesterindeling is ten tijde van Zacharias al 1000 jaar oud.


Zacharias is in de tempel.

Wat er politiek allemaal speelt, wat er allemaal ook in de kerkelijke wereld aan de hand is. Hij dient in de tempel.
De tempeldienst gaat door.
De liturgie gaat door.
De lofzang wordt gaande gehouden.

Zacharias “JHWH heeft herinnerd”, betekent zijn naam.
En hij is getrouwd met Elizabeth, “Gewijd aan God”.
Is het teveel gezegd als ik zeg dat Zacharias en Elizabeth de traditie vertegenwoordigen in haar levende vorm?
Blijven bij het woord van de HEERE, in de verwachting van Zijn heil. Net als later in hoofdstuk 2 Hanna en Simeon (vgl. 2:38).

Vers 6 Zij waren beiden rechtvaardig voor God en wandelden onberispelijk volgens alle geboden en verordeningen van de Heere.
“Een perfect stel”, zouden wij zeggen.
“Een vroom stel” ook.
Meelevend.
Zo’n stel waar je toch een beetje tegen opziet.
Mooi.

“Rechtvaardig voor God”, schrijft Lukas.
Dat is toch wel heel mooi, als dat over je gezegd wordt.
Het gaat niet alleen om de vraag wat mensen van je vinden.
Mensen vinden vaak van alles.
Maar God…
Rechtvaardig voor God.
onberispelijk volgens alle geboden en verordeningen van de Heere.

Mooi hoor.
Je zou denken: “Die Zacharias dat is nog eens een perfecte dienstknecht van God”.
Ja, maar toch, dat was hij niet.

We lezen van zijn ongeloof in vers 18.
Waarop hij de straf krijgt niet meer te kunnen spreken tot de dag van de geboorte van Johannes … omdat u mijn woorden niet geloofd hebt, die vervuld zullen worden op hun tijd.

Omdat u mijn woorden niet geloofd hebt…
Welke woorden?

Nou dat Zacharias “JHWH heeft herinnerd” en Elizabeth “Gewijd aan God” een zoon zullen krijgen die de naam Johannes “De HEERE is genadig” zal dragen.

Als kind vond ik het dom van Zacharias dat hij de engel Gabriel niet geloofde.
Ik bedoel, wie van ons ziet er nu een engel verschijnen?
En als die engel zo’n duidelijke boodschap geeft, waarom zou je dat dan niet voor waar aannemen?

Maar goed, vroeger wist ik alles veel beter dan nu.

Ouder geworden snap ik de twijfel van Zacharias wel.
Sommige dingen zijn voor het verstand ook te groot om te geloven.
Ik bedoel… Zacharias geeft voor zijn twijfel ook een reden: Want ik ben oud en mijn vrouw is op hoge leeftijd gekomen…

Ongetwijfeld zullen ze – toen ze jong waren, net getrouwd – gebeden hebben om een kind… Kinderen neem je namelijk niet, maar die krijg je.
Misschien kijken er vanmorgen wel broeders en zusters mee die veel om kinderen hebben gebeden, maar ze niet hebben ontvangen.

Hoe verdrietig kan dat zijn.
En als dan je vrouw op een gegeven moment niet meer menstrueert, ja dan weet je: “We zullen nooit zelf kinderen krijgen.”
Samen bidden voor een kind, daar stop je dan ook mee.
Hoe moeilijk dat ook kan zijn.
Je berust erin.

Berusten…
Veel om gebeden, samen gebeden.
Misschien ook wel samen gehuild.
En op een gegeven moment was het klaar.
“Nu moeten we er maar niet meer om bidden schat”.

En nu staat er een engel naast hem die zegt:
“Wees niet bevreesd, Zacharias, want uw gebed is verhoord en uw vrouw Elizabet zal u een zoon baren en u zult hem de naam Johannes geven”.

Sta je daar.
Midden in de tempel.
Heb je het geluk dat je wordt uitgeloot om het reukoffer te brengen.
Je mag het heilige in waar het reukofferaltaar staat. Dichter bij het heilige der heiligen kom je als priester niet.
En dan staat daar plotseling een engel aan de rechterkant van het altaar!

Ik denk dat die Zacharias geweldig geschrokken zal zijn.
Is dit echt? 
Wat gebeurt er? 
Honderden gedachten moeten door zijn hoofd gegaan zijn.

Vers 13: Wees niet bevreesd, Zacharias…
Dat is het eerste wat de engel zegt.
Wees niet bevreesd… 

Ik heb wel eens gehoord dat de oproep “vrees niet” en “wees niet bevreesd” samen precies 365 keer in de Bijbel voorkomen. Voor elke dag één keer dus. Ik heb eigenlijk nooit de moeite genomen om het na te tellen.

Wees niet bevreesd, Zacharias…
Uw gebed is verhoord, zegt de engel.

Is dat dan het gebed om een zoon?
Volgens sommige uitleggers wel. Het heeft even geduurd, maar zie Zacharias: Je zult een zoon krijgen.
Anderen denken dat het om meer gaat; namelijk om de vervulling van Gods heilsbeloften. Dus om de belofte van een herstel van Israël, de komst van de Messias.
We zongen net niet voor niets Psalm 130!
We zongen net niet voor niets Psalm 105!

God zal een omkeer, een wending geven in de geschiedenis.

Ik denk dat dát het vooral is, gemeente.
Want de zoon die Zacharias en Elizabeth krijgen is namelijk meer dan zo maar een wonder. Het is ook veel meer dan de vervulling van een kinderwens.

God gaat ingrijpen in de geschiedenis.
In die zin is Johannes ook een teken van Gods trouw!

Al die beloften uit het Oude Testament.
Al die beloften waar het geloof zich op richt.
Al die beloften zullen vervuld worden.
God gaat doen wat Hij beloofd heeft.
Daarom zal de zoon de naam Johannes dragen! 
De HEERE is genadig!

Daarom zal – vers 14 – zal er “blijdschap en vreugde voor u zijn en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden”.

Waarom?
Nou vers 15 tot en met 17.
Daarom 1, vers 15:
15 want hij zal groot zijn voor de Heere. Geen wijn en geen sterkedrank zal hij drinken en hij zal al van de moederschoot af met de Heilige Geest vervuld worden,

Hij zal groot zijn voor de Heere.
Wellicht niet voor de mensen. 
Die denken “Wat een vreemd figuur daar bij de Jordaan”.
Wij weten dat hij in de gevangenis zal komen. 
Dat hij aangevochten wordt: “Is Jezus nu de Messias?”
En toch “Groot voor de HEERE”

Johannes zal groot zijn door wat God met hem op het oog heeft. 
Hij zal zich onthouden van al wat bedwelmt.
Zijn haar zal groeien als teken van kracht. 
Hij zal zich totaal, volledig inzetten voor en concentreren op zijn goddelijke roeping. Hij zal vol van ‘Heilige Geest’ zijn. 
Leven op en gedreven door Gods adem.

Daarom 2, vers 16:
16 en hij zal velen van de Israëlieten bekeren tot de Heere, hun God.

Let op: de HEERE is ‘hun God’: Gods verbondstrouw staat boven de oproep tot bekering. 
De oproep die Johannes straks zal doen “Bekeert u, laat u dopen!” berust op de verbondstrouw van “hun God”.

Keer terug naar jouw God, zegt hij dus.
Loop nou niet van Hem weg, maar keer je om!

Bekeren is omkeren: Niet meer van God af, maar naar God toe.
Bekeren is ook terugkeren. 
Denk aan de jongste zoon uit Lukas 15.

Daarom 3, vers 17:
17 En hij zal voor Hem uit gaan in de geest en de kracht van Elia, om het hart van de vaderen te bekeren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de bedachtzaamheid van de rechtvaardigen, om voor de Heere een toegerust volk gereed te maken.

Hier wordt teruggegrepen op Maleachi 4:5. 

De voorloper van de Messias komt met dezelfde rol en roeping die Elia vervulde. 
“om het hart van de vaderen te bekeren tot de kinderen en de ongehoorzamen tot de bedachtzaamheid van de rechtvaardigen, om voor de Heere een toegerust volk gereed te maken.”

De bekering tot God is in vers 16 al genoemd. 
Hier gaat het om de bekering van de generaties tot elkaar. 
Je kunt de tekst van Lukas lezen als de uitleg van Maleachi 4,6. Hij zal het hart van de vaders tot de kinderen terugbrengen, en het hart van de kinderen tot hun vaders…

De vaderen gaan voorop! Zij dragen de traditie.
Maar zij hebben bij het doorgeven te luisteren naar de vragen van de kinderen (vgl. Ex. 12:26,’En wanneer uw zonen tot u zeggen: Wat betekent deze dienst van u?’). 
De kinderen moeten uit het leven van de ouderen weer zien hoe goed het is om naar Gods geboden te leven. 

Zo is ook tussen de generaties steeds bekering nodig.
om voor de Heere een toegerust volk gereed te maken.

En wat is een toegerust volk?
Dat is een volk dat leeft van de trouw van God.
Dat is een volk dat dat God gehoorzaam is.
Dat is een volk dat Zijn geboden bewaard en doet.
Dat is een volk dat bidt: 
Uw Naam worde geheiligd.
Uw Koninkrijk komen.
Uw wil geschiede, gelijk in den hemel, alzo ook op de aarde.

Dat is een volk dat leeft bij die korte preek van Johannes. 
Die vindt u in het Johannes evangelie:
“Zie het Lam van God dat de zonde der wereld wegdraagt”.
Zie op Jezus!
Zie het Lam!
Dat is een volk dat leeft bij de traditie met een grote T, waar Paulus over schrijft in 1 Korinthe 15:
… dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften, 
4en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften”
 (1 Kor. 15:3 en 4).

We leven van die Traditie.
We leven bij die Traditie.

En daarbij levend, stemmen de ouderen hun hart af op de kinderen.
En de kinderen hun hart op de ouderen.
Is dat nodig?
Nou, ik denk van wel.
En ik denk dat het vandaag harder nodig is dan zeg maar 50 jaar geleden.
Waarom?
Nou, ouderen de jongeren niet vanzelf begrijpen.
En de jongeren de ouderen niet, ook niet als het gaat om dienst aan God.
Voor je het weet denken de ouderen: “Die jongeren zijn zo oppervlakkig”.
En voor je het weet denken die jongeren: “Die ouderen zijn zo ouderwets. Die zitten zo vast in hun tradities. Wij gaan onze eigen weg wel”.

Nee. Daarom is het gesprek van hart tot hart zo belangrijk!

Drie antwoorden dus op de vraag waarom zullen velen zich over zijn geboorte verblijden.
Vers 15: Hij zal groot zijn voor de Heere, met de Heilige Geest vervuld worden.
Vers 16: Velen van de Israëlieten zal hij bekeren tot hun God.
Vers 17: Hij zal voor de Messias uitgaan in de kracht van Elia om het hart van de vaderen te brengen bij hun kinderen en het hart van de kinderen bij hun vader. En zo een toegerust volk gereed te maken.

God zal doen wat Hij bij monde van Maleachi al verkondigde.

En wat zegt Zacharias dan!
“Mij geschiede naar uw woord”.

Nee, dat zegt hij niet.
Dat zal later een jong meisje zeggen in het noorden van Galilea.
Opvallend.
In Adventstijd staat de jonge generatie open voor de woorden van God.
De oudere generatie is afhoudend.
Zie maar.
Zacharias zegt: “Hoe zal ik dat weten? Want ik ben oud en mijn vrouw is op leeftijd gekomen”.

Ja beste engel. U kunt dat nou wel zeggen, maar kijk eens naar de feiten!
Begin nou niet over een zoon.
Ik heb dat allemaal zo’n beetje verwerkt en nu komt u zeggen dat het allemaal toch weer anders wordt.
“Hoe zal ik het weten…”

Herkenbaar?

Ondertussen is Gabriël niet vol engelengeduld.
Sterker, hij is streng!
Hoor maar, hij roept het uit: “Ik ben Gabriël, die voor God sta, en ik ben uitgezonden om tot u te spreken en u deze dingen te verkondigen”.

Beste toegewijde priester.
Ik ben niet zomaar iemand.
Ik ben Gabriël[v].

Luister eens priester.
Weet je wel wie ik ben?
Waarom twijfel je aan de woorden van God?

En voordat Zacharias “excuses” kan maken, spreekt Gabriël het oordeel al uit:
20En zie, u zult zwijgen en niet kunnen spreken tot op de dag dat deze dingen gebeurd zijn, omdat u mijn woorden niet geloofd hebt, die vervuld zullen worden op hun tijd.

Opvallend dat in de straf ook doorklinkt dat het werk van God gewoon doorgaat.
Beste Zacharias, beste priester, of jij het nu wel of niet gelooft, dat doet er niet toe. God gaat Zijn belofte vervullen…
Hij is niet afhankelijk van jouw geloof…

Buiten staat ondertussen het volk te wachten.
Wat moet Zacharias tegen het volk zeggen?
Wat moet hij tegen Elizabeth zeggen?

Als hij naar buiten gaat, doet hij zijn armen wel omhoog, maar de zegen uitspreken, dat kan hij niet…
Misschien wel zijn armen omhoog. Wat bewegende lippen, maar dat is het dan wel.

En dan naar huis.
En het duidelijk maken aan Elizabeth.
Misschien wel via het zelfde leitje dat hij later gebruikt om de naam Johannes op te schrijven.
Elizabeth raakt zwanger.
In verwachting. Ze verbergt zich vijf maanden en zegt “De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken. Hij heeft dit voor mij gedaan opdat de mensen me niet langer verachten”.
Plotseling merken we hier de pijn die zij toch wel ervaren heeft dat zij geen kinderen kon krijgen.
Maar nu is zij – zoals we dat zeggen – in de gloria. 

Mag ik tenslotte nog twee dingen zeggen?
Vooral ook tegen de jongeren.

Want tot nu dacht je misschien: “Nou zeg, het gaat alleen maar over oudere mensen”. Een oude priester, met zijn oude vrouw…
Daarom twee dingen, omdat ik denk dat jullie, net als jullie papa’s en mama’s en opa’s en oma’s en alle andere gemeenteleden die nooit papa of mama zijn geworden, dat jullie wel iets van Zacharias kunnen leren.

Twee dingen, die ik weer kan geven met twee woorden.
Volhouden en toekomstperspectief.

In de eerste plaats dus volhouden. Met een oud woord: volharding. 
Dat je trouw bent en trouw blijft.
Trouw aan God.
Blijven Bijbel lezen en blijven bidden.

Kijk, als je in een klooster zou wonen, dan werd je meegenomen in het ritme van elke dag.
En het ritme van elke dag wordt voor een groot deel bepaald door de gebedstijden. Zevenmaal op een dag komen de monniken samen om te bidden. Het begint al om 04.30 uur met de Metten[vi]. En omdat je dan net wakker bent en het zeker in de winter koud is, zeiden ze “Maak er maar korte metten van”.

En wat er buiten ook gebeurt aan politiek, aan economie. Wat er buiten ook gebeurt aan geweld, het bidden gaat door…

Net als het Bijbellezen en het zingen.
Zullen wij dat ook doen.
De Bijbel open… lezen, aan tafel, ’s morgens, ’s avonds.
Samen bidden?
Blijven zingen?

Het tweede punt was toekomstperspectief.
Ik hoorde ooit een gesprek tussen twee monniken. Een monnik was bang om te sterven. Maar toen zei die andere monnik: “Maar je hebt de dood toch al achter je? Je hebt toch eeuwig leven? Je bent gedoopt. Gestorven en begraven met Christus. En met Hem opgestaan in een nieuw leven. Zelfs de dood die nog komt kan je niet scheiden van de liefde van Christus…”

Ik vond dat heel mooi.
Ontroerend ook wel.
En ik dacht aan een zinnetje die ik vroeger leerde, al begreep ik ‘m niet helemaal: Sterven is erven!
Dat betekent: als ik sterf zal alles erven wat de Heere Jezus voor mij verdiend heeft. Dan zal ik altijd bij Hem zijn.
Dat mag nu al, maar dan is het volkomen. Is het helemaal gaaf.

Daarom leven christenen, geloven altijd met verwachting.

De verwachting ook dat Jezus weer zal komen.
Want dat Koninkrijk komt!
Daarom bidden we ook elke dag: “Uw Koninkrijk kome!”

En als we dat bidden, dan zeggen we ook: “Wilt U onderweg naar dat Koninkrijk nu al de Koning in mijn hart zijn. De Koning van mijn leven”.
Als je dat doet, dat zul je ook het Koninkrijk zoeken en het goede voor elk ander.

Zacharias kreeg plots een engel op bezoek.
God gaf boven ‘bidden en denken’.[vii]
En dat doet Hij vandaag nog!
Hij vervult niet al onze wensen, maar wel Zijn beloften!

En daarom: wij verwachten Hem, omdat Hij komt! 
En we blijven ook na Kerst 2020 in verwachting!

Maranatha, kom Heere Jezus, kom!

Amen.


[i] Hij komt niet omdat wij Hem verwachten, maar wij verwachten Hem omdat Hij komt! (L. Kievit).
[ii] K.H. Miskotte, Bijbels ABC, Utrecht: Kok, 20168, 171.
[iii] Okke Jager, Worden als een kind, Kampen: J.H. Kok, 1954.
Kom haastig!

‘Kom haastig, Jezus!’ bidt de predikant.
‘Ja, Amen,’ zegt een boer, ‘wil spoedig komen!
Maar na de oogst, want van m’n nieuw stuk land
heb ik nog nooit de opbrengst waargenomen.’

‘Ja, Amen,’ zegt Mevrouw, ‘maar mag ik voor
De bontjas die ik gisteren zag hangen
Eerst sparen en hem aandoen, als het Koor
Een avond geeft in ‘Christ’lijke Belangen?’

‘Ja, Amen,’ zegt het kind, maar nu nog niet,
Ik moet nog met vakantie naar de bossen.
Maar ik zal zwaaien, zodat U het ziet,
Als U ons onder schooltijd komt verlossen.’

‘Kom haastig, Jezus!’ bidt de predikant.
‘Maar mag ik eerst die nieuwe lezing lezen,
Die ik gemaakt heb voor het Jeugdverband
Over ‘Gij zult het wel verstaan na dezen’?’

De beden komen in de hemel aan.
De cherubijnen zwijgen, die ze brachten.
En Jezus vraagt: “Kan Ik vandaag al gaan?’
Zijn Vader zucht: ‘Ge moet nog even wachten.’

[iv] Abia was één van de vierentwintig afdelingen die door David in 1 Kron. 24 zijn ingesteld.
[v] Vgl. Daniël 8:15-26 en 9:21. In het apocriefe 1 Henoch uit de 2e eeuw voor Christus wordt hij genoemd “een van de heilige engelen, die aangesteld is over het paradijs, de slangen en de Cherubijnen”. Zie 1 Henoch 20:7 en 8. In 40:9-10 lezen we daar “De eerste is Michaël, de barmhartige en langdurig beproefde: en de tweede, die aangesteld is over alle kwalen en alle verwondingen van de mensenkinderen, is Rafaël: en de derde, die aangesteld is over alle machten, is Gabriël: en de vierde, die is aangesteld over het berouw dat tot hoop leidt voor degenen die eeuwig leven beërven, wordt Fanuël genoemd”. 10 En dezen zijn de vier engelen van de Heer der Geesten en de vier stemmen die ik in die dagen hoorde”. In hoofdstuk 54 wordt hij betrokken bij het gericht: “En Michaël en Gabriël en Rafaël en Fanuël zullen hen gevangen nemen op de grote dag, en hen op die dag in de brandende oven werpen, zodat de Heer der Geesten wraak over hen kan uitoefenen voor hun onrechtvaardigheid, omdat zij zich aan Satan hebben onderworpen en degenen die op aarde verblijven hebben doen afdwalen.” (54:6).
[vi] Daarna om 07:30 uur de Lauden, om 09:00 uur de Terts, om 11:45 uur de Sext, om 14:15 de Noon, om 17:30 uur de Vespers en om 20:30 uur de Completen, waarna de nachtrust begint. Morgen weer om 04.30 de Metten. 
[vii] Efeze 3:14-21. Let op vers 20! 14Om deze reden buig ik mijn knieën voor de Vader van onze Heere Jezus Christus, 15naar Wie elk geslacht in de hemelen en op de aarde genoemd wordt, 16opdat Hij u geeft, naar de rijkdom van Zijn heerlijkheid, met kracht gesterkt te worden door Zijn Geest in de innerlijke mens, 17opdat Christus door het geloof in uw harten woont en u in de liefde geworteld en gefundeerd bent, 18opdat u ten volle zou kunnen begrijpen, met alle heiligen, wat de breedte en lengte en diepte en hoogte is, 19en u de liefde van Christus zou kennen, die de kennis te boven gaat, opdat u vervuld zou worden tot heel de volheid van God.20Hem nu Die bij machte is te doen ver boven alles wat wij bidden of denken, overeenkomstig de kracht die in ons werkzaam is21Hem zij de heerlijkheid in de gemeente, door Christus Jezus, in alle geslachten, tot in alle eeuwigheid. Amen”.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s