Verlossing…

Arent de Gelder, Simeon en Anna loven de kleine Jezus

Preek gehouden op 27 december 2020 in de Dorpskerk van Vreeswijk.

Gemeente van onze Heere Jezus Christus,

Ik zou kunnen zeggen dat het vandaag de derde Kerstdag is.
Maar officieel is de Kerst voorbij.

En nu zou ik kunnen vragen: “Leuke Kerstdagen gehad?”
“Nog visite gehad?”
“Was het gezellig?”

Alhoewel, dat is wel een beetje plat.
Zeker in de kerk.
Op menig Kerstkaart die ik kreeg staat niet “vrolijk Kerstfeest”, maar “Gezegend Kerstfeest”.

En nu kan een gezegend Kerstfeest vrolijk zijn, fijn als het zo is.
Maar een vrolijk Kerstfeest is niet per se een gezegend Kerstfeest.
Het was vooral een sober Kerstfeest, denk ik. En een sober Kerstfeest kan zowel gezegend en vrolijk zijn.

U hebt de diensten met Kerst gevolgd, neem ik aan.

Wellicht de Kinderdienst.
Misschien wel de Kerstnachtdienst.
Maar zeker de dienst op eerste Kerstdag.
Eerste Kerstdag is tenslotte het feest van de hele gemeente.
Eerste Kerstdag, dat is voor ons als gemeente, dé dienst.

De Kindernachtdienst is vooral voor kinderen, al zag ik gelukkig ook papa’s en mama’s en opa’s en oma’s meekijken.
En enthousiast reageren op Facebook. 
Fijn!

De Kerstnachtdienst is vooral voor hen die niet wekelijks in de kerk zitten.

Maar Eerste Kerstdag is het feest van en voor de hele gemeente. Oud en jong.

Maar nu is Kerst voorbij.
De Kerstvakantie niet, maar de Kerst wel.

En dan vraag je je toch af: 
“Wat gebeurt er nu nadat we de geboorte van Christus hebben gevierd?”
“Wat verandert er nu na Kerst?”
“Wat blijft nu hangen van het feest?”

Kijk, weken kun je namelijk naar het Kerstfeest toe leven.
En dan is het na twee dagen toch echt voorbij.

En dan?
De Kerst cd’s gaan terug onder in de kast tot eind december 2021.
De Kerstboom blijft nog even staan, maar gaat straks ook weer weg.
En dan wacht het leven van elke dag weer.

Daarom die vragen.
Want de wereld ziet er nog net zo uit als voor Kerst.
De vluchtelingen op Moria hebben niet allemaal met de Kerst een veilig thuis gekregen.
De klimaat crisis is niet plotseling voorbij.
De corona-maatregelen zijn niet overbodig geworden.
Het is niet zo dat er geen gewapende conflicten meer zijn.
Het is niet zo dat nu niemand meer op of onder de armoedegrens leeft.
Het is niet zo dat het Anthonius Ziekenhuis is een keer leeggelopen is. Iedereen gezond naar huis.

Nee, was het allemaal maar waar…

“Kerst 2020 heeft de wereld niet veranderd”, zegt de cynicus.

Nee, net zo goed als een vaccin tegen het corona virus de wereld ook niet zal veranderen. Dat vaccin zal de oorlogen ook niet doen stoppen en een eind maken aan en vluchtelingen stromen, noch aan de klimaat crisis, noch aan kanker, noch aan ALS en noem alle verschrikkelijke ziekten maar op.

Misschien moet je zeggen dat Kerst 2020 de wereld dan wel niet verandert, maar dat het ons, als gelovigen verandert.

Ons, wij hier in de kerk.

Dat wij, gelovigen, volgelingen van Jezus Christus, vanwege het Kerstfeest anders in het leven staan.
Hoopvol: God ziet naar mensen om. God is in Jezus met ons.
We krijgen moed, en kracht, om het vertrouwen, volgen en verwachten vol te houden.

Daarbij worden wij uitgenodigd en uitgedaagd worden om de verlossing die ons aangezegd en gegeven wordt in Christus, ook werkelijkheid te maken. 

In Filippenzen 2 schrijft Paulus “Blijf u inspannen voor uw redding, en doe dat in diep ontzag voor God”.
In de oude Statenvertaling staat het zo “wercket uwes selfs salichtyt met vreese ende beven”.[i]

Blijkbaar kunnen we als gelovigen nu niet achterover gaan leunen.
Nee, toen het volk Israël verlost was uit de slavernij, kreeg het geboden. Ze waren bevrijd van… en bevrijd tot de dienst aan God en de naaste.

Zo zijn wij bevrijd van de zonde en bevrijd tot de dienst aan God en de naaste. 
Of, zoals een kinderlied het zingt nadat het Licht is verschenen: “Ik mag een lichtje zijn, al ben ik nog maar klein”.
“Zet je lamp niet stiekem onder de tafel neer. Schaam je niet maar wees een lichtje van de Heer”.

Want de roep om verlossing blijft doorgaan. Er moet nog steeds veel gebeden en ook gewerkt worden.

Op de achtste dag is Jezus besneden en heeft Hij toen Zijn Naam gekregen: Jezus, Jeshua, Zaligmaker. 
Precies zoals de engel had gezegd

Nu komen Jozef en Maria in Jeruzalem aan.
Ze zijn van Nazareth naar Bethlehem gegaan en verschijnen nu in Jeruzalem.
In het huis van Vader.

Het is nu 40 dagen na de geboorte van Jezus.
Maria is ook in de tempel voor het gebruikelijke reinigingsritueel.[ii]
De Torah geeft aan dat er bij dat reinigingsritueel een offer dient te worden gebracht.
Als je arm was mochten dat twee tortelduiven zijn[iii]

Jezus wordt als eerstgeboren zoon aan God gewijd.[iv]


Je kind toewijden aan God.
Mooi is dat.
Ik denk dat wij als ouders, al offeren we niet – nou ja onszelf – , hetzelfde willen en bidden voor onze kinderen. 

Ik denk aan de kinderen die in onze gemeente geboren zijn de afgelopen tijd.
Bijvoorbeeld aan Jovita, Maud, Isabella, om maar een paar meisjesnamen te noemen en het gebed van ouders: 
“Neem haar leven, laat het, Heer
toegewijd zijn aan Uw eer.
Maak haar uren en haar tijd
tot Uw lof en dienst bereid”.

In de tempel is een man. Simeon heet hij.
Lukas noemt hem “rechtvaardig en Godvrezend. Hij verwachtte de vertroosting van Israël”.

Hij leefde dus bij de beloften van God.
Bij alles wat God in – wat wij dan het Oude Testament noemen – beloofd had. 
Hij zal geen leesrooster bij Jesaja nodig gehad hebben, denk ik zomaar.
Hij zal de beloften gespeld hebben.

En bij de vertroosting van Israël gedacht hebben aan Jesaja 40: “Troost, troost Mijn volk!”.
Hij zal Jesaja 40 tot en met 66 gelezen en herlezen hebben.
En herlezen. En herlezen. En herlezen. En herlezen.

Daarbij vermeldt Lukas dat de Heilige Geest op hem was.
En Die Heilige Geest had hem in een Goddelijke openbaring duidelijk gemaakt dat hij niet zou sterven voordat hij de Gezalfde van de Heere zou zien.
De Gezalfde, de Messias, dat is de Christus.

Door de Geest gedreven is hij in de tempel. 

Als hij de ouders en het Kind ziet neemt hij Jezus in zijn armen en begint God te loven!

Kerst vieren is Christus vieren. Het Kind in de armen nemen en God loven.

“Nu laat U, Heere, Uw dienstknecht gaan in vrede, volgens Uw woord, want mijn ogen hebben Uw zaligheid gezien, die U bereid hebt voor de ogen van alle volken, een licht om de heidenen te verlichten en om Uw volk Israël te verheerlijken.”

Weer wordt gerefereerd aan Jesaja.[v] 
Ook aan vers 2 van Psalm 98.
“De HEER heeft zijn overwinning bekendgemaakt,
voor de ogen van de volken zijn gerechtigheid onthuld.”
Profeten en Psalmen worden vervuld in Jezus!

O ja?
Ja!
Al moeten je ogen er wel voor open gaan. 
De vervulling is vaak anders dan wij in eerste instantie denken.
Zullen de discipelen niet geregeld in verwarring zijn over het “hoe” van de verlossing?

Horen we aan het eind van het Lukas evangelie niet Emmaüsgangers teleurgesteld zeggen: “Wij leefden in de hoop dat hij degene was die Israël zou bevrijden (verlossen!), maar inmiddels is het de derde dag sinds dit alles gebeurd is”.[vi] 

Jozef en Maria staan verwonderd naar het hele gebeuren te kijken.

En dan zegent Simeon hen.
Legt hen de handen op en zegt tegen Maria:
“Zie, dit Kind is bestemd tot val en opstanding van velen in Israël en tot een teken dat tegengesproken zal worden, – ook door uw eigen ziel zal een zwaard gaan – opdat de overwegingen uit veel harten openbaar worden.”

Het kind Jezus zal verdeeldheid brengen.[vii]

Verdrietig.
Niet iedereen in Israël is zoals Simeon.
Niet iedereen zal Jezus als de Zoon van God herkennen en erkennen.
Toen niet.
Nu niet.

Het Kind zal ook gehaat worden. 
Weggeduwd.
Het Kind zal gekruisigd worden.

Hoeveel pijn zal dat Maria ook niet doen. 
Vandaar dat zwaard door de ziel.

Hoe verschrikkelijk is het je kind te zien lijden…

Tegelijkertijd brengt dat lijden aan het licht wat er in harten leeft.
En wonderlijk “Moest de Christus dit niet lijden en zo in Zijn heerlijkheid ingaan?”.[viii]
De verlossing vindt plaats door Zijn dood.

En dan verschijnt Anna.
Als tweede getuige.[ix] 
Anna spreekt over de verlossing van Jeruzalem. Weer een verwijzing naar Jesaja.[x]

Mooi, twee oude mensen in de tempel.
Net als in menig kerk.
“Grijze duiven” wordt er dan gezegd.

Ja, maar toch goed dat ze er zijn!
En niet afgehaakt zijn.
Dat ze volharden.
Dat ze blijven vertrouwen, blijven verwachten, blijven hopen!
Blijven geloven, blijven liefhebben.

Ook Anna belijd de Jezus als Heere!
Jezus is de Heer! 

Mooi ook dat Anna daarna met anderen over het Kind spreekt.

En ik dacht: Je bent nooit te oud om te evangeliseren!
Ook u niet.
Ook als je oud bent. 

Praat met Jezus.
Praat over Jezus!

Na Kerst vreugde over en vreugde om het Kind!

Aan het begin vroeg ik:
“Wat gebeurt er nu nadat we de geboorte van Christus hebben gevierd?”
“Wat verandert er nu na Kerst?”
“Wat blijft nu hangen van het feest?”

Zullen we Jesaja het antwoord laten geven en ons met Jesaja, Simeon en Anna verheugen?
Een kind is ons geboren,
een zoon is ons gegeven;
de heerschappij rust op zijn schouders.
Wij verheugen ons over het Kind.
Door het Kind, door Zijn Geest, worden wij veranderd!

De Beloofde is gekomen.
Hij is gekomen en zal komen!
Want na de Kerst blijven we in verwachting.
Dat weet u nog wel hè?

Met Kerst aanbaden we het Kind!
En nu, we prijzen Hem.
We luisteren naar Hem.
We volgen Hem.
Praten met Hem.
Praten over Hem.

En we denken aan die woorden van Paulus:

“Blijf u inspannen voor uw redding, en doe dat in diep ontzag voor God”.

Lovend, biddend, werkend.

Amen


[i] In Dordt zouden ze zeggen: “Wij zij geen stokken of blokken”. Vgl. 3/4-16. Doch gelijk de mens door den val niet heeft opgehouden een mens te zijn, begiftigd met verstand en wil, en gelijk de zonde, die het ganse menselijk geslacht heeft doordrongen, de natuur des mensen niet heeft weggenomen, maar verdorven en geestelijker wijze gedood; alzo werkt ook deze Goddelijke genade der wedergeboorte in de mensen niet als in stokken en blokken, en vernietigt den wil en zijn eigenschappen niet, en dwingt dien niet met geweld zijns ondanks, maar maakt hem geestelijk levend, heelt hem, verbetert hem, en buigt hem tegelijk lieflijk en krachtiglijk; alzo dat, waar de wederspannigheid en tegenstand des vleses tevoren ten enenmale de overhand had, daar nu een gewillige en oprechte gehoorzaamheid des Geestes de overhand begint te krijgen; waarin de waarachtige en geestelijke wederoprichting en vrijheid van onzen wil gelegen is. En tenware dat die wonderbaarlijke Werkmeester alles goeds in dezer voege met ons handelde, de mens zou ganselijk geen hoop hebben van uit den val te kunnen opstaan door zijn vrijen wil, waardoor hij zichzelven toen hij nog stond, in het verderf heeft gestort.
[ii] Zie ook Leviticus 12:1-8.
[iii] Vergelijk Leviticus 5:11.
[iv] Zie Exodus 13:2, Numeri 3:13, Nehemia 10:35,36. Vergelijk 1 Samuël 1. Er wordt hier niet gezegd of Maria en Jozef hun eerstgeboren zoon ‘vrijkochten’, zoals Exodus 13:13 vereist.
[v] Zie Jesaja 40:5; 42:6; 49:6; 52:10; eigenlijk ook aan heel Jesaja 40-66.
[vi] Lukas 24:21.
[vii] Lukas 12: 51-53; 20:9-18; zoals het woord van God in het OT al een punt van controversie was. Jesaja 8:14 geciteerd in Lukas 20:17-18; Mattheüs 21:44.
[viii] Lukas 24:26.
[ix] Zie Deuteronomium 19:15 voor het belang van twee getuigen.
[x] Jesaja 52:9.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s