Tranen, troost en loflied (deel 1)

Prent bij Openbaring 4 uit De prentbijbel van Mortier, Historie des Ouden en Nieuwen Testaments, verrykt met meer dan vierhonderd printverbeeldingen uit 1700.

Preek over Johannes 5 gehouden op 31 december 2020 in de Dorpskerk van Vreeswijk-Nieuwegein.

Gemeente van onze Heere Jezus Christus,

Het heeft iets vreemds om ook tijdens de laatste dienst van het jaar 2020 vooral tot een camera te spreken.
Net zo goed als u of jij dacht: “Nou, we zetten de computer, de laptop, of de tablet maar weer aan”.

Misschien begint u eraan te wennen.
Maar waarschijnlijk denkt u, tenminste zo denk ik: “het went nooit. Wat zou ik vanavond graag in de Dorpskerk hebben gezeten om samen als gemeente het jaar af te sluiten”.

En toch.
Het is zoals het is.

Op 15 maart hadden we de eerste online-diensten. Toen nog alleen met geluid. Als een radio-uitzending.
Op 18 maart hadden we de eerste keer “Woord van bemoediging” op woensdagavond.

Je zou bijna denken dat Corona het hele kerkelijk leven heeft bepaald, het afgelopen jaar.
Soms werden de regels wat soepeler, maar daarna werd de riem weer aangehaald.
En nu zitten we weer in een lockdown.
Intelligente lockdown, gedeeltelijke lockdown, harde lockdown.

Lockdown, van het woord alleen al zou je down kunnen worden.
Somber.
Pessimitisch.
Teneer geslagen.

Temeer omdat niemand weet hoelang dit allemaal nog zal duren. 
Er is nationale hoop vanwege het vaccin, maar wat als het allemaal een beetje tegenvalt? 
En hoe zit het met de mutaties van het virus?

Daarbij: komt er een grote financiële crisis?
En wat met de ecologische crisis, de vluchtelingen aan de poort van Europa – weggestopt in tochtige tenten op Griekse eilanden. 

Nou ja, al met al lijkt 2020 een jaar om snel te vergeten.
Of toch niet?

Hoe velen zullen dit jaar, 2020, ook niet herinneren omdat een geliefde overleed. 
Je man.
Je vrouw.
Je vader.
Je moeder.
Opa, oma.
Je kind.

Op eeuwigheidszondag zijn de namen genoemd.

Er werd ook gevierd in 2020. 
Er waren huwelijksjubilea.
Er werd getrouwd. 
Soms zelfs op een boerderij, omdat de ventilatie het mogelijk maakte daar wel te zingen…

Er werd getrouwd, maar ook gescheiden.

Ook 2020 is een jaar van vreugde en verdriet.
Er is gelachen.
Er is gehuild.

We kenden “successen” en “mislukkingen”.
En nu, Oudjaarsavond 2020 zit u weer naar een beeldscherm te kijken.
Kijkend naar een dominee die tegen een camera praat.

Dominees kunnen daar ook somber van worden.

Je preekt, maar je ontvangt weinig directe respons.
Er wordt niet gezegd of uitgestraald: “Goede preek, het helpt me om Jezus te vertrouwen, Jezus te volgen, Jezus te verwachten”.

Er wordt ook niet gezegd of gegaapt: “Ik vind het helemaal niks…”
Vaak blijft het stil.
En dan kan het gaan knagen…

“Doe ik het wel goed genoeg?”
“Word de gemeente wel gebouwd?”
“Valt de gemeente niet uit elkaar?”
Enzovoorts…

Vanavond en morgenochtend luisteren we naar de Openbaring aan Johannes.
De apostel preekt niet tegen een camera.
Nee, keizer Domitianus[i] had tegen Johannes gezegd “Ga jij maar tegen de rotsen preken”.

Johannes is verbannen naar het eiland Patmos, een klein vulkanisch eiland in de Egeïsche Zee, tussen Turkije en Griekenland.

Daar op dat eiland zal Johannes ook wel gedacht hebben:
“Hoe moet het met de gemeenten?”
“Zullen de gemeenten niet uit elkaar vallen?”
“Zullen de gemeenten bestand zijn tegen allerlei dwaalleer?”

“Zal het lukken in de gemeente om te blijven geloven, hopen en liefhebben?”
“Zal het lukken in de gemeente om te blijven vertrouwen op God?”
“Zal het lukken in de gemeente om Jezus te blijven volgen?”
“Zal het lukken in de gemeente om Jezus te blijven verwachten?”

“Zal de gemeente langzaam wegzinken in de alledaagsheid, waardoor de lofzang uiteindelijk verstomt?”
“Zal de gemeente zich blijven verheugen in Jezus?”
“Zullen de gemeenteleden niet terugvallen in ongeloof of goddeloosheid?”


Uitgerekend daar, daar op dat eiland openbaart Zich de Heere Jezus aan Johannes.[ii]
Johannes moet opschrijven wat hij gezien heeft, wat is, en wat hierna geschieden zal.[iii]

Hij krijgt allereerst de opdracht een brief te schrijven aan zeven gemeenten in Klein-Azië, het huidige West-Turkije. 
Zeven brieven worden gedicteerd.
En Johannes moet schrijven!

Schrijf!     
Aan Efeze.[iv] Aan Smyrna.[v] Aan Pergamus.[vi] Aan Thyatira.[vii] Aan Sardis.[viii]Aan Filadelfia.[ix] Aan Laodicea.[x]

En dan gebeurt het. Hoofdstuk 4, dat we niet gelezen hebben, maar wel helemaal bij hoofdstuk 5 hoort. Eén geheel vormt.

Als Johannes de zeven brieven heeft opgetekend ziet hij een deur geopend in de hemel.[xi]

Een deur.[xii]
Een deur die het tijdelijke van het eeuwige, het zichtbare van het onzichtbare scheidt.
Een deur die onze wereld scheidt van de wereld van Gods majesteit.

Een stem als van een bazuin roept hem toe: 
“Kom hier, omhoog, en Ik zal u laten zien wat hierna moet geschieden”.

Het is de stem van de verheerlijkte Christus.

In geestvervoering belandt Johannes in de hemel.
Daar waar God woont.[xiii]

Daar staat Johannes dan. Voor de troon van God in het hemels hof.
De hemelse troonzaal.
Hij ziet de troon, en Iemand Die daarop zit.[xiv]

Johannes staat voor de troon van Hem “Die als enige onsterfelijkheid bezit en een ontoegankelijk licht bewoont”.[xv]

Johannes beschrijft Hem in beelden van edelstenen.

Rondom de troon is een regenboog, of misschien wel beter vertaald: een stralenkrans.
God is licht en zetelt in het licht.

Rondom de troon staan vierentwintig tronen. 
En op die tronen ziet Johannes vierentwintig ouderlingen zitten, bekleed met witte kleren, en met gouden kronen op hun hoofd.[xvi]

Uit de troon komen bliksemstralen, donderslagen en stemmen.[xvii] 

Voor de troon staan zeven vurige fakkels te branden.[xviii]
Daarbij ziet Johannes vóór de troon een glazen zee, als kristal.[xix]

En in het midden van de troon en om de troon heen waren vier dieren, vol ogen van voren en van achteren.
De vier dieren komen geen ogen tekort om de heerlijkheid van God te zien.[xx]
Want behalve zes vleugels heeft elk dier ogen vanbinnen.
Dag en nacht roepen zij: “Heilig, heilig, heilig is de Heere God, de Almachtige, Die was, Die is, en Die komt!”.

Die was, Die is, en Die komt…

De ouderlingen buigen zich neer voor Hem Die op de troon zit.
Ze aanbidden Hem Die leeft in alle eeuwigheid, en werpen hun kronen neer vóór de troon.
“U bent het waard, Heere, te ontvangen de heerlijkheid, de eer en de kracht, want U hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil bestaan zij en zijn zij geschapen”.

De hemelse liturgie!

Als hier in de kerk niet gezongen mag worden, als hier de liturgie onder druk staat… daarboven gaat de liturgie door!

En dan komen we bij Openbaring 5.
1En ik zag in de rechterhand van Hem Die op de troon zat, 
een boekrol, vanbinnen en vanbuiten beschreven, verzegeld met zeven zegels.
2En ik zag een sterke engel, die met luide stem uitriep: Wie is het waard de boekrol te openen en zijn zegels te verbreken?
3Maar er was niemand in de hemel en ook niet op de aarde of onder de aarde die de boekrol kon openen of hem inzien.

Wie is het waard om 2020 te onthullen?
Wie is het waard de geschiedenis te onthullen?
Wie duidt nu alle gebeurtenissen waar wij middenin zitten?

“Wie is het waard de boekrol te openen en zijn zegels te verbreken?”
Bent u het?
Ik?
Jij?
Rutte?
Trump?
Biden?
Bill Gates?
Mark Zuckerberg?

Maar er was niemand in de hemel en ook niet op de aarde of onder de aarde die de boekrol kon openen of hem inzien”.

Is dat erg?

In ieder geval moet Johannes ervan huilen.

Waarom?

Nou, als niemand de zegels verbreekt, dan blijft die boekrol gesloten liggen in de hand van Hem die op de troon zit.
En dat betekent dat de wereldgeschiedenis niet tot haar einde, niet tot haar doel kan komen.
Dan zet brengt niemand de geschiedenis tot een einde.
Dan blijft alles een beetje ronddraaien, zonder dat er werkelijke vooruitgang is. 

Die gemeenten van de hoofdstukken twee en drie, Efeze, Smyrna enzovoorts, blijven wel bestaan. Ze vieren het Avondmaal en zo. 
Ze worden niet weggevaagd, maar ze komen ook niet tot de volkomen glorie. 

Vergelijk het met ons.
Hervormd Vreeswijk heeft een lange geschiedenis.
Er zijn reformaties geweest, maar ook deformaties.
Er is enthousiasme geweest, maar ook vermoeidheid, lusteloosheid.
Er zijn tijden van grote, geestelijke bloei geweest.
Maar vaak zijn die weer op de voet gevolgd door tijden van grauwheid, lauwheid en kilte. 
Er is nooit eens een reformatie voor eeuwig geweest.
Nooit een definitieve totale, blijvende geestelijke doorbraak, zodat heel Vreeswijk hier juichend en jubelend in de kerk zit!

Nee, de gang van de kerk door de geschiedenis is moeizaam.
“Door de nacht van strijd en zorgen…”
Blijft dat nu eeuwig en altijd zo doorgaan?
Of komen we samen eens in de gloria?

Daarom moet Johannes huilen.
Huilen.
Zullen de tranen ooit afgewist worden?

Zullen onze tranen van 2020 ooit afgewist worden?
Ons verdriet over gaan in eeuwige, volkomen blijdschap?
Komt er ooit een einde aan alles wat down maakt?

Wie brengt de geschiedenis tot het einde?
Of blijven we rondcirkelen in een soort eindeloze herhaling van zetten.

En net als je denkt: “Ja, het zal wel zo zijn. Enne 2021 zal wel net als 2020 verlopen.
En 2022 net als 2021.
En 2023 net als 2022.

We modderen maar een beetje aan…
We doen ons best.
Meer kun je niet doen…”

Net op dat moment stapt een ouderling naar voren:

“Huil niet!”. “Stop met huilen”.

Een medebroeder van Johannes, een ouderling, stapt naar voren.[xxi]
Huil niet. Zie, de Leeuw Die uit de stam van Juda is, de Wortel van David, heeft overwonnen om de boekrol te openen en zijn zeven zegels te verbreken”.

“De Leeuw Die uit de stam van Juda is”.[xxii]

Jezus Christus is de Leeuw. 
Ja niet één die met geweld zichzelf een weg baant in deze wereld. 
Dreigend en verscheurend.
Geen briesende of brullende leeuw.[xxiii]

Jezus is Leeuw, omdat Hij Lam was.
Zich als een Lam liet slachten.[xxiv]

de Wortel van David heeft overwonnen om de boekrol te openen en zijn zeven zegels te verbreken.

Jezus, de Gekruisigde, is Overwinnaar.

Hij krijgt de bevoegdheid de zegels te openen.
Hij heeft de macht om de dingen in gang te zetten die moeten gebeuren en zo de geschiedenis naar het einde, naar haar doel te brengen.
Jezus, de Leeuw, Die ook het Lam is!

Jezus Die gezegd heeft:
“Mij is gegeven, alle macht in hemel en op aarde”.

En die gezegd heeft:
“Ik ben met u al de dagen, tot de voleinding van de wereld.”[xxv]

Hij was erbij in 2020.
En Hij zal erbij zijn in 2021.

Hij leidt de geschiedenis.
Hij heeft macht over de geschiedenis.
Zijn Koninkrijk komt!

In de verwachting van Zijn komst sluiten we 2020 af.
Leggen het jaar in Zijn handen.

Alles wat ons verdrietig maakte.
Alles wat ons blij maakte.

En we roepen: Maranatha, Kom Jezus kom!
En prijzen Zijn Naam:

“U bent het waard om de boekrol te nemen en zijn zegels te openen, want U bent geslacht en hebt ons voor God gekocht met Uw bloed, uit elke stam, taal, volk en natie. En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde”.

Amen.


[i] Zie bijvoorbeeld https://nl.wikipedia.org/wiki/Titus_Flavius_Domitianus, d.d. 2020-12-30. Als alles doorgaat is vanaf de herfstvakantie 2021 dit wellicht een aanrader: https://www.rmo.nl/tentoonstellingen/tijdelijke-tentoonstellingen/keizer-domitianus/,  d.d. 2020-12-30.
[ii] Vgl. Openbaring 1:1. Daarom spreken we ook niet van de openbaring van Johannes, maar van de openbaring aan Johannes. Het is de openbaring van Jezus Christus.
[iii] Zie Openbaring 1:19.
[iv] Openbaring 2:1-7.
[v] Openbaring 2:8-11.
[vi] Openbaring 2:12-17.
[vii] Openbaring 2:18-29.
[viii] Openbaring 3:1-6.
[ix] Openbaring 3:7-13.
[x] Openbaring 3:14-22.
[xi] Openbaring 4:1. Vgl. Gen. 28:17; Ez. 1:1; Hand. 7:56 en 10:11.
[xii] Vgl. Openbaring 3:8 en 3:20.
[xiii] Het deed me denken aan Jesaja 6. Het roepingsvisioen. Zie ook https://glismeijer.com/2020/10/18/beschikbaar/, d.d. 2020-12-30. Er zijn wel opvallende verschillen! Zo is het visioen van Jesaja vol van engelen. Engelen die “heilig, heilig” zingen. In Openbaring 4 is echter geen sprake van engelen. Er wordt wel “heilig, heilig” gezongen, maar niet door engelen.  Een tweede verschil is dat Jesaja als hij de hemel betreedt direct zijn zijn nietigheid, zijn zondigheid beseft, de onreinheid van zijn lippen. Hij roept het dan ook uit “Wee mij, want ik verga!”. Johannes roept dat niet! Nee, hij is binnengebracht door Jezus Zelf. En waar Jezus is, is geen sprake meer van angst. Daarbij, heeft Johannes niet het burgerrecht van de hemel? (Fil. 3:20).
[xiv] Vgl. ook Ez. 1:26; ook boven genoemde Jes. 6:1 en 1 Kon. 22:19, Ps. 11:4; 47:9; 93:2; 103:29 en Dan. 7:29.
[xv] 1 Tim. 6:16.
[xvi] Openbaring 4:4. Volgens de meeste uitleggers vertegenwoordigen zij de Kerk van alle eeuwen. Dus zowel de Kerk van het Oude als van het Nieuwe Verbond. Voor andere opties, zie H.R. Van de Kamp, Openbaring. Profetie vanaf Patmos, Kampen: Kok, 20083, 165-169.
[xvii] Vgl. Ex. 19:6 en Ez. 1:13. Ze wijzen ook vooruit naar de komende oordelen.
[xviii] Vgl. Zach. 4:2. Dit zijn de zeven Geesten van God, die staan voor de ene Geest met Zijn volheid aan werken. Er zit ook iets in van “afstand houden”, vgl. Ex. 20:16; God is een verterend vuur.
[xix] J.H. Bavinck, En voort wentelen de eeuwen. Gedachten over de Openbaring van (sic) Johannes, Ede: Zomer & Keuning Boeken B.V., 19848, schrijft op pagina 90: “Die hemeloceaan is in zekere zin de pendant van de aardse oceaan. Alleen maar, terwijl die aardse oceaan in de Bijbel voortdurend het zinnebeeld is van al de demonische machten, die deze gevloekte wereld beheersen, is de hemelse oceaan juist het tegendeel. Die aardse zee is vol dreiging, vol satanische krachten, daaruit stijgen de monsters op die de wereld onveilig maken en het heiligdom des Heren verwoesten willen. Zo heeft Daniël het reeds gezien, en zo ziet het straks ook Johannes (zie 13:1). Die aardse oceaan is dus het zinnebeeld of de concentratie van alle tegen God en Zijn Rijk gekeerde krachten. De hemelse oceaan daarentegen is het zinnebeeld van de ontzaglijke verhevenheid Gods. Daarin weerspiegelt zich Zijn trouw en Zijn majesteit. Rimpelloos, roerloos, strekt ze zich voor het oog van Johannes uit, “kristal gelijk”. Geen monsterlijke gedrochten zijn in haar verborgen, zij draagt niet in haar schoot de krachten van verwoesting en verderf. In haar transparante klaarheid weerspiegelt zich het aangezicht van de Eeuwige.”.
[xx] Het eerste dier lijkt op een leeuw. Het tweede dier lijkt op een kalf. Het derde dier heeft het gezicht als van een mens. Het vierde dier lijkt op een vliegende arend.
[xxi] De gemeenschap der heiligen is dus ook met de gemeente boven!
[xxii] Vgl. Gen. 49:9.
[xxiii] Vgl. 1 Pet. 5:8.
[xxiv] Jes. 53:7.
[xxv] Mat. 28:20.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s