
Preek leerdienst Zondag 43 gehouden op 17 januari 2021 in de Dorpskerk van Vreeswijk-Nieuwegein. Gelezen Bijbelgedeelten Ex. 23:1-3,6-9 en Jakobus 3:1-12.
Gemeente van onze Heere Jezus Christus,
Boven de preek heb ik geschreven 1 1 2.
Nu is 1 1 2 het alarmnummer dat je belt bij ongevallen, je ziet een ongeluk en je belt gelijk 112. Er moet een ambulance komen of zo.
Vanavond verwijst 112 echter naar vraag en antwoord 112 van de Heidelbergse Catechismus.
En mij viel op dat het antwoord van 112 wel alles met een alarm te maken heeft.
Denk erom, lazen we, dat we alle vormen van liegen en bedriegen moeten vermijden, tenzij wij de zware toorn van God op ons willen laden.
Dat klinkt nogal heftig.
En dat is het ook.
De Spreukendichter zegt daarom:
“Valse lippen zijn voor de HEERE een gruwel, maar wie betrouwbaar handelen, zijn Hem welgevallig”.[i]
Liegen wordt namelijk verbonden met het werk van de duivel.
Dat is “vader van de leugen”.[ii]
En in die “vader van de leugen” is geen waarheid!
Waarheid staat tegenover leugen.
Zoals God tegenover satan staat.
Ik denk dat als het gaat om liegen, dat wij dat niet zo door hebben.[iii]
Dat wij die scheiding tussen waarheid en leugen niet zo sterk trekken.
Jezus Zelf doet dat wel. Hij maakt strikte scheiding.
Wij hebben het Bijbelgedeelte niet gelezen, maar u zou vanavond Johannes 8:30-59 eens moeten lezen, waar Jezus in het gesprek met de Farizeeën zegt: “U bent uit uw vader de duivel”. Waarom?
Omdat ze niet in Jezus als de van God gezonden Messias geloven.
Jezus zet de boel op scherp, door te zeggen: “Of je gelooft in Mij, dat ik door God gezonden ben” of je bent uit de “vader van de leugen”.
Het is van tweeën één.
Of je bent verbonden met de Waarheid Jezus, of met de vader van de leugen.
Daarom zegt Jakobus, de broer (of beter halfbroer) van de Heere Jezus:
“Laat soms een bron uit dezelfde ader zoet en bitter water opwellen?
Kan ook, mijn broeders, een vijgenboom olijven voortbrengen, of een wijnstok vijgen?
Net zo goed kan een bron zout én zoet water voortbrengen.”[iv]
Het antwoord is natuurlijk: “Nee!”.
En dat betekent dat wanneer iemand verbonden is met Jezus, die de Waarheid is, niet in en met de leugen kan leven.
Die liegt dus niet.
Die verdraait iemands woorden dus niet.
Die roddelt niet.
Die spreekt geen kwaad van een ander.
Die zal niet iemand zomaar veroordelen of laten veroordelen, zonder die persoon zelf te spreken.
Die zal in de rechtszaal en in alle andere situaties de waarheid liefhebben.
Die zal oprecht de waarheid spreken en ervoor uitkomen.
Die zal zoveel mogelijk de eer en reputatie van zijn naaste verdedigen en positief bevorderen.
Zo zegt antwoord 112 van de Heidelberger het.
En volgens mij is er geen speld tussen te krijgen.
Heeft de catchismus ongelijk?
Wordt hier overdreven?
“Ah”, denkt iemand, “nu snap ik 1 1 2”.
Want er gaan nu toch wel alarmbelletjes rinkelen.
Laat ik er vier noemen.
Alarmbelletje 1: Hoe vaak lieg ik?
Hoe vaak spreek ik bewust onwaarheid?
Aan de Efeziërs schrijft Paulus:
“Leg daarom de leugen af en spreek de waarheid, ieder tegen zijn naaste; wij zijn immers leden van elkaar”.[v]
Blijkbaar vond hij het nodig om dat te schrijven.
We liegen dus niet tegen elkaar.
Alarmbelletje 2: Elkaars woorden verdraaien
Hoe vaak verdraai ik iemands woorden?
Hoe vaak geef ik wat iemand zei, net iets anders, net iets smeuïger weer. Vaak in het voordeel van mezelf?
Zoals ik ooit hoorde dat jaren terug een ouderling op catechisatie gezegd had “Ik kan me voorstellen dat iemand voor zijn werk internet gebruikt”. Hij behoorde namelijk tot een kerkverband dat tegen het gebruik van internet was, de oudgereformeerde gemeente. Maar het kind zei thuis: “Van ouderling Jansen (fictieve naam!) mag je gewoon internet hebben, het slaat echt nergens op hoor dat wij geen internet hebben”.
Ouders boos: “Dat een ambtdrager in ons kerkgenootschap dat zegt… Het moet niet gekker worden” en die begonnen direct te bellen.
Alarmbelletje 3: roddelen
Hoe vaak roddel ik eigenlijk zelf?
Roddelbladen verkopen goed. De Privé, de Story.
De rubriek “Achterklap” van Nu.nl wordt best goed gelezen.
Op de een of andere manier heeft dat toch aantrekkingskracht.
Al was het alleen maar om even te lezen over de poging tot inbraak bij Georgina Verbaan.
Of om te kijken wie nou weer uit elkaar zijn en in wiens armen zij nu de troost vinden.
Maar dat doen we in de kerk toch niet? Roddelen?
“Heb je het al gehoord? Erg hè…”
Het viel me tijdens een verjaardag zo maar op, hoeveel wij ons daar schuldig aan maken.
“Oh, die en die zijn ook gescheiden. Erg he. Nou, het leek zo’n leuk stel. En die kinderen. Och, och”.
En dan zegt iemand die niet goed oplette:
“Wie zijn er gescheiden…?” en toen kwam het hele verhaal opnieuw.
Maar niemand die even belde “Joh, hoe gaat het met jullie. Kan ik iets voor jullie doen?” of zo.
Of “Och, de dominee is homo. Ja, zijn vrouw is weg. Zal hij wel dominee blijven…?”.
“Vertel, vertel…”
Maar niemand nam contact met de man op om te vragen hoe het ging.
Roddel kan ook heel vroom gebracht worden: “Ja, ik wist het al een tijdje, maar ik dacht, ik zeg maar niks, want het is zo erg. Maar weet je…”
“Ik zeg het je in vertrouwen hoor. Hang maar niet aan de grote klok… Maar weet je…”
Alarmbelletje 4: Kwaadspreken van een ander
Uitglijders van anderen breed uitmeten.
Zijn gebreken en fouten breed uitmeten.
“Heb je het gehoord? De dominee heeft een vrouw bezwangerd. En het is niet eens zijn eigen…”
De lokale krant en het AD doken erboven op.
En ik denk dat christelijk Nederland ook zit te smullen bij dat soort verhalen.
Ik weet nog hoe ik genoot van de verhalen over dominee Zelle van Maarten ’t Hart.
Hoe hij kon drinken als een bootwerker, maar was een keer dronken gevoerd. Dronken hangend aan een lantaarnpaal zong hij luidkeels liederen.
Dat soort verhalen doen het goed, tenminste bij mij dan.
Of toen hij op de racefiets van Maassluis helemaal naar Katendrecht fietste.
En hoe een ouderling een brommertje kocht, om de dominee te kunnen bespioneren.
Dominee fietsen, ouderling er op 100, 200 meter erachteraan.
Dominee ging naar Katendrecht om daar naar eigen zeggen te evangeliseren.
Maar Maarten en de kerkenraad wisten wel beter.
En ik als lezer ook…
Prachtige verhalen vond ik dat.
Maar het is natuurlijk wel kwaadsprekerij.
Nou ja, zo maar wat voorbeelden.
U kent er ongetwijfeld nog heel veel meer.
En het gebeurt allemaal met een heel klein lichaamsdeel: de tong!
Al vanaf het begin van de Bijbel zit het venijn niet in de staart, maar in de kop. Nauwkeuriger: in de tong!
De gespleten tong van de slang.
“De tong: als een klein vuurtje dat een grote hoop aansteekt.
De tong: geen mens kan haar temmen.
Ze is een niet te bedwingen kwaad, vol dodelijk vergif.
Met onze tong loven wij God en de Vader, maar met dezelfde tong vervloeken wij de mensen, die naar de gelijkenis van God gemaakt zijn.
Dankzij onze tong komt uit een en dezelfde mond zegen en vervloeking voort” schrijft Jakobus.
Om eraan toe te voegen:
“Dit behoort niet zo te zijn, mijn broeders en zusters”.
Hoe behoort het dan wel?
Nou, ook daarover lazen we in antwoord 112
In de rechtszaal en in alle andere situaties de waarheid liefhebben.
Oprecht de waarheid spreken en ervoor uitkomen.
Zoveel mogelijk de eer en reputatie van de naaste verdedigen en positief bevorderen.
Dat laatste, als wij ons daarop nou eens zouden toeleggen.
Zoveel mogelijk de eer en reputatie van de naaste verdedigen en positief bevorderen.
Dus positief spreken over een ander.
Niet meedoen als er negatief over iemand gesproken wordt, maar er iets van zeggen.
Ik weet nog hoe wij het op vrijdagmiddag op school een keer over een collega hadden, die bepaald niet de meest populaire docent was.
En we praten daar wat over door, totdat een collega zei – een echte Ger-Gemmer: “Je moet de eer en het goed gerucht van je naaste bevorderen”.
Ik voelde me betrapt, want hij ik voelde en wist dat hij gelijk had: “Dat doe ik dus helemaal niet …”
En dat is dus niet goed.
Iets om me van te bekeren.
Concreet vergeving vragen aan God en aan de ander en het gesprek met die collega aangaan over wie ik negatief sprak.
Juist ook dat.
Wij mensen hebben de neiging meer over dan met elkaar te spreken.
Dat kan ook in WhatsApp groepen.
Dat je met elkaar over een ander oordeelt.
Met WhatsApp berichtjes kun je wat dat betreft ook een vuur ontsteken.
Ook daarin kun je de gemeente geweldig beschadigen met negatief gepraat of gemopper.
Als ik elke week na de dienst in een WhatsApp groepje schrijf “Nou, het was weer niks. Ben ik daarvoor m’n bed uitgekomen”. Of “De zang was weer niet om aan te horen”.
Of “Die preek was weer zo saai en oubollig” dan stimuleer ik het gemeente werk niet. De zaak van Christus dus ook niet.
Nee, dan kun je beter contact opnemen met deze of gene en er over doorpraten.
Ik zei het al: Wij praten makkelijker over elkaar dan met elkaar.
Bij ons is het “met elkaar” meestal met gelijkgestemden. Mensen die ongeveer hetzelfde denken en vinden.
Dus ook mensen die het al snel met je eens zijn.
In de gemeente van Christus is dat anders.
Daar zijn we en daar worden we als heel verschillende mensen aan elkaar gegeven.
Om samen Jezus te volgen.
Om samen onze tong te gebruiken om Hem te loven.
Om samen onze tong te gebruiken om tot Hem te bidden.
Jakobus begon zijn hoofdstuk met te zeggen:
“Want wij struikelen allen in veel opzichten.
Als iemand in woorden niet struikelt, is hij een volmaakt man”.
Of een volmaakte vrouw.
112
1 1 2
Misschien juist nu wel meer dan anders.
Hoeveel ellende krijgen we via de sociale media niet voor de kiezen.
Ook Twitter berichten kunnen geweldige vuren ontketenen.
Trouwens ook positief.
Maar ik meen vooral ook negatief.
Al dat geoordeel, al dat gekakel.
Al die zure reacties.
Kijk naar Amerika.
Op een gegeven moment weet je toch niet meer wie je moet geloven?
Er wordt aan alle kanten geframed en gemanipuleerd.
Soms denk ik daarom dat we ons maar als Amish helemaal af moeten scheiden van de wereld.
Ergens op de Veluwe of zo. Met een groot hek erom heen.
Geen wifi, geen internet.
Of allemaal maar in een klooster moeten gaan en ons afscheiden van de wereld.
Maar ja, dat is ook weer zo wat.
Bovendien zal ook bij de Amish en in het klooster het negende gebod wel eens overtreden worden, denk ik zo.
Nee, wat wij wel kunnen doen is de wereld te verbeteren door onszelf te verbeteren.
Dat wil zeggen: ons telkens weer overgeven aan de Waarheid: Jezus Christus.
Wie met Hem verbonden is kan toch niet leven in de leugen?
Die zal toch de waarheid liefhebben?
Die zal wel eens zondigen met de tong, maar dat dan toch ook weer belijden.
En opnieuw beginnen.
En voornemen: “Niet meer doen…”
En die zal de geestelijke wapenrusting aan doen, die hem aangereikt wordt.[vi]
Om weerstand te bieden tegen het kwaad.
Om in deze wereld stand te houden.
“Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten.”
Daarom is het slotwoord aan Paulus “Houd dan stand, uw middel omgord met de waarheid…”[vii]
Amen.
[i] Spreuken 12:22.
[ii] Joh. 8:44.
[iii] Vandaar die vraag en antwoord van Kohlbrugge op het weekbericht: “Vr. Wat hebt gij nog meer van dit gebod te zeggen? Antw. Dat er geen gebod is, hetwelk meer door ons overtreden wordt, vooral in gezelschap, zonder dat wij er acht op geven, hoe wij zelven door dit gebod veroordeeld worden”.
[iv] Vgl. Jak. 3:11 en 12.
[v] Ef. 4:25.
[vi] Ef. 6:10-20.
[vii] Ef. 6:14.