Maggie

Preek gehouden op 7 februari 2021 voor Hervormd Vreeswijk naar aanleiding van Markus 2:23-28, online uitgezonden.

Gemeente van onze Heere Jezus Christus,

Boven de preek heb ik gezet “Maggie”.
Sommige mensen dachten misschien direct aan Maggi, als merknaam.
Vroeger stond bij ons zo’n Maggi flesje op tafel. Dan kon je een beetje maggi in je soep doen. Dat gaf extra smaak.
Ik zag trouwens dat je ook Maggi-kruiden in zakjes hebt en Maggi sausjes, maar daar wilde ik het vanavond niet over hebben.

Wel over “Maggie” met een e erachter.
En wel omdat heel veel vragen van jongens bij mij op school vroeger begonnen met “Maggie”.

Kijk, die jongens vroegen: “Maggie, mag je, maggie naar hardcore-muziek luisteren?”
“Maggie, mag je, naar tentfeesten en de Snollebollekes?”

“Wat maggie, wat mag je qua seks nou wel voor het huwelijk doen?”.
Dat soort vragen.
De jongens konden daar echt mee zitten. 
Niet allemaal, sommigen zaten nergens mee, maar goed.

Dat soort “maggie”-vragen heb ik in de gemeente nog niet veel gehad.
Maar toch speelt die “Maggie-vraag” wel een rol.
Bijvoorbeeld als het gaat om de euthanasie-verklaring.
“Mag je organen weggeven? Hoe gaan we om met de donorwet.”
Of als het gaat om de zondag: “Maggie op zondag varen?”.

Een oud schipper vertelde me hoe schippers vroeger met elkaar de zondag vierden.
Die dag werd er uitgerust. Met meerdere schippers een dienst gehouden, daarna was er tijd met het gezin. In ieder geval werd er op zondag niet gevaren.

Uitvaren op zondagavond, was er voor de meesten ook niet bij.
Wie de volgende dag toch ergens vroeg moest wezen, vertrok om twaalf uur. Of ’s ochtends heel vroeg.
Nou ja, alleen als het echt, echt, echt niet anders kon, begon je toch op zondagavond te varen, maar een beetje vervelend voelde dat toch wel. Alsof je toch een beetje zondigde.

Nu, zoveel jaren later, zijn de schepen groter geworden. En de druk om 7 dagen per week 24 uur per dag door te varen is veel groter geworden.
En dus krijg je de vraag: “Maggie varen op zondag?” Of “Mag ik een buitenlander matroos voor mij laten varen?”

Vandaar “Maggie”, “mag je”.

Als het gaat om de zondagsrust, is er veel veranderd in onze maatschappij.
In de tijd dat ik militaire dienst zat, hoorde ik van jongens die op zaterdagavond al in de kazerne aankwamen, om ’s maandags op tijd op het appel te zijn. Op zondag mochten ze namelijk niet reizen. En daarom zorgden zij er dus voor, om op zondag niet te hoeven reizen, dat ze er op zaterdagavond al binnen waren.

Nog langer geleden bleven ook dominees ergens slapen als ze op zondag in een vreemde plaats moesten preken. Ze wilden niet op zondag “door het vierde gebod heen rijden”. Dus zorgden dat ze zaterdagavond aankwamen. Sliepen bij een gastgezin, preekten op zondag twee keer en vertrokken op maandag weer.

Nou, dat is wel echt allemaal wel voorbij.
In het openbare leven is de zondag een soort tweede zaterdag geworden.
Niet een tweede sabbat, maar een tweede zaterdag.
Er is nog wel een klein verschilt Zo zag ik dat op City-Plaza de winkels op zondag pas om 12.00 uur opengaan.
“Maggie, mag je op zondag winkelen?”.

Het zondagse ijsje was ook zo’n discussie punt.
“Maggie op zondag een ijsje kopen bij Luigi?”
Ik weet van sommige ouders, dat ze dat ook nu nog beslist niet zullen doen.
Ongetwijfeld zijn er ook anderen die zeggen: “Nou als het 30 graden is en ik ben lekker aan het wandelen, wat is er op tegen?”

Onze jongeren kunnen zich niets meer voorstellen bij het feit dat in 2002 de toenmalige lijsttrekker van de Christen Unie, Kars Veling, af moest treden, omdat hij iets gezegd had over het kopen van ijsjes op zondag.
Hij had namelijk gezegd dat we elkaar daarin “Niet te veel de maat moeten nemen”. 
Maar die opmerking viel verkeerd. Het werd gezien als het symbool van de verschuiving in de gereformeerde zondagsbesteding.

“Maggie”.
Ik heb een paar voorbeelden genoemd, maar u kunt er waarschijnlijk wel tientallen bij bedenken.

En er is ook ontzettend veel ruzie over “maggie” kwesties geweest. Woordenwisselingen.
In gezinnen. “Ik mag ook niks…”

Gisteren was er iemand bij de Open Kerk en die zei “De zondag was een verschrikkelijke dag. We mochten niks…”

Dat is toch wel verdrietig.
Zondag zou toch de mooiste dag van de week moeten zijn.
Sterker: Zondag is de mooiste dag van de week!
Het is toch de dag dat we vieren dat Jezus opstand uit de dood!
Elke zondag vieren we Pasen: Jezus leeft!
De schuld is verzoend en de Toekomst opengebroken.

Maar helaas wordt dat dus niet altijd zo beleefd.
Staat niet de vreugde voorop, maar de “Maggie discussie”.

Niet alleen in gezinnen.
Ook in de kerk.

De tekst waarmee we de dienst mee begonnen
“23Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen bouwen op” komt uit de eerste Korinthe brief. Daar was onenigheid ontstaan over de vraag of je vlees mocht eten dat aan afgoden geofferd was. “Maggie vlees eten…”

Er is in de kerk ook ruzie gemaakt over de vraag of de mannen besneden moesten zijn, om echt bij het volk van God te horen.
Of, of je kosjer moest eten.

Vanavond horen we over een conflict over het plukken van aren op de sabbat.
Ook zo’n verhaal waarvan je denkt: “Gaan we weer met de maggie discussie. Wat zeuren de Farizeeërs toch. Wat een muggenzifters”.

Ja, dat was ook mijn eerste reactie.
Maar pas op!
Want er is meer aan de hand!

Want waar wij denken “muggenzifters”, hebben die Farizeeërs een punt. Namelijk het gebod van onze God.
Het gebod van Vader.

Misschien weet u nog – vast wel – die preek over de woestijnreis. Over het “manna”.[i] 
Elke dag mocht een Israëliet manna verzamelen voor één dag.
Mozes verbood om iets te bewaren voor de volgende dag. Zo van “Ik houd wat over, dan heb ik morgen zeker wat”. 
Maar wie dat deed ontdekte dat wat bewaard was stonk en vol wormen zat.[ii] 
Het volk moest leren zich dag aan dag aan Gods zorg toe te vertrouwen.

Op de zesde dag moesten ze wel een dubbele portie verzamelen. Mozes zei: “De HEER heeft dit zo bepaald. Morgen is het een dag van rust, een heilige sabbat ter ere van de HEER. Bak of kook daarom wat u wilt klaarmaken, en bewaar wat er overblijft tot morgen.” 
Dus op de sabbat werd niet gebakken of gekookt. Het eten voor de sabbat werd op vrijdag voorbereid voor de aanvang van de sabbat. 
En toen bleek op sabbat dat er geen wormen in zaten en het niet stonk.

Veertig jaar lang hebben de Israëlieten in de woestijn manna gegeten. En veertig jaar lang, maakten ze het eten voor de sabbat in de uren voordat de sabbat begon. 
Ook vandaag hebben Joodse vrouwen het druk op vrijdag voor de sabbat begint. Al het eten voor de sabbat wordt op vrijdag klaar gemaakt.

En let op!
De geschiedenis van het “manna” staat in Exodus 16, dus voordat de wet gegeven wordt op de Sinaï, die we vaak op zondag lezen. “Gedenk de sabbatdag, dat u die heiligt”.
Dus voordat God het sabbatsgebod in de Tien geboden geeft, heeft het volk al praktijkonderwijs van God gekregen.

We lazen ook Exodus 35 waar staat: 2Zes dagen kan daaraan gewerkt worden, maar de zevende dag, de sabbat, moet een dag van volstrekte rust zijn, gewijd aan de HEER. Iedereen die dan werkt moet ter dood gebracht worden. 3Niemand van u mag op sabbat een vuur aansteken, waar hij ook woont.”

Het gebod dat niemand op de sabbat een vuur aan mag steken, wordt nog steeds in praktijk gebracht.
Orthodoxe Joden hebben daarom een tijdschakelaar, waardoor het licht automatisch aangaat.

Maar u hoorde, denk ik vooral wat in vers 2 staat.
“Iedereen die dan werkt moet ter dood gebracht worden”.
De doodstraf voor iemand die werkt op de sabbat.
“Dat is wel erg streng”, denken wij dan.

Ik dacht daarbij direct ook aan de aanklacht tegen Jezus uit Johannes 19: “Wij hebben een wet en volgens onze wet moet Hij sterven”.[iii]
De aanklacht in Johannes 19 gaat dan verder: “want Hij heeft Zichzelf Gods Zoon gemaakt”.

Nou, dat is Markus 2 al aan de hand.
In het voorafgaande kunt u lezen hoe Jezus tegen een verlamde zegt “Zoon, uw zonden zijn u vergeven”.[iv]
“Oei” dachten sommige Schriftgeleerden, “dat is Godslastering”. Wie kan zonden vergeven dan God alleen?”.
Jezus maakt Zich aan God gelijk.

En vanaf dat moment is Jezus verdacht.
Er worden vragen gesteld:
“Waarom vasten Zijn discipelen niet?”[v]
En nu dus de sabbat.[vi]

Tenminste, dat dacht ik.
Maar let er op dat het niet zo zeer gaat om een “sabbatsconflict”, “wat maggie wel en wat maggie niet”, maar om de vraag wie Jezus is. Het is eigenlijk een conflict om Jezus, een conflict dat plaats vindt op de sabbat.

Goed, de tekst:
23En het gebeurde dat Hij op een sabbat door de korenvelden ging; en Zijn discipelen begonnen onder het lopen aren te plukken.

Jezus en Zijn discipelen lopen door het korenveld.
Blijkbaar zijn ze op reis van de ene naar een andere stad. Maar ze nemen niet de gewone weg die door dorpen heen gaan. Als ze dat zouden doen, dan zouden ze het rustgebied van een plaats niet meer mogen verlaten.

Jezus doet Zijn werk in opdracht van Vader.
Overal moet Hij preken: “De tijd is vervuld en het Koninkrijk van God is nabijgekomen; bekeer u en geloof het Evangelie”.[vii]

Op de paadjes door de korenvelden zien de discipelen de aren voor hun voeten liggen en die pakken ze op.
Ze risten de korrels eruit en eten ze op.

Plots zijn daar enkele Farizeeën: “Zeg, waarom doen zij op de sabbat iets wat niet geoorloofd is?”
Ze spreken Jezus aan op het gedrag van Zijn discipelen.

Waarom doen zij iets wat niet mag?

Hij wordt dus verantwoordelijk gehouden voor het gedrag van de discipelen.
Die discipelen bereiden – zij het heel primitief – zichzelf een maaltijd.
En dat was verboden.[viii]

Jezus ontkent dat echter niet.
Het gaat in deze geschiedenis, ik zeg het nogmaals niet om starre Farizeeën en een liberale Jezus.[ix] 
Dat wordt wel vaak gedacht.
Net zo goed als gedacht wordt “In het Oude Testament is God heel streng, en in het Nieuwe Testament mag alles. Daar is God lief”.
Alsof de God van het Oude Testament anders zou zijn dan de God van het Nieuwe Testament.

Nee.
Jezus verwijt de Farizeeën dan ook geen muggezifterij.
Jezus stelt de vraag of die wet ook voor Hem, voor Zijn taak van toepassing is.
Wat in het algemeen geldt, geldt niet als er zich iets bijzonders voordoet.

Dat is trouwens bij ons ook zo.
Als ik een hartinfarct krijg, is het niet zo dat wanneer mijn vrouw dan naar 112 belt, dat de mensen daar zeggen: “Na twaalf uur is de zondag voorbij, dan bent u de eerste”.
De werken van barmhartigheid gaan op zondag door.

De werken van noodzakelijkheid ook. De politie doet gewoon haar werk op zondag. 

Hier in de geschiedenis van Markus 2 doet zich iets bijzonders voor.

Wat dan?
Nou, Jezus vergelijkt Zich met koning David, omdat Hij in dienst van de Koning, God Zelf, moet reizen, omdat Hij een hogere opdracht heeft.

Daarom verhaalt Hij over David die ooit toen hij in nood verkeerde van de toonbroden at. Dat deed David niet elke week!
Maar de nood brak de wet.
En dat is nu ook aan de hand.

Daarbij zegt Hij: “De sabbat is gemaakt ter wille van de mens, niet de mens ter wille van de sabbat”.

Daar zouden de Farizeeën “Amen” op kunnen zeggen.
Nadat Adam en Eva geschapen werden, rustte God van Zijn werken.
Het leven van Adam en Eva, geschapen op de zesde dag, begon met de zevende dag, met de sabbat, zou je kunnen zeggen.

Maar het tweede:
“De Zoon des mensen is Heere, óók van de sabbat”, dat roept tegenspraak op. Of in ieder geval vragen.

Is Jezus Heer?
Ook van de sabbat?

Nogmaals, het gaat in deze geschiedenis dus vooral om hoe men tegen Jezus en Zijn werk aankijkt.
Is Hij de van God gezondene, of niet?

Vanwege de hoogheid van David, aten destijds zij die bij David waren van de toonbroden.
Nu eten de discipelen op de sabbat, vanwege de dienst die Jezus van Godswege heeft te vervullen.

Daarbij is de wet aan de Wetgever onderworpen.
“Ik en de Wetgever”, zegt Jezus, als Heer van de sabbat, “zijn één”.

Ik ben Heer, ook van de sabbat.

En dat is volgens mij de kern van alle “maggie discussies”.

Wij voeren vaak verkeerde discussies.
Daarbij zijn er rekkelijken en preciezen.[x]
Maar de kern is: “Is Jezus Heer, of niet!”
Is Hij de Baas, van mijn doen en laten, op zondag, op maandag, op dinsdag, enzovoorts?

De eerste christenen die vierden de sabbat.[xi]
En ze vierden de zondag.[xii]

In alle vroegte kwamen ze samen om samen als gemeente te vieren dat Jezus op stond uit de doden!
Dat de schuld verzoend was!
De Toekomst open gebroken.

En daarna gingen ze aan het werk.
Zeker de huisslaven.
En als het even kon, kwamen ze ’s avonds weer bij elkaar.

Pas in 321 wordt door keizer Constantijn de Grote een decreet uitgeschreven dat iedereen in het Romeinse rijk de zondag als rustdag in acht moest nemen.
Daarmee sloot hij aan op een praktijk die gangbaar geworden was.

Ondertussen leven wij in de 21e eeuw.
En nu zien we dat de zondag onder druk staat.

Treffend vond ik dat nota bene rabbijn Lody van de Kamp het opnam voor de zondagsrust in Nederland. Hij zei: “Laten we het laatste beetje van de rust die we in onze samenleving kennen, niet óók inleveren”.[xiii]
Het gaat erom dat de hele samenleving, mensen en dieren, één dag heeft om op adem te komen. 

Daarom zal ik ook niet op zondag gaan winkelen.[xiv]
Daarom wil ik andere mensen ook niet voor me laten werken op die dag.

Maar belangrijker: Op zondag oefenen we al een beetje hoe het straks zal zijn, als het Koninkrijk aanbreekt.
Rusten, omdat het werk door Christus volbracht is.

Die rust komt terug in het antwoord van de Heidelberger,[xv] waar de zondag – volgens mij ten onrechte – de sabbat wordt genoemd.

Mooi vind ik wat de Gewone Catechismus zegt ten aanzien van het vierde gebod.“De rustdag ordent de tijd die God ons geeft. Wie de week begint vanuit Christus’ opstanding, leeft bij de dag, maakt tijd voor gezamenlijke aanbidding van God en leeft toe naar Gods nieuwe wereld.”

De toelichting die daarbij in de Gewone Catechismus wordt gegeven vind ik mooi.
Het leven met God begint met rust. 
De opstanding van Christus markeert het begin van de vernieuwde schepping, zodat wij de week als nieuwe mensen mogen beginnen.

Je kunt ook zeggen dat de zondag de week als het ware doopt. Het oude is voorbij en wij mogen leven van het nieuwe dat God ons in Christus geeft. 

Op zondag leren we het verleden te laten rusten en vragen en ontvangen we vergeving over dat wat er die week daarvoor was, maar er niet had mogen zijn. 

En we leren op uitzien naar de toekomst.
We leren toeleven naar Gods toekomst. 

Daarom is de zondag dus belangrijk.
We komen als christelijke gemeente samen; we rusten van ons werk en brengen ons te binnen dat de tijd een geschenk van God is en dus aan Hem toebehoort, net als wijzelf.

Boven de preek staat “Maggie”.
Wie “Maggie, mag je” vraagt, loopt het risico altijd een beetje te blijven schipperen. Het kan net… of net niet.
Constant bezig met de randen!

In de gemeente van Jezus Christus dienen we te leren vanuit de kern: “Jezus is Heer!”[xvi]

Laat Hem Heer zijn!
We dienen te leren vanuit die kern: Jezus is Heer.

Daarom willen we geen slaaf worden van iets anders.
Geen slaaf zijn van werk, geen slaaf van lust of slaaf van hebzucht. 

Je bent toch gedoopt?
Dopen is toch sterven en opstaan?
Ons hele leven wordt op zondag opnieuw gedoopt.

Daarom geven we het slotwoord aan Paulus:
31Als u nu met Christus opgewekt bent, zoek dan de dingen die boven zijn, waar Christus is, Die aan de rechterhand van God zit.
2Bedenk de dingen die boven zijn en niet die op de aarde zijn,
3want u bent gestorven en uw leven is met Christus verborgen in God.

Amen.


[i] Zie https://glismeijer.com/2020/04/27/bevrijd/, d.d. 2021-02-06.
[ii] Ex. 16:20.
[iii] Joh. 19:7.
[iv] Mark. 2:5.
[v] Vgl. Mark. 2:18.
[vi] Vgl. Deut. 23:25, Matt. 12:1-8 en Luk. 6:1-5.
[vii] Vgl. Mark. 1:14 en 15.
[viii] Zie naast Ex. 16 en Ex. 35 ook Ex. 31:15 “Zes dagen zal er werk verricht worden, maar op de zevende dag is het sabbat, een dag van volledige rust, heilig voor de HEERE. Ieder die op de sabbatdag werk verricht, moet zeker gedood worden”; Ex. 34:21 “Zes dagen moet u arbeiden, maar op de zevende dag moet u rusten. Ook in de ploegtijd en in de oogsttijd moet u rusten.”. 
[ix] Vgl. ook Pinchas Lapide, Hij leerde in hun synagogen, Baarn: Ten Have, 1983, 53-72.[x] Vgl. de “strijd” tussen Coccejanen en Voetianen. De eerste groep zag de sabbat niet als moreel (=redelijk, blijvend) maar ceremonieel (=schaduwachtig, tijdelijk). De tweede groep wel. In 1659 maakten de Staten van Holland een eind aan de pennenstrijd door in een resolutie de synode en de Leidse professoren te gelasten over de sabbats-vraag verder te zwijgen. Zie ook het proefschrift van C. Steenblok “Voetius en de sabbat” uit 1941.
[xi] Die eerste christenen waren ook Joden. Net als Jezus, Die de sabbat altijd geëerbiedigd heeft. Lapide wijst hierbij naar Mat. 24:20, Mar. 1:21, Luk. 4:40, Luk. 4:31, Luk. 4:16, Mar. 14:55 (!). Toen er niet Joden tot het geloof kwamen, kreeg je dus de vraag of zij ook de sabbat moesten gaan houden. Of zij besneden moesten worden, enzovoorts. In Handelingen 15 werd daarom de eerste synode georganiseerd. En daar wordt geoordeeld dat zij die zich uit de heidenen tot God bekeren zich dienen te onthouden van wat door de afgoden is bezoedeld: hoererij, bloed en het verstikte. Er wordt daar dus niets gezegd over het sabbatsgebod. 
[xii] Zie bijv. Hand. 20:7.
[xiii] Geciteerd in dit artikel https://www.denieuwekoers.nl/zondag-is-geen-bijbelse-rustdag, d.d. 2021-02-06.
[xiv] Eerlijk is eerlijk: het is wel zo dat ik op vakantie in Frankrijk op zondag wel een croissantje koop en een baguette, maar naar een Intermache vind ik dan weer niet kunnen. Misschien is dat meer sociologisch dan theologisch. Veel heeft denk ik ook met opvoeding te maken. Mijn moeder legde vroeger zondagse kleren neer. Na verloop van tijd kreeg je nieuw zondagse kleren en de oude zondagse kleren deed je nu doordeweeks aan. Zo voel ik me niet schuldig als ik in Frankrijk in de zomer ga zwemmen op zondag in een meer, terwijl ik dat nog nooit op zondag in de Reeuwijkse Plas of de IJssel of de Gouwe heb gedaan. “Dat hoort niet” is erin gebakken.
[xv] Vr.103. Wat gebiedt God in het vierde gebod?
Antw. Ten eerste dat de kerkdienst, of het predikambt, en de scholen onderhouden worden, en dat ik, inzonderheid op de sabbat, dat is op den rustdag, tot de gemeente Gods naarstiglijk kome, om Gods Woord te horen, de Sacramenten te gebruiken, God den Heere openlijk aan te roepen, en den armen Christelijke handreiking te doen; ten andere dat ik al de dagen mijns levens van mijn boze werken ruste, den Heere door Zijn Geest in mij werken late, en alzo den eeuwigen sabbat in dit leven aanvange.
Het “probleem” is dat In de oorspronkelijke Duitse tekst van de Heidelbergse Catechismus de zondag Feiertag (vierdag) wordt genoemd. De woorden „op de sabbat, dat is op de rustdag” ontbreken.  Dit is dus hoe de vertaler Petrus Datheen de zondag heeft gezien. Daarmee heeft hij – bewust of onbewust – ervoor gezorgd dat de zondag als de sabbat werd gezien, en later de sabbatsregels op de zondag gelegd werden. 
[xvi] Daarom lazen we ook Kol. 2:16 en 17 “Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten. Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen, maar het lichaam is van Christus.”. Daarom ook de aanvangstekst “Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen zijn nuttig. Alle dingen zijn mij geoorloofd, maar niet alle dingen bouwen op”.

Een gedachte over “Maggie

  1. Zie nu net de preek “binnenkomen” met het bekende flesje.
    Dat blijft “ hangen” en vergeet je dan niet zo gauw.
    (Net als de preek van ds. Stam destijds)

    Dag

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s