
Preek over Exodus 1 gehouden op 19 februari 2023 in de Dorpskerk van Vreeswijk
Gemeente van onze Heere Jezus Christus,
‘Dit zijn de namen…’
Zo heet en begint het boek dat wij ‘Exodus’ noemen, ‘uittocht’.
De komende weken zullen onze kinderen het begin van het boek Exodus volgen, richting Pasen.
Daarom vandaag Exodus 1.
Op het Weekbericht schreef ik dat in de morgendiensten zoveel als mogelijk het rooster van de kinderen gevolgd wordt.
Maar misschien is de wens de vader van de gedachte.
Mijn volgende morgendienst is pas op de belijdeniszondag, 2 april. Dus misschien zal dat rooster helemaal niet ter sprake komen.
‘Dit zijn de namen…’
Zo heet en begint het boek dus dat wij ‘Exodus’ noemen, ‘uittocht’.
Een boek dat een ongekende invloed heeft gehad de eeuwen door.
Het boek en de geschiedenis die in Exodus beschreven wordt heeft velen geïnspireerd die uit naam van de vrijheid in opstand kwamen tegen onderdrukking.
Weg uit de verdrukking, door de woestijn op zoek naar het beloofde land.
Denk aan de Pelgrimfathers die vanuit Rotterdam Delfhaven richting het beloofde land Amerika trokken.
Amerika, het beloofde land.
Denk ook aan de Afro-Amerikaanse die als slaven zongen ‘Go down Moses, way down in Egypt land. Tell old Pharaoh: Let my people go!’.
Denk ook aan de burgerrechtbeweging in Amerika van de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw en de daaropvolgende Black Power beweging.
Denk aan Martin Luther King jr. en ‘I have a dream’.[i]
Wat is er van zijn droom terecht gekomen.
Denk aan de bevrijdingstheologie in Zuid-Amerika uit de jaren 60, 70 en 80 van de vorige eeuw.
Wellicht herinner je de moord nog op de IKON-verslaggevers in El Salvador.[ii]
Bevrijdingstheologen vatten ‘zonde’ niet zozeer op als het doen van verkeerde dingen, dus moreel foute daden.
Nee, zij zien zonde meer als een structureel maatschappelijk fenomeen in de vorm van sociale onderdrukking, slavernij, ongelijkheid en economische onrechtvaardigheid.
Tegen die structuren kwamen en komen zij in opstand.
Theologie en politiek trokken en trekken samen op in de strijd om recht en gerechtigheid.
En het boek Exodus was en is daarbij een inspiratiebron.
Nu gaat het in Exodus ook zeker om recht en gerechtigheid.
Denk aan de Tien Geboden die we vanmorgen weer hoorden.
Daarin geeft God – let op! De Tien Geboden komen van Boven – daarin geeft God richtingwijzers voor een vrije samenleving, waarin recht en gerechtigheid heersen.
Rabbijn Jonathan Sacks schrijft: ‘God is geen tiran. Hij maakt niet tot slaaf. Integendeel, Hij is de God die tot slaaf gemaakten bevrijdt. (…) De vrije God wil verering in vrijheid door vrije mensen’.[iii]
We lazen het eerste hoofdstuk.
Wie is vrij in dit hoofdstuk?
Zijn de Israëlieten vrij?
Is de farao vrij?
Zijn die voedvrouwen Sifra en Pua vrij?
Ik kom erop terug.
‘Dit zijn de namen…’
Zo heet en begint het boek dat wij ‘Exodus’ noemen, ‘uittocht’,
Dit nu zijn de namen van de zonen van Israël, die met Jakob naar Egypte waren gekomen. Ieder kwam er met zijn gezin,
Je merkt dus dat het boek helemaal hoort bij het boek dat hieraan voorafgaat: Genesis.
Op de Wijk Bijbelkring Noord wordt dit seizoen de geschiedenissen van Jozef samen besproken.
U herinnert zich vast nog wel de twee preken over Genesis 37.
Daar kwamen we al die namen die hier genoemd worden tegen.
Ik zet ze even in een iets andere volgorde, om je geheugen wat op te frissen.
Ruben, Simeon, Levi en Juda; zij zijn zonen van Lea.
Dan worden Dan en Naftali geboren, zonen van Bilha, de slavin van Rachel.
Lea wordt jaloers en schuift Zilpa naar Jakobs tent.
Gad en Aser worden geboren. Zonen van Zilpa, de slavin van Lea.
Later krijgt Lea nog Issaschar en Zebulon.
Rachel ontvangt zelf twee zonen: Jozef en later – het kraambed wordt haar sterfbed – Benjamin.
Een complexe familie.
Allerlei intriges.
Jaloezie.
Verwachtingen, teleurstellingen.
Maar het mooie vind ik dat de Bijbel een eerlijk boek is.
Het maakt de dingen niet mooier dan ze zijn.
En dat is maar goed ook.
Het heeft ook iets troostrijks.
Want ook bij ons in de familie kunnen zaken anders lopen dan gedacht.
Ook bij ons kunnen verwachtingen tegenvallen.
En loopt het vaak anders dan gedacht en gewenst.
Alhoewel, zo bont als het in de familie van Jakob toeging, zo bont zouden wij het niet willen maken.
Ik dacht zelfs: Als Jakob en zijn zonen in Nieuwegein zouden komen wonen en daar een huis, een onderdak zouden vinden.
Op een boot, of schip of zo.
En als dan later via Hart voor Nederland bekend zou worden dat Simeon en Levi nogal wat doden op hun geweten hadden, dan waren de rapen gaar.
Denk ik.
Trouwens, bij die de draagmoeders Bilha en Zilpa zouden de wenkbrauwen al flink gefronst worden, denk ik zo.
En toch.
Hier zijn de stamvaders van Israël.
Zeventig personen komen in Egypte.
Dankzij Jozef.
Of beter dankzij de God van Jozef.
Want Hij is Degene die er uiteindelijk de hele geschiedenis leidt.
Goed. ‘Hart voor Egypte’ hadden ze nog niet.
Geen antecedentenonderzoeken.
Mooi dat die 70 welkom worden geheten in Egypte.
Maar dan gebeurt het.
Jozef sterft.
De broers sterven.
Maar ondertussen wordt de stam, de familie, die 70 een volk!
Ze breiden zich overvloedig uit en worden talrijk.
Een nieuwe koning, een nieuwe farao valt dat ook op.
Die nieuwe farao is van een andere familie.
Een andere clan.
Er is in Egypte – dat vermeld de Bijbel niet – een andere clan aan de macht gekomen.
Eentje vanuit het zuiden van Egypte, die het noorden – waar de Israëlieten wonen – niet zo goed kent.
Nieuwe farao, nieuwe regels.
Hij merkt op dat die Hebreeërs, het volk Israël toch wel erg groot is.
Het zou zomaar een vijfde colonne kunnen worden in een oorlog.
Stel dat er volken op zouden trekken vanuit het oosten, de Sinaï woestijn, dan zouden die Israëlieten zich zomaar aan kunnen sluiten bij de vijand.
De vijfde colonne is al binnen.
Herkenbaar vandaag?
In mijn wijk in Gouda, de Korte Akkeren stemden in de jaren 80 de meeste mensen op de Centrum Partij.
Hans Janmaat was de leider.
‘Vol is vol’ was de leus.
En de Marokkaanse gemeenschap, die groeide toch wel erg hard. Zeker ook in Korte Akkeren.
Marokkaanse jongens zeiden toen ‘Wij nemen het straks over…’.
Dus dat Farao zegt in vers 10:
‘Kom, laten wij er verstandig tegen optreden, anders zal het talrijk worden en, mocht het zijn dat er een oorlog uitbreekt, dan zal het zich ook bij onze vijanden aansluiten, tegen ons strijden…’ lijkt zo gek nog niet,
Of wel?
Is de farao realistisch?
Of is hij gewoon racistisch?
Uiteindelijk blijkt hij antisemitisch.
Opmerkelijk genoeg voegt hij aan zijn opmerking toe: ‘…en uit het land wegtrekken’.
Blijkbaar wil hij niet dat het volk vertrekt.
Hij wil hen in Egypte houden.
Hij had natuurlijk ook gewoon het gesprek aan kunnen gaan.
En vragen: ‘Hoe denken jullie erover. Willen jullie blijven, of liever weer terug naar huis’.
Dat doet hij niet.
Hij besluit wat anders.
Hij maakt van het volk slaven.
Hij laat het vol dwangarbeid verrichten.
Zo worden de voorraadsteden Pitom en Raämses gebouwd.
Alleen vers 12:
Hoe meer zij het echter onderdrukten, hoe talrijker het werd en hoe meer het zich uitbreidde, zodat zij in angst verkeerden vanwege de Israëlieten.
Ondanks alle arbeid.
Ondanks het zware werk.
Ondanks de harde hand, groeit het volk Israël.
Daarom grijpt de Farao naar een ander middel.
Een zwaarder middel.
Eigenlijk: het zwaarste middel.
Genocide, oftewel: volkerenmoord.
De koning ontbiedt de vroedvrouwen van de Hebreeuwse vrouwen, Sifra en Pua.
Volgens sommige uitleggers Hebreeuwse vroedvrouwen.
Maar mij lijkt dat niet erg waarschijnlijk.
Het zijn Egyptische vrouwen die hun werk onder de Israëlieten doen.
Tegen hen zegt de farao: ‘Als u de Hebreeuwse vrouwen bij het bevallen helpt en u let op de stenen baarstoel, dan moet u, als het een zoon is, hem doden, maar als het een dochter is, mag zij blijven leven’.
De jongens moeten sterven.
Dan sterft dat volk vanzelf uit…
Sifra en Pua handelen echter anders.
Zij zeggen niet ‘Bevel is bevel’.
‘Ik was er ook niet helemaal blij mee, maar het moest…’.
‘Ik volg ook maar de orders op…’.
Nee, zij vrezen God.
Zij hebben diep respect, ontzag voor de God van Israël.
En daarom doen ze niet wat de koning van Egypte beveelt.
Zij voelen, zij weten dat je aan God meer gehoorzaam moet zijn dan aan mensen.[iv]
Wat zou jij gedaan hebben?
Het is natuurlijk een hypothetische vraag, omdat je nooit in zo’n situatie geweest bent, maar wat zou jij doen?
Ik moest denken aan de dominee die bij Corrie ten Boom op huisbezoek is en er wordt een Joods baby’tje binnen gebracht.
Betsy zegt: We moeten het baby’tje redden.
Wegsmokkelen naar het boerenland ergens.
Maar de dominee zegt: ‘Je moet de wet gehoorzamen. Je moet het kindje aangeven bij de Duitsers…’.
Wat zou jij doen?
Sifra en Pua doen in ieder geval niet wat hen opgedragen is.
Ze zijn burgerlijk ongehoorzaam.
Is dat erg?
Mag dat?
De vrouwen Sifra en Pua zijn burgerlijk ongehoorzaam, maar aan God gehoorzaam.
Ze laten de jongetjes leven.
De farao komt erachter.
Ook burgerlijke ongehoorzaamheid komt altijd uit.
En hij vraagt:
‘Waarom hebben jullie dit gedaan?
Waarom laten jullie de jongetjes in leven?’.
Daarop antwoorden Sifra en Pua, hun namen zijn met ere vermeld, daarop antwoorden Sifra en Pua:
‘We kunnen er niets aan doen.
De Hebreeuwse vrouwen zijn niet zoals de Egyptische vrouwen.
Zij zijn sterk.
Zij hebben al gebaard, voordat er een vroedvrouw bij hen is aangekomen’.
Eigenlijk liegen ze dus.
Is dat erg?
Mag dat?
Zou je hetzelfde doen?
Het viel me weer op dat juist in de gereformeerde traditie heel terughoudend gereageerd wordt, als het gaat om de noodleugen.
Ik las ergens dat ook in het geval van Sifra en Pua de Schrift de noodleugen allerminst goedgekeurd wordt.
Ik citeer: ‘Wat de Schrift in deze vrouwen prijst is iets geheel anders; het is haar geloof en gehoorzaamheid aan God, al mengt zich door dit schone het lelijke van haar leugen.
De noodleugen blijft ongeoorloofd; zij komt altijd voort ‘uit vrees voor de wereld en voor het kruis-dragen, derhalve uit wantrouwen jegens God, in Wien immers alle gevaren volkomen overwonnen zijn’.’
Ik weet niet hoe u erover denkt.
Ik zou zeggen: ‘Goed gehandeld van die vrouwen’.
Hun werk is ook niet om kinderen te doden, maar om kinderen het leven te geven.
Daarom staan ze ook met naam in de Bijbel.
Die farao, die koning mag geen naam hebben.
Zij wel!
Daarom vers 20 en 21
20Daarom deed God aan de vroedvrouwen goed, en het volk werd talrijk en zeer machtig.
21En het gebeurde, omdat de vroedvrouwen God vreesden, dat Hij aan hen nakomelingen schonk.
Als God net zo ‘tegen de noodleugen’ zou zijn als degene van het citaat, dan zouden ze nooit zo gezegend zijn.
22Toen gebood de farao heel zijn volk: Al de zonen die geboren worden, moet u in de Nijl werpen, maar al de dochters mag u in leven laten.
‘Dit zijn de namen…’
Zo heet en begint het boek dat wij ‘Exodus’ noemen, ‘uittocht’.
Het boek en de geschiedenis die in Exodus beschreven wordt heeft velen geïnspireerd die uit naam van de vrijheid in opstand kwamen tegen onderdrukking.
Maar gaat het in dit boek nu om de opstand?
Je zou het boek ook kunnen lezen als een grote casus in ethische discussies.
Want het viel je ongetwijfeld op hoeveel discussie punten er al in dat eerste hoofdstuk zitten.tussen zijn al heel wat ethische discussies voorbijgekomen.
Opvang van vreemdelingen.
Draagmoederschap.
Vijfde colonne.
Dwangarbeid.
Slavernij.
Burgerlijke ongehoorzaamheid.
Genoeg stof om uren, weken, maanden, jarenlang over te discussiëren.
Bladen en boeken vol te schrijven.
Praatprogramma’s mee te vullen.
En toch.
Toch geloof ik niet dat we daarmee de kern van Exodus 1 te pakken hebben.
Net zo goed, als we vandaag uren, weken, maanden, jarenlang kunnen discussiëren over ethische kwesties.
Elkaar de tent en de kerk uit kunnen vechten, zonder de kern te raken.
Wat is dan de kern van Exodus 1?
Van het hele boek Exodus?
Waar draait het nu om?
Wat is nu hetgeen je niet moet vergeten vanmorgen.
Dat is dat God Zijn belofte vervult.
Heb ik hier al eens gezegd dat geloven rijmt op beloven?
Het geloof richt zich op wat God belooft.
Of zoals vraag en antwoord 22 van de Heidelbergse Catechismus het verwoordt:
Wat moet een christen geloven?
Antwoord: Alles wat in het evangelie aan ons beloofd wordt.
Wat belooft God?
Voor ‘Alles wat in het evangelie aan ons beloofd wordt’, ga ik helemaal terug naar het begin van de Bijbel, de eerste belofte.
De val in het paradijs.
De moederbelofte (Gen. 3:15), dat wil zeggen, de moeder van al de beloften:
Daar belooft God: ‘Ik zal vijandschap teweegbrengen tussen u en de vrouw, en tussen uw nageslacht en haar Nageslacht;
Dat zal u de kop vermorzelen, en u zult Het de hiel vermorzelen’.
God roept Abraham, de vader van alle gelovigen en Hij zegt:
‘Gaat u uit uw land, uit uw familiekring en uit het huis van uw vader, naar het land dat Ik u wijzen zal.
2Ik zal u tot een groot volk maken, u zegenen en uw naam groot maken; en u zult tot een zegen zijn’. (Gem. 12:1-2).
Van die belofte lijkt niets terecht te komen.
Een groot volk?
Zijn vrouw is onvruchtbaar.
In Genesis 15:5 herhaalt God Zijn belofte.
Kijk toch naar de hemel en tel de sterren, als u ze kunt tellen. En Hij zei tegen hem: Zo talrijk zal uw nageslacht zijn.
Abram gelooft de HEERE op Zijn Woord.
Al ziet hij er nog niets van!
Nee, het geloof richt zich op de belofte, niet op wat voor ogen is.
En HEERE rekende het hem dat tot gerechtigheid.
Er wordt een verbond gesloten.
Hoe?
Lees het vanmiddag na in Genesis 15.
Bij die verbondssluiting zegt de HEERE al:
‘Weet wel dat uw nakomelingen vreemdelingen zullen zijn in een land dat niet van hen is; zij zullen hen dienen en men zal hen vierhonderd jaar onderdrukken.
14Maar ook zal Ik over het volk dat zij zullen dienen, rechtspreken en daarna zullen zij met veel bezittingen wegtrekken’.
Ook die belofte wordt vervuld in Exodus.
Al die aarts moeders – Sara, Rebekka en Rachel – hadden moeite om een kind te krijgen.
Ondanks de grote beloften dat ze evenveel nakomelingen zouden krijgen als er sterren zijn aan de hemel, zand aan de zee of stof op de aarde.
Maar God is geen man dat Hij liegen zou,
Hij doet wat Hij belooft.
En in Exodus, zien we hoe een familie van zeventig leden een volk van zeshonderdduizend volwassen mannen wordt.
God vervult Zijn belofte(n)!
Daar gaat het om in het boek Exodus.
Daar gaat het om in de hele Bijbel!
Aan het begin vroeg ik:
Zijn de Israëlieten vrij?
Is de farao vrij?
Zijn die voedvrouwen Sifra en Pua vrij?
De Israëlieten kunnen ons leren dat je vrij kunt zijn in tijden van onderdrukking. Maar echt vrij zijn ze niet.
God zal voor bevrijding zorgen.
De farao is ook niet vrij, al denkt hij misschien van wel.
Hij is gebonden aan zichzelf. Zijn macht die hij krampachtig probeert vast te houden.
Zijn status.
Zijn verwachtingspatroon van wat een goede farao moet doen.
Sifra en Pua. Ook zij zijn niet echt vrij.
Daarom een noodleugen…
Daarom, laat ik op Hem wijzen die gezegd heeft:
‘Als dan de Zoon u vrijgemaakt heeft, zult u werkelijk vrij zijn’. (Joh. 8:36).
Het is vandaag de eerste lijdenszondag.
Wij denken eraan dat Hij gekomen is om ons te bevrijden van alles wat ons gevangen houdt.
Hij is gekomen opdat wij werkelijk vrij zullen zijn.
Jij werkelijk vrij bent!
Ook van jezelf!
Hoe?
Hij gebonden om jou te ontbinden.
Of om nog een keer Filippenzen 2 te herhalen:
… terwijl Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn,
7maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden.
8En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood.
Jezus zet in vrijheid!
‘Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten’, schrijft Paulus aan de Galaten.
Je bent vrij!
Vrij ook van de wet!
Een paar verzen later schrijft hij:
‘Want u bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde’.
Vrijheid van iets is ook vrijheid tot iets.
Als God niet in het middelpunt staat, dan is alle vrijheidsstreven gedoemd te mislukken.
Dat geldt voor alle vrijheidsbewegingen.
Kijk maar naar de Russische revolutie.
Wat heeft het uiteindelijk gebracht?
Kijk maar naar de Franse revolutie.
Wat heeft het uiteindelijk gebracht?
Kijk maar naar de seksuele revolutie.
Wat heeft het uiteindelijk gebracht?
Daarom zei ik net:
Vrijheid van iets is ook vrijheid tot iets.
Als God niet in het middelpunt staat, dan is alle vrijheidsstreven gedoemd te mislukken.
Maarten Luther begint zijn bekend geworden boekje ‘De vrijheid van een christen’ met twee stellingen:
1. Een christen is in vrijheid heer van alle dingen en niemands onderdaan.
2. Een christen is in dienstbaarheid knecht van alle dingen en ieders onderdaan.
‘God is geen tiran. Hij maakt niet tot slaaf. Integendeel, Hij is de God die tot slaaf gemaakten bevrijdt. (…) De vrije God wil verering in vrijheid door vrije mensen’.
Wij zijn vrijgemaakt om God en de ander te dienen door de liefde.
Bijvoorbeeld door de ander de plaats te geven waarop hij of zij recht heeft.
Discriminatie tegen te gaan.
Het op te nemen voor allen die geen helper hebben.
‘Dit zijn de namen…’
Zo heet en begint het boek dat wij ‘Exodus’ noemen, ‘uittocht’.
De komende weken zullen onze kinderen het begin van het boek Exodus volgen, richting Pasen.
Wij weten dat het al 2000 jaar Goede Vrijdag en Pasen is geweest.
Opdat jij werkelijk vrij Hem en de naaste zult dienen.
Maar ook na 2000 jaar is het nog niet te laat, om dat in 2023 voor het eerst te ontdekken.
Amen.
[i] Zie https://www.americanrhetoric.com/speeches/mlkihaveadream.htm, d.d. 2023-02-18.
[ii] Zie https://nos.nl/artikel/2372944-zaak-vermoorde-ikon-journalisten-na-39-jaar-voor-de-rechter-in-el-salvador, d.d. 2023-02-18.
[iii] Jonathan Sacks, Exodus. Boek van bevrijding, Middelbrug: Uitgeverij Skandalon, 20202, 23.
[iv] Hand. 5:29. Vgl. Hand. 4:19.