
Preek over Mattheüs 28:1-10 en 1 Korinthe 15:12-20 gehouden op 9 april 2023, eerste Paasdag in de Dorpskerk van Vreeswijk (Nieuwegein).
Gemeente van onze Heere Jezus Christus,
De zon komt op, maakt de morgen wakker.
Maria Magdalena en de andere Maria[i] zijn onderweg naar de tuin van Jozef van Arimathea.
Nou ja, preciezer.
Ze zijn op weg naar het graf van Jezus, om Hem de laatste eer te bewijzen.
Gisterenavond (zaterdagavond) hoorden we in de kerk hoe zij na de begrafenis (vrijdagmiddag) bij het graf zijn blijven zitten.[ii]
Jozef ging naar huis.[iii]
‘Mijn werk zit er op. Ik kan bij het graf niets meer doen…’.
Zij bleven nog even zitten.
Alles even verwerken.
Er is ook zoveel gebeurd…
U herkent dat misschien wel.
Na het sterven van een geliefde, leef je vaak in een roes.
Alles om je heen draait door.
Maar het is alsof alles stil staat.
Alsof het leven langs je heen gaat.
De werkelijkheid aan je voorbijgaat.
Opwekkend woord nodig?
Nou, als iemand behoefte heeft aan een opwekkend woord, dan zij wel.
Na de Sabbat gaan Maria en Maria in de vroege morgen op weg om het lichaam van Jezus te verzorgen.
Zullen zij geslapen hebben?
Of vooral wakker gelegen?
‘Hoe kon het allemaal gebeuren’.
‘Die verhoren…
Die geseling…
Dat gespot…
Die gruwelijke kruisiging’
Zullen ze onderweg gepraat hebben?
Of weten ze samen te zwijgen.
Soms kan zwijgen zo verademend zijn.
Niets zeggen.
Een blik, een arm, een knuffel is genoeg…
Misschien denken ze wel: ‘We gaan zo vroeg mogelijk naar het graf.
Dan is het nog stil’.
Je hoort de vogels fluiten.
De zon komt op…
Belangrijker: je ziet in ieder geval geen mensen.
Je hoeft dan tenminste niets te zeggen.
En ook niet te antwoorden op al die goedbedoelde vragen.
Vragen als:
‘Hoe voel je je nou?’
‘Gaat het?’
‘Gecondoleerd he…’
‘Het is zeker wel zwaar voor jullie hè’.
Daarom misschien wel die vroege morgen.
Dan zijn er geen mensen.
Dan hoef je niet te praten.
Bij Markus lezen we dat zij zich vooral zorgen maken: ‘Wie zal die zware steen nu wegrollen…’
Maar op de begraafplaats wacht hun één en al verrassing.
Als ze aankomen, is de steen weggerold.
Dat is een verrassing nummer één!
Waar zij denken: ‘Hoe moet dat nou met die steen?’, blijkt daar al voor gezorgd te zijn.
De steen is weggerold.
Maar da’s niet alles.
Nog een verrassing!
Op de weggerolde steen zit een engel.
3Zijn gedaante was als een bliksem en zijn kleding wit als sneeuw.
En waar de bewakers zich spreekwoordelijk doodschrikken, begint de engel tegen hen te praten.
‘U hoeft niet bevreesd te zijn, want ik weet dat u Jezus zoekt, Die gekruisigd was.
6Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, zoals Hij gezegd heeft. Kom, zie de plaats waar de Heere gelegen heeft’.
Dat is nog eens een opwekkend woord!
Wat?
Hij is opgewekt!
Dat verzin je toch niet?[iv]
Hij doet, heeft gedaan wat Hij gezegd heeft.
Drie keer heeft Hij gezegd opgewekt te worden.
In Mattheüs 16:21
21Van toen aan begon Jezus Zijn discipelen te laten zien dat Hij naar Jeruzalem moest gaan en veel zou moeten lijden van de kant van de oudsten en de overpriesters en de schriftgeleerden, en dat Hij gedood zou worden en op de derde dag zou worden opgewekt.
In Mattheüs 17:23
23En zij zullen Hem doden, maar op de derde dag zal Hij opgewekt worden. En zij werden erg bedroefd.
In Mattheüs 20:19
en zij zullen Hem aan de heidenen overleveren om Hem te bespotten en te geselen en te kruisigen; maar op de derde dag zal Hij opgewekt worden.[v]
Geloof Zijn woorden!
‘Kijk maar, het graf is leeg!
Hier heeft Hij gelegen’.
En dan geeft de engel nog een opdracht mee ook:
‘7En ga haastig heen en zeg tegen Zijn discipelen dat Hij opgewekt is uit de doden; en zie, Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult u Hem zien. Zie, ik heb het u gezegd.’
Het zal je maar gebeuren!
Op een vroege zondagmorgen.
Maar het opvallende is dat ze niet met de engel in discussie gaan.
Ze stellen geen vragen.
Vragen als ‘Opstaan uit de dood, kan dat wel?’
Of ‘Ja maar is hij letterlijk opgestaan, of geestelijk.
Hij heeft toch een geestelijk lichaam?’.
Nee, geen vragen, geen discussie.
Ze gehoorzamen.
Vers 8: En zij gingen haastig van het graf weg, met vrees en grote blijdschap, en zij snelden weg om het Zijn discipelen te berichten.
Zij gehoorzamen.
Zij gaan.
‘Met vrees en grote blijdschap’.
Als je nou zo naar huis zou gaan.
‘Met vrees en grote blijdschap’.
Al is het nog zo onwerkelijk.
Ook al kunnen Maria en Maria denken:
‘Is dit echt?’
‘Dromen we?’
Of
‘Zullen de discipelen ons geloven?’
Ze gaan op pad.
Ze moeten vertellen wat zij gezien en gehoord hebben.
En zij gaan!
En terwijl zij gaan.
Terwijl zij gehoorzamen, komt de grootste verrassing van allemaal.
9Toen zij weggingen om het aan Zijn discipelen bekend te maken, zie, Jezus kwam hun tegemoet en zei: Wees gegroet!
In de weg van gehoorzaamheid openbaart Jezus Zich.
Plotseling staat Jezus daar.
Terwijl de engel net gezegd had:
‘Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult u Hem zien’.
En Maria en Maria misschien wel dachten: ‘Nou, Galilea, da’s een heel eind. Da’s toch een paar dagen lopen…’ gebeurt het toch anders.
Jezus Zelf is daar!
Blijkbaar kan Jezus niet wachten tot in Galilea!
Blijkbaar wil Hij Zelf Zich zo graag laten zien en in Zijn vreugde laten delen, dat Hij verschijnt!
Daar staat Hij!
‘Wees gegroet!’ zegt de Opgewekte in vers 9.
Je zou ook kunnen vertalen met ‘Wees verheugd!’
‘Wees verheugd’ zegt de Opgewekte.
‘Wees verheugd’ zeg ik vanmorgen tegen jou.
Jij, die misschien wel denkt: ‘Ik kan mezelf maar niet in de Paasstemming brengen’.
Er is zoveel dat terneer drukt.
Afgelopen week een begrafenis.
Of:
Komende week een begrafenis.
Of: Haar sterven is al twee, drie jaar geleden, maar ik kom er maar niet overheen.
Of:
Die verschrikkelijke ziekte sloopt mijn lichaam.
Die verschrikkelijke ziekte sloopt het lichaam van mijn geliefde.
Hoor!
Allemaal!
Niemand uitgezonderd.
‘Wees verheugd!’
Ook jij die denkt: ‘Ik kan mezelf niet in de Paasstemming brengen’.
Ook jij die denkt: ‘Zou het allemaal wel waar zijn. Maken we ons niet blij met een dode mus?’.
De Levende Zelf, Jezus zegt: ‘Wees verheugd!’.
‘Wees verheugd!’, zegt de Opgewekte!
Hoe blij en verheugd zal de Opgewekte Zelf niet geweest zijn?
Hoe anders zal Hij op die vroege Paasmorgen naar Zijn schepping gekeken hebben.
Zou dat niet iets zijn als
‘Ik ben erdoor. Ik ben door de dood heen gegaan! Ik leef!’.
‘Ik leef!’
Als Iemand Opgewekt is met Pasen, dan is Hij het!
‘Wees verheugd!’
Hij zegt het vanmorgen ook tegen jou!
Ook tegen jou, die denkt ‘Ik geloof niet dat ik ooit nog blij zal zijn!’
‘Wees verheugd!’
‘Ik leef!’
‘Ik ben zo opgewekt dat ik opgewekt ben’.
‘Wees verheugd!’
‘Verheug je nou met Mij!’
‘Ik ben opgewekt!’
‘Ik leef en jij zult leven!’[vi]
Je hoeft jezelf niet op te wekken!
Jezus wekt je op!
Je hoeft de vreugde niet uit je eigen tenen te halen.
Jezus schenkt vreugde.
Levensvreugde!
Hij zorgt er vanmorgen voor dat wij opgewekt kunnen zijn in alle omstandigheden.
‘Ik leef’, zegt Jezus.
‘Ik heb de straf van de dood uitgezeten.
En ben in vrijheid gesteld.
De dood kon mij niet houden!
Vader heeft Mij opgewekt!
God Zelf heeft Zijn hoge goedkeuring gehecht aan Mijn volbrachte werk.
Het offer van Mijn leven is aanvaard.
Ik heb uitgeroepen ‘Het is volbracht!’
‘Amen’, zei Vader en wekte Mij op!
Ik leef!
Ik ben opgewekt!’.
‘De dood is verslonden tot overwinning.’[vii]
Jezus roept het als het ware Zelf: ‘Dood, waar is uw prikkel? Graf, waar is uw overwinning?’[viii]
Want ‘Ik ben Overwinnaar!
Ik leef!’
‘Ik ben zo blij! Want Ik heb alles volbracht!
Wees blij met Mij!”
Wie zou niet blij met Hem willen zijn?
Maria en Maria snellen op Hem af, grijpen Zijn voeten en aanbidden Hem.
En dan zegt Jezus nog iets: ‘Wees niet bevreesd…’
Laat je nou niet bang maken.
Door de ziekte niet.
Door de dood niet.
Door de duivel niet.
Door de wereld en de wereldgebeurtenissen niet.
Door het journaal niet.
Door jezelf niet.[ix]
Laat je nou niet bang maken!
Door niets en niemand!
Ik leef!
Ik heb Mijn leven gegeven voor Mijn schapen.
Ik heb alles volbracht!
Vanmorgen een opwekkend woord nodig?
Hij is opgewekt!
En de Opgewekte zegt:
Verheugt U!
Vrees niet!
Namens Jezus Christus, Die de getrouwe Getuige is, de Eerstgeborene uit de doden en de Vorst van de koningen der aarde geef ik je dit door!
Een opwekkend woord nodig?
Hij is opgewekt!
Verheugt u!
Vrees niet!
Hij is opgewekt!
Dat is ook de boodschap van Paulus aan de gemeente van Korinthe.
Wij lazen een gedeelte uit hoofdstuk 15.
U weet dat die gemeente Paulus veel hoofdbrekens heeft gekost.
Veel tranen ook.
Er waren namelijk allemaal ‘partijschappen’.
Verdeeldheid.
Groepjes.
Kliekjes.
De één zei: ‘Ik ben van Paulus, die preekt voor heidenen en heeft tenminste niet de hele tijd over de Joodse wetten’.
Een ander zei: ‘Ik ben van Apollos; die preektijger kan tenminste goed preken’.
Een derde zei weer ‘Ik ben van Kefas, een Messias belijdende Jood, dat is het summum’ en weer een ander zei met een vroom gezicht ‘Ik van Christus’.
Nou ja, zorgen dus.
Vandaar de brief.
In Korinthe liepen er ook rond die de opstanding verloochende.
‘Opstanding uit de doden? Dat kan niet!’
‘Dood is dood!’
Nou daar gaat Paulus in het vijftiende hoofdstuk op in.
Allereerst zegt hij:
Het evangelie waardoor u zalig wordt is dit:
3Ik heb u ten eerste overgeleverd wat ik ook ontvangen heb, dat Christus gestorven is voor onze zonden, overeenkomstig de Schriften.
Die afgelopen Stille Week hebben jullie gehoord hoe Hij als een lam aan jet kruis is gestorven.
‘Voor onze zonden’, zegt Paulus erbij.
Hij stierf niet als een martelaar.
Hij beleefde niet een tragisch einde.
Hij gaf Zijn leven voor jou!
Blijkbaar is het zo erg met jou en mij, dat Hij er aan sterft.
En zegt Paulus dan vanaf vers 4:
4en dat Hij begraven is, en dat Hij opgewekt is op de derde dag, overeenkomstig de Schriften.
Opgewekt!
Overeenkomstig de Schriften.
Denk bijvoorbeeld aan Psalm 16:10 die Petrus op de eerste Pinksterdag aanhaalt.
Want U zult mijn ziel in het graf niet verlaten,
U laat niet toe dat Uw Heilige ontbinding ziet.
Daarbij zijn er getuigen.
Hij is verschenen aan Kefas, daarna aan de twaalf.
6Daarna is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie de meesten nu nog in leven zijn, maar sommigen ook zijn ontslapen.
Je kunt het navragen.
7Daarna is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan alle apostelen.
8En als laatste van allen is Hij ook aan mij verschenen, als aan de ontijdig geborene.
13Als er geen opstanding van de doden is, dan is Christus ook niet opgewekt.
(…)
17En als Christus niet is opgewekt, is uw geloof zinloos; u bent dan nog in uw zonden.
19Als wij alleen voor dit leven op Christus onze hoop gevestigd hebben, zijn wij de meest beklagenswaardige van alle mensen.
20Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn.
De Eersteling!
De rest zal volgen.
Door Zijn opstanding weten we, dat de dood het einde niet is.
Maar de doorgang tot het eeuwige leven.
Of om het met Zondag 17 te zeggen:
Hij heeft door Zijn opstanding de dood overwonnen. Door Zijn opstanding delen wij in Zijn gerechtigheid, die Hij met Zijn dood verdiend heeft.
De opstanding van Christus is voor ons een bewijs, de garantie dat wij ook eens zullen opstaan.
Door zijn opstandingskracht worden wij opgewekt tot een nieuw leven.
Nou daarover zou nog veel te zeggen zijn.
Over toewijding.
Over verwachting.
Maar dat komt wel een andere keer.
Vandaag is het feest!
Een opwekkend woord nodig?
Hij is opgewekt!
Hallelujah
Lof zij het Lam!
AMEN
[i] Waarschijnlijk Jezus’ tante die de vrouw was van Alfeüs die ook wel Klopas werd genoemd. Zij was de moeder van Jakobus en Joses; 27:56. Zie ook Joh. 19:25 en Mat. 20:20.
[ii] Mat. 27:61.
[iii] Mat. 27:60.
[iv] 1 Kor. 2:9.
[v] Vgl. Mark. 8:31, 9:31, 10:34; Luk. 9:22, 18:33 en 24:6.
[vi] Joh. 14:19.
[vii] 1 Kor. 15:54.
[viii] 1 Kor. 15:55. Vgl. Hos. 13:14: “14Ik zal hen verlossen uit de macht van het graf. Ik zal hen vrijkopen uit de dood. Dood, waar zijn uw pestziekten? Graf, waar is uw verderf? Berouw verbergt zich voor Mijn ogen!”
[ix] Vergelijk HC v&a 127.