Door Hem, voor Hem

God dienen, bidden en liefhebben.

Preek 1 Petrus 4:1-11 voor de zevende Bijbelstudieweek, gehouden op 8 maart 2020 in de Dorpskerk van Vreeswijk (Nieuwegein).

Gemeente van onze Heere Jezus Christus,

Afgelopen dinsdag was het precies één jaar geleden dat ik hier bevestigd werd en intrede deed.
Het leek me toen goed om te beginnen met een lofzang:

3Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden.

Het is de lofzang waarmee Petrus met de deur in huis valt bij de gemeenten in Klein-Azië.
Kleine gemeenten, van een man of 20, 30 denk ik, met gemeenteleden die het niet makkelijk hadden.

De vervolging staat voor de deur.
Uitsluiting, buitensluiting.

En toch begint Petrus niet met klagen, of mopperen.
Hij begint niet met ethische kwesties: “Pas op dat je niet…”

Nee, hij zingt: “Geloofd zij God met diepst ontzag”.

Omdat Jezus leeft is er hoop!
Omdat Jezus is gestorven en opgestaan is er hoop!
Alles gaat overhoop. Met de opstanding van Jezus uit de doden is de toekomst opengebroken.

Dat het bestaan getekend wordt door onrecht, ziekte, virussen, zonde en dood, blijkt niet het laatste te zijn, wat over dat bestaan gezegd kan worden.

Nee, dat allemaal heeft niet het laatste woord.
Dat woord is aan Jezus, Die de dood overwon.

3Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden.

Ik vond het een jaar geleden een prachtige tekst om de dienst mee te beginnen.
Vanwege de hoop.

Vanwege het perspectief.
Vanwege de blik omhoog.

Ook wel een beetje vanwege het ‘tegen de klippen op’, het ‘nochtans’‘en toch’.

Toen ik voor de opleiding voor predikant begon, de master Gemeentepredikant aan de PThU, zei professor Muis een beetje plagend: “Waar beginnen jullie aan? De kerk is een zinkend schip”.

Hij zei het om ons een beetje uit de tent te lokken.
Maar iedereen begreep wel wat hij bedoelde.

De kerk, een zinkend schip.
Hoeveel kerken zijn er niet gesloten en afgebroken na de Tweede Wereldoorlog.

De kerk waarin ik mij voorstelde toen ik mijn vicariaat ging doen in Amersfoort – de Adventsgemeente was daarheen uitgeweken vanwege een verbouwing van het eigen kerkgebouw – die kerk waar ik me voorstelde, werd een paar weken later gesloopt.
“Da’s een goed begin…” dacht ik met schrik in het hart.

Over slopen gesproken: de Turfmarktkerk in Gouda, waar ik gedoopt ben, gesloopt.

Zoals zoveel kerken…

De Boezemsingelkerk in Rotterdam, waar de school van de Gereformeerde Gemeenten zat, gesloopt.

Soms krijgen kerken andere bestemmingen:

Mijn apotheek in Korte Akkeren zit in de verbouwde Roomse Sacramentskerk. De kerk was afgestoten vanwege te weinig kerkgangers.

De Westerkerk aan de Catherijnekade in Utrecht, waar veel synoden van Gereformeerde Gemeenten vergaderden… verkocht. Nu zit er het Bunk Hotel.
Op de site staat te lezen dat het een “getransformeerde kerk” is – daar heb ik trouwens heel andere gedachten bij, maar goed – een “getransformeerde kerk” waar je naast lekker eten en drinken dus ook kunt slapen.

De gereformeerde kerk, hier even verderop in de Dorpsstraat… een woonhuis.

Ongetwijfeld weet u ook voorbeelden.
Van gebouwen…

En van mensen…
Die zie je nooit meer…
En dan niet vanwege een combo, evangelische liedjes; of juist vanwege het gebrek aan evangelische liedjes – dat kan ook.

Nee, omdat het geloof ‘niks meer zegt’.
‘Het raakt me niet…’
‘Het zal wel…’


De kerk een zinkend schip…

Nooit zal ik de laatste preek van professor Graafland over Markus 4 – de storm op het meer vergeten. 
Hij was toch iemand tegen wie je geweldig opkeek. Hij kon ook geweldig preken.
En uitgerekend hij zei in die laatste preek over de storm op het meer “Help Heere, wij vergaan… Amen”.

Nou moet ik erbij vertellen dat hij somber over het Samen op Weg proces en de scheuring met de HHK echt verschrikkelijk vond.
Hij was ook somber over – waar hij zijn hele leven aan had gewijd – de schijnbare stilstand in de gereformeerde theologie.
Misschien herinnert u zich “Gereformeerden op zoek naar God” nog wel.

De kerk een zinkend schip.

En toch ben ik hier een jaar geleden met de lofzang van de eerste Petrusbrief begonnen.

Een tekst die ieder gemeentelid uit zijn of haar hoofd zou moeten leren:

3Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden.

Waarom uit je hoofd?

Om je het elke keer weer te binnen te brengen…. Niet vergeten: Jezus leeft.

Petrus schrijft aan kleine gemeenten, die leven in een seculiere samenleving.
Vergelijk het een beetje met Protestantse kerk in Frankrijk.

Gisteren stond Harriëtte Smit – die als tiener bij mij op de HGJB  jongerenweekenden kwam en later mijn collega bij de HGJB werd – in de krant, het RD, en vertelde daarin dat in Aix, waar zij lid is, op zondag zo’n 80 mensen in de kerk zitten. Dat is voor Franse begrippen best veel. In Bordeaux, wat toch een grote stad is, zitten er op zondag 20, in Lézères zes.

Het deed me ook denken aan de gemeente van Wieringerwaard in de kop van Noord-Holland waar ik zo twee keer per jaar kom.
Daar zit je met een man of 30… Soms minder.
Maar ze houden vol…
Soms is er geen organist en dan wordt de samenzang begeleid op gitaar door twee nichtjes die afkomstig zijn uit de Gereformeerde Gemeenten in Moerkapelle.
Telkens als ik er ben, ben ik onder de indruk van de toewijding daar.

En dan nu de brief van Petrus.
Petrus schrijft een brief om de gemeenten te bemoedigen, een hart onder de riem te steken.

Daarom was ik ook blij dat de brief dit seizoen op de Wijkbijbelstudiekringen wordt gelezen.[i]
Om nauwkeurig na te gaan: Wat staat er nou?
Waarin bemoedigt Petrus ons ‘hier en nu’?
Waarin vermaant Petrus ons ‘hier en nu’?

Ik was benieuwd wat dat Woord van God zou uitwerken in onze gemeente.
‘Er moet toch iets als vuur ontstaan’, dacht ik.
‘Er moet toch iets van passie naar boven komen’, dacht ik.
‘Het moet toch iets doen met onze missionaire drive.’

Afgelopen dinsdag was het precies één jaar geleden dat ik hier bevestigd werd en intrede deed.

En dan ga je terugkijken.
Wat is er nu het afgelopen jaar gebeurd?

Wat heb je gedaan?
Wat heb je nagelaten?
Waarin ben je tekort geschoten?

Waar werd je blij van?
Wat stemt tot nadenken?

Waarover maak je je zorgen?

Misschien leeft bij u wel dezelfde gedachte…
“Wat heeft die man nu bereikt?”

Ik realiseerde me dat dominees kunnen tegenvallen.
Ik dus ook.
Ik kan ook tegenvallen.

“Veel van gehoopt, maar…”

Maar…

Vest op prinsen geen betrouwen,
Waar men nimmer heil bij vindt;
Zoudt g’ uw hoop op mensen bouwen?
Als Gods hand hun geest ontbindt,
Keren zij tot d’ aarde weer,
Storten met hun aanslag neer.[ii]

Ook ik ben – om het met Calvijn te zeggen – een “mannetje uit het stof verrezen”.

Maar uw hoop is toch niet op mij?
Mijn hoop is ook niet op mezelf.

Onze hoop is op Jezus!

3Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden.

In het eerste hoofdstuk waarin hij de gemeenteleden aanspreekt als ‘vreemdelingen’[iii] en ‘uitverkorenen’[iv] heeft hij ons al opgeroepen te focussen op genade die ons toegebracht wordt als Jezus Christus verschijnt.

Om ons niet af te laten leiden door allerlei zaken, maar nuchter te zijn.[v]
Om heilig, dat wil zeggen ‘toegewijd te leven’.[vi]
Lees je Bijbel, bidt elke dag.[vii]

In het tweede hoofdstuk riep hij ons op te kappen met “alle slechtheid, alle bedrog, huichelarij, afgunst en alle kwaadsprekerij.”[viii]
En in plaats daarvan als pasgeboren kinderen vurig te verlangen naar de zuivere melk van het Woord.[ix]

Om ons voorbeeldig te gedragen.
Dus dat het in ons doen en laten te merken is, dat we Jezus volgen.[x]
Om in Zijn voetsporen te gaan, ook al brengt dat lijden met zich mee.[xi]

In het derde hoofdstuk kwam hij daarop terug.
Hij riep ons op: “wees allen eensgezind, vol medeleven, heb de broeders lief, wees barmhartig en vriendelijk.
Vergeld geen kwaad met kwaad of laster met laster, maar zegen daarentegen, omdat u weet dat u daartoe geroepen bent, opdat u zegen zult beërven.”[xii]

En hij riep ons op het kwade te laten en het goede te doen, om zo alle eenvoud met daad en woord te getuigen van de hoop die we hebben.[xiii]

Vanmorgen gaat Petrus daarop door.
En hij noemt daarbij drie punten:

1. Dien God.
2. Bidt.

3. Heb lief.

Afgelopen dinsdag was het precies één jaar geleden dat ik hier bevestigd werd en intrede deed.
En ik dacht: hoe toepasselijk dat nu uitgerekend dit gedeelte aan de beurt is.

1. Dien God.
In de verzen 1 tot en met 6 roept Petrus ons op om niet de zonde te dienen, niet te doen wat we zelf leuk of lekker vinden, omdat het kan, maar God op de eerste plaats te zetten.

Duidelijk wordt ook dat zijn eerste lezers uit het heidendom kwamen.
En die mensen deden blijkbaar wat de rest ook deed.
Leven alsof er geen God is.

Petrus heeft het over “losbandigheid, begeerten, dronkenschap, zwelgpartijen, drinkgelagen en allerlei walgelijke afgoderij.”[xiv]

Je vraagt je af: wat waren dat voor mensen?
Hoe leefden zij?

Misschien dat iemand denkt – nou ja, ik dacht het zelf – die mensen houden in ieder geval wel van feesten.
Het is in ieder geval niet zo benepen.

Maar ondertussen zegt Petrus: “Mensen dat kan niet meer…”
Je bent van Jezus.
Je bent met Hem gestorven en opgestaan en de tijd dat je nu nog in het vlees leeft, moet je goed besteden.[xv]

Je zou ook kunnen zeggen: “Je moet bewust leven”.
Niet zomaar wat aan lummelen, maar bewust leven.
Doelgericht. We hadden het er al eerder over.[xvi] 

Nu zal ons dat verschil tussen ‘vroeger’ en ‘nu’ ons wat vreemder overkomen.
De meeste van ons zijn opgegroeid in een christelijk gezin.
Van jongs af aan hebben we christelijke waarden en normen meegekregen.
Van jongs af aan leerden wij: “Nee, dat doen we niet…”

Soms zelfs zo dat het ons wel eens benauwde en je dacht “Ik mag ook nooit wat…”

Hoeveel pubers zullen dat ook in Nieuwegein nu nog niet zeggen: “Ik mag ook nooit wat…”

“Waarom mag ik geen alcohol voor mijn 18e…?”

“Waarom moet ik zo vroeg thuis zijn, waar slaat het op?”
“Waarom mag ik nooit eens lekker losgaan op een feest?”

“Waarom mag ik niet blowen… Iedereen doet het…”
“Waarom mag ik geen pilletjes nemen op een feest… Iedereen doet het…”

Waarom geen seks voor het huwelijk. Waar slaat dat op? Iedereen doet het.”

Jaja
“Waarom geen lijntje cocaïne, de hele Zuidas snuift…”

“Ik mag ook nooit wat…”

Maar ondertussen klinkt het een beetje als de oudste zoon in de gelijkenis van de wachtende Vader.
Die oudste is ook een beetje jaloers op de jongste.
Hij moppert dan ook “ik dien u al zoveel jaren en heb nooit uw gebod overtreden en u hebt mij nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden vrolijk te zijn.
Maar nu deze zoon van u gekomen is, die uw bezit met hoeren opgemaakt heeft, hebt u voor hem het gemeste kalf geslacht.”[xvii] 

Het klinkt allemaal een beetje jaloers. Alsof hij zelf allemaal graag gedaan zou hebben, maar ja “dat mocht niet… Ik mag ook nooit wat…”.

Terwijl die jongste hem zou kunnen vertellen dat je echt niet gelukkiger van al die dingen wordt.
Net als veel popsterren lieten zien, dat je van seks en drugs ook erg ongelukkig kan worden.

Maar goed.
Petrus roept niet op tot een benauwd leven, maar een nauw leven met de Heere Jezus.
Denk er nu om dat je de tijd die je nog hebt – je weet niet hoe oud je wordt – dat je die tijd goed en nuttig besteed.

Wat Petrus hier ook te binnen brengt is dat er een dag komt dat iedereen verantwoording van zijn doen en laten zal moeten afleggen aan Hem die gereedstaat om de levenden en de doden te oordelen.[xviii]

Dat Goddelijke oordeel is belangrijker dan het menselijke oordeel. Ook van hen die zeggen: “Ah, doe niet zo flauw…”

Petrus rekent erop en rekent ermee dat dat oordeel niet lang zal uitblijven.

“Het einde van alle dingen is nabij; wees daarom bezonnen en nuchter in de gebeden.”

Wat moeten we wel doen?
Nadenken en nuchter zijn en bidden.
Dat is het tweede punt: 2. Bidt

Dat wil vooral zeggen: de omgang met God beoefenen.
Je leven afstemmen op Hem.
Let erop dat ‘bidden’ hier dus niet zoiets is als “Zorg dat je vijf keer per dag je gebed opzegt”, nee, bidden is hier een levenshouding.
Daarbij helpen vaste gebedstijden natuurlijk wel.
Petrus kende zelf de gewoonte om op vaste tijden te bidden.[xix]

De gemeente in Jeruzalem was trouw in de gebeden.[xx]
En ik dacht: Zou daar voor ons ook geen opdracht liggen.

Niet alleen komende woensdag: biddag; van harte welkom! Ik verwacht u eigenlijk allemaal, maar dat terzijde.

Zou het gebed overschat kunnen worden?
Of onderschatten we het?

Wie bidt er dagelijks voor de gemeente?
Wie worstelt voor de troon van God voor de gemeente…?

Wie heeft er gebeden voor deze dienst?
Wie bidt er dagelijks voor de jongeren van de gemeente?
Wie bidt er dagelijks voor de ouderen van de gemeente?
Wie bidt er dagelijks voor de kerkenraad?

Wie heeft er al gebeden voor de jeugddienst van volgende week?
Of is de neiging sterker om daar wel met elkaar over te praten, over te mopperen “Moet dat nou? Het moet allemaal niet gekker worden”…

Wel met elkaar en niet met God…
Wel mopperen, en niet bidden…

Nou dat kan niet, volgens Petrus. Dat komt niet bij hem op.

Ik weet nog dat iemand tegen mij zei – toen ik mopperde op een predikant, op de preken – “Ga jij maar voor hem bidden!
Als jij hem vol bidt, kan hij jou vol preken…”

Ik heb nooit meer op die dominee gemopperd en ging ook heel anders luisteren…

Bidt!

En “Heb lief”.

3. Heb lief.
Wie bidt zal liefhebben.

Afgelopen dinsdag was het precies één jaar geleden dat ik hier bevestigd werd en intrede deed.

Weet u nog? Die drie ramen: geloof, hoop en liefde.
Zij die van buiten naar binnen gingen, zagen de volgorde precies anders om: liefde, hoop, geloof.

Waar de liefde niet te zien is, is er niets te zien.
Ook hoop en geloof niet.

Heb voor alles vurige liefde voor elkaar, want de liefde zal een menigte van zonden bedekken.[xxi]

De liefde moet echt beoefend worden.
Petrus tekent er bij aan dat de liefde “een menigte van zonden zal bedekken”.[xxii]

Petrus zal hierbij ook aan Jezus hebben gedacht.

Had Jezus niet aan Petrus geleerd “niet zevenmaal, maar tot zeventig maal zevenmaal” je broeder te vergeven?[xxiii]

En natuurlijk moest Petrus dan niet uit gaan rekenen hoeveel “zeventig maar zevenmaal” dan wel niet is.
Petrus moest leren de tel kwijt te raken. Te vergeven en opnieuw te laten beginnen. 

Liefde en vergeving zijn in de christelijke gemeente oneindig.

Dat lijkt me goed om te beseffen.

Ik heb in het afgelopen jaar wel gemerkt dat er soms oud zeer zit. Onuitgesproken conflicten.
“Hij heeft toen…”

Wie zelf leeft, mag leven van de vergeving, die leert toch ook vergeven?
Een streep eronder en nu samen verder…

Samen bidden… Een kruis erdoor… Bloed erover…

Heb voor alles vurige liefde voor elkaar.
Wees gastvrij voor elkaar, zonder morren.
[xxiv]

Blijkbaar werd er vroeger ook gemopperd, anders had Petrus er niet ‘zonder morren’ achter gezet.

Gastvrijheid is ook volgens de brieven van Paulus een kenmerk van de gemeente en van de oudsten.[xxv]
Dat had natuurlijk ook te maken met rondtrekkende predikers. Petrus moest zelf op zijn zendingsreizen ook ergens slapen.

Heb vurig lief, wees gastvrij en dien elkaar…

Laat ieder de anderen dienen met de genadegave zoals hij die ontvangen heeft, als goede beheerders van de veelsoortige genade van God.[xxvi]

God heeft ons gaven gegeven, die we mogen inzetten ten dienste van elkaar.[xxvii]
Om elkaar een dienst te bewijzen.
Om elkaar te dienen.

En dat maakt hij heel concreet:
Als iemand spreekt, dan als iemand die de woorden van God spreekt.

Je dient elkaar als je woorden van God spreekt.

Als we ons daar nou op eens op toe zouden leggen.
Dat als we over de gemeente spreken, niet mopperen over dit of dat… maar woorden van God.

Dat Hij in ons spreken centraal staat.
Dat Hij in ons doen centraal staat.

Als iemand dient, dan als iemand die dient uit kracht die God schenkt

Dan doe je het ook niet zuchtend en steunend.

Laat het nu zo zijn dat “God in alles verheerlijkt wordt door Jezus Christus”. 

Dat we in alles wat we zeggen en doen God verheerlijkt wordt door Jezus Christus.

Afgelopen dinsdag was het precies één jaar geleden dat ik hier bevestigd werd en intrede deed.

En ik zeg nog een keer wat ik toen zei:
3Geprezen zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die ons, overeenkomstig Zijn grote barmhartigheid, opnieuw geboren deed worden tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden.


Hem komt de heerlijkheid en de kracht toe, tot in alle eeuwigheid. Amen.

Amen


[i] Zie ook Stefan Paas, Vreemdelingen en priesters. Christelijke missie in een postchristelijke omgeving, Utrecht: Boekencentrum, 2015.
[ii] Psalm 146:2 (OB).
[iii] 1 Petrus 1:1.
[iv] 1 Petrus 1:2.
[v] 1 Petrus 1:13.
[vi] 1 Petrus 1:14-16.
[vii] 1 Petrus 1:23.
[viii] 1 Petrus 2:1.
[ix] 1 Petrus 2:2.
[x] 1 Petrus 2:11-12.
[xi] 1 Petrus 2:21.
[xii] 1 Petrus 3:8-9.
[xiii] 1 Petrus 3:13-22.
[xiv] 1 Petrus 4:3. Zie voor ‘losbandigheid’ o.a. Gal. 5:19, Ef. 4:19, 2 Pet. 2: 2, 7 en 18. Voor ‘begeerte’ o.a. Kol. 3:5-8, 2 Pet. 1:4, 2 Pet. 2:10 en 18 en 3:3. Voor ‘dronkenschap’, ‘brassen’ en ‘drinken’ o.a. Gal. 5:21, 2 Pet. 2:11. Voor ‘verboden afgoderij’ o.a. Gal. 5:21 en Ef. 5:3-5.
[xv] 1 Petrus 4:2.
[xvi] Zie bijvoorbeeld https://glismeijer.com/2019/10/14/doelgericht-heilig-leven-nauw-met-christus-en-zijn-woord/ . 
[xvii] Lukas 15:29-30.
[xviii] 1 Petrus 4:5.
[xix] Zie bijvoorbeeld Hand. 3:1, 10:9.
[xx] Hand. 2:42.
[xxi] 1 Petrus 4:8.
[xxii] Vgl. Spr. 10:12: Haat wekt twisten op, maar liefde bedekt alle overtredingen.
[xxiii] Mat. 18:20-21.
[xxiv] 1 Petrus 4:9.
[xxv] Vgl. Rom. 12:13; Heb. 13:2 en 1 Tim. 3:2.
[xxvi] 1 Petrus 4:10.
[xxvii] Vgl. Rom. 12:6-8; 1 Kor. 12:4-11.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s