Voor jou!

Preek gehouden op 25 december, Eerste Kerstdag 2022 in de Dorpskerk van Vreeswijk.

Gemeente van onze Heere Jezus Christus,

1En het geschiedde…

1En het geschiedde in die dagen dat er een gebod uitging van keizer Augustus dat heel de wereld ingeschreven moest worden.

Een machtig man, die keizer Augustus.
Machtiger zelfs dan zijn voorganger Julius Caesar.

Als hij zegt ‘Ga’, dan gaan mensen.
Als hij zegt ‘Kom’, dan komen mensen.

Vanuit Rome stuurt hij zijn wereldrijk aan.

En – eerlijk is eerlijk – dat doet hij goed.
Zelfs in onbeduidende gebieden van zijn rijk, is zijn wil wet.

Hij doet het allemaal zonder e-mail.
Zonder ZOOM-meetings of Microsoft Teams.
Ook zonder Twitter en Tik-Tok.

Maar als hij zegt ‘Schrijf op’‘Tel’‘Noteer’‘Leg vast’.
Dan begint iedereen op te schrijven, te tellen, te noteren en vast te leggen.

Ook in Judea.
Een uithoek van het Romeinse Rijk.

Een machtig man, die keizer Augustus. 
Alle mensen zijn als poppetjes in zijn handen.

Jusuf en Mohammed.
Bart en Kees.
Carolien en Corine.

Maar die staan niet in de Bijbel.

Jozef en Maria wel.
Ze gaan naar Bethlehem.
Jozef is namelijk een afstammeling van David.

Zou Augustus weet hebben van David?
Zou hij weten wie dat is?
Zou Augustus ooit gehoord hebben van dat rijk van David?

Zou Augustus weet hebben van het feit dat God ooit beloofde aan David dat er altijd een nakomeling van David op de troon zal zitten?[i]

Zou Augustus weten dat de profeet Micha gezegd heeft, beloofd heeft, dat God Zelf beloofd heeft dat in Bethlehem de Messias geboren zal worden?[ii] 

Ik denk het niet.

Misschien is een wel veel spannender vraag of de mensen in Judea, in Bethlehem zelf, die beloften van God eigenlijk nog wel kennen en geloven.

Zingen ze nog Psalmen als Psalm 77: 

Zouden Zijn beloftenissen
Verder haar vervulling missen,
Vruchtloos worden afgewacht
Van geslachte tot geslacht?

Of zingen ze helemaal niet meer.

Omdat de werkelijkheid zo anders is.
Zo rauw.

In het eerste hoofdstuk heeft Lukas al geschreven dat een Edomiet, een nakomeling van Ezau in Jeruzalem op de troon zit.

En dan kun je denken: ‘Die beloften van God?’.
‘Daar komt toch niks van terecht’.

‘Daar geloofde mijn opa nog in… de goed-gelovige…’.

Zoals gezegd:
Augustus weet niets van koning David.
Augustus weet niets van beloften aan David en Israël gedaan.

Augustus weet niets van de God van Israël.

Maar zijn macht, zijn bevel wordt wel in Gods plan gebruikt.
Zou het vandaag anders zijn?

6En het geschiedde…

6En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou,
7en zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg.

De beschrijving is kort.
Maria baart, wikkelt het Kind in doeken en legt Hem in de kribbe.
De bijzin ‘omdat er voor hen geen plaats was in de herberg’ geeft wel iets, nou ja veel van de situatie weer.[iii]

Waarschijnlijk zijn ze vanuit een klein druk huisje voor de geboorte uitgeweken naar een ruimte waar normaliter het vee verblijf houdt.

Bevallen in een klein, druk huisje ik ook zoiets.

Hebt u kinderen?
Kinderen neem je niet, maar je krijgt ze.

Als u kinderen hebt.
Weet u nog ‘uw eerste kind?’

Mijn eerste werd geboren in een ziekenhuis.
Gelukkig maar.
Ik hoefde zelf de bevalling niet te doen, maar wat een stress ervaarde ik.

Hier een jonge vrouw.
Vijftien, zestien misschien.
In een vreemde omgeving.
In een stal.

Er is weinig idyllisch aan.

Weinig Kerstsfeer ook.
Geen kerstboom.
Geen Frank Sinatra of Bing Crosby of Jim Reeves op de achtergrond. Die zette mijn vader vroeger bij ons thuis op, afgewisseld met koorzang.

Ook geen Sela, of How To Throw muziek.

Alleen Jozef en Maria.
Misschien nog schorriemorrie. 

Een os en een ezel.[iv]

Zo baart Maria het Kind.

Het Kind waarvan de engel in het vorige hoofdstuk al zei: 31(,…) U zult (…)  een Zoon baren en u zult Hem de Naam Jezus geven.
32Hij zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste genoemd worden, en God, de Heere, zal Hem de troon van Zijn vader David geven,
33en Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn tot in eeuwigheid en aan Zijn Koninkrijk zal geen einde komen’.

Het Kind waarvan Maria in het vorige hoofdstuk zong: 
46Mijn ziel maakt de Heere groot, 47en mijn geest verheugt zich in God, mijn Zaligmaker,
(…)
51Hij heeft een krachtig werk gedaan door Zijn arm. 
Hij heeft hen die hoogmoedig zijn in de gedachten van hun hart, uiteengedreven.
52Hij heeft machtigen van de troon gestoten en nederigen heeft Hij verhoogd.
53Hongerigen heeft Hij met goede gaven verzadigd en rijken heeft Hij met lege handen weggezonden.
54Hij heeft het opgenomen voor Israël, Zijn knecht, door aan Zijn barmhartigheid te denken,
55zoals Hij gesproken heeft tot onze vaderen, tot Abraham en zijn nageslacht, tot in eeuwigheid.

Ze zingt het.

Ondertussen draait de wereld gewoon door.
Regeert Augustus gewoon door vanuit Rome en zit Herodes gewoon op de troon in Jeruzalem.

Ze wikkelt Hem in doeken.
En legt Hem ingebakerd in een voerbak.

Daar ligt Hij, Die Koning over het huis van Jakob zal zijn tot in eeuwigheid…

Over 33 jaar hangt Hij aan een kruis en staat er boven Zijn hoofd met Griekse, Romeinse en Hebreeuwse letters geschreven: DIT IS DE KONING VAN DE JODEN.[v]

Geboortekaartjes hoeven Jozef en Maria niet te versturen.
Een berichtje in de krant is ook niet nodig.


God Zelf is het Die de geboorte van Kind wereldkundig maakt.

8En er waren herders in diezelfde streek, die zich ophielden in het open veld en ’s nachts de wacht hielden over hun kudde.
9En zie, een engel van de Heere stond bij hen en de heerlijkheid van de Heere omscheen hen en zij werden zeer bevreesd.

Plotseling staan de herders in de heerlijkheid van God.

Het is geen wonder dat ze schrikken.

De heerlijkheid van God!
‘Nu gaan we eraan!’
‘Nu is het afgelopen met me’.
Zoiets zullen ze gedacht hebben.

‘Nu heeft mijn laatste uur geslagen’.

Maar terwijl de herders daar in het licht met knikkende knieën staan, zegt de engel:
“Wees niet bevreesd”
“Wees niet bang!”

Waarom niet?

Hoor maar wat de engel zegt:
“ik verkondig u grote blijdschap, 
die voor heel het volk wezen zal,

11namelijk dat heden voor u geboren is de Zaligmaker,
 in de stad van David; Hij is Christus, de Heere.
12En dit zal voor u het teken zijn: u zult het Kindje vinden in doeken gewikkeld en liggend in de kribbe”.

Zet een dikke streep onder ‘voor u’.

In Bethlehem komt een engel uit de hemel het vertellen.

Vanmorgen mag ik, komend uit Gouda, namens God zeggen:
‘Ik verkondig jou grote blijdschap
voor jou is de Zaligmaker geboren!’

Voor jou!

De Zaligmaker van jou, is voor jou geboren.

Ook voor jou, die denkt: ‘Maar ik, ik ben te slecht…’.

Ook voor jou, die denkt: ‘Wat ik gedaan heb, dat is onvergeeflijk…’.

Ook voor jou, die denkt: ‘Waarom mislukt er toch zoveel in mijn leven…’.

Ook voor jou, die denkt: ‘Mijn leven is een puinhoop…’.

Ook voor jou, die denkt: ‘Mijn leven loopt op rolletjes…. Heb helemaal geen Zaligmaker nodig…’.

Ook voor jou, die denkt: ‘Ik hoop dat het allemaal niet te lang duurt hier in de kerk. Straks komen…’.

Ook voor jou!

‘Ik verkondig jou grote blijdschap
voor jou is de Zaligmaker geboren!’

God is geworden wat jij bent: mens!
Om je zalig te maken.
Dat wil zeggen: Je het hoogste en eeuwige geluk te geven.

Hoe?
Niet door je de Oudejaarslotertij van 30 miljoen te laten winnen.

Niet door al je problemen in één klap op te lossen.
Niet door alle ziekten, rampen en ongelukken in één flits uit te bannen.

God maakt zalig door mens te worden.
En de oorzaak van alle ellende, van alle schuld, de zonden op Zich te nemen.


‘Vrees niet!’

Zelf zal het Kind ook vrees kennen.
Zijn ouders ook.
Straks moeten zij vluchten naar Egypte.

Aan het eind van Zijn leven zal er angst zijn.
Maar Het Kind overwint! 

In kruis en opstanding.

12En dit zal voor u het teken zijn: u zult het Kindje vinden in doeken gewikkeld en liggend in de kribbe.

Zoek het Kindje op.
En kniel voor het Kind.
Aanbidt Hem!


En meteen beginnen de engelen God te loven.

Zij hebben vanuit de hemelen beter door dan de mensen die hier op aarde met al hun noden en zorgen rondlopen.
Ook beter dan Augustus en Herodes die gewoon doorregeren alsof er niets aan de hand is.

De lofzang begint dan ook niet beneden, maar boven.
Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen.

15En het geschiedde…

15En het geschiedde, toen de engelen van hen weggegaan waren naar de hemel, dat de herders tegen elkaar zeiden: Laten wij dan naar Bethlehem gaan en dat woord zien dat er geschied is, dat de Heere ons bekendgemaakt heeft.
16En zij gingen met haast en vonden Maria en Jozef, en het Kindje liggend in de kribbe.

Mij valt altijd op dat ze niet zeggen: ‘Nou jongens, eerst lekker slapen. Morgen maar eens kijken…’.
Of ‘Leuk verhaal, maar wat heb je er aan…’.

Nee, ze gaan met haast op zoek naar het Kind!
Snel dus!
 
Ze vinden Jozef en Maria, zoals hen gezegd was.
En het Kind, liggend in een kribbe.

Daar zullen ze voor Hem neergeknield zijn.

Daar ligt God.
Als baby.
Kwetsbaar.

Daar ligt de Koning van deze wereld.
In een stal in Bethlehem.
Precies zoals beloofd.

Heb ik hier wel eens gezegd dat geloven volgt op beloven?
De belofte gaat altijd voorop!

Als zij Het gezien hebben, vertellen zij overal wat hun over dit Kind verteld was.

Verwondering alom.
Uiteindelijk verheerlijken en loven ze God.

En jij?

Heb jij het Kind al aanbeden?

Er is een kinderlied waarin gezongen wordt:

Hoe kan ik Hem dan vinden?
Die koning, die koning…

Het kinderlied geeft ook het antwoord:

Die koning is dichtbij je
Je hoeft niet ver op reis
Vraag Hem in ’t kribje van je hart
Dan wordt het een paleis…

Heb jij dat al gedaan?

Hem in je hart gevraagd?

Je zonden wel eens beleden?
Je pijn wel eens benoemd?
Je angst of angsten verteld?

Heb je wel eens gevraagd: Heere Jezus, kom in mijn hart?
Wees de Koning van mijn leven?

Of vind je dat eng?

Je weet niet wat er gebeurt.

Doe het gewoon eens.
Vraag Hem gewoon.
Roep Hem aan.

Noem Hem bij Zijn Naam: Jezus.

Ik deed het toen ik een jaar of 18, 19 was.

‘Heere Jezus, kom in mijn hart…’
Er waren toen best wel zaken waarvan ik wist: 
‘Niet goed dat je dat gedaan hebt Gerrit’.
‘Hoe verder…’.

Ik heb toen mijn hele leven voor Hem open gelegd.

Hij wist natuurlijk alles al.
Maar ik heb Hem toch alles verteld.

En dat doe ik nog steeds.
Hem betrekken bij alles.

En het mooiste is dat Hij niet zei: ‘Voor jou een ander…’.
Maar dat Hij kwam. 
Het mooiste is dat Hij niet zegt: ‘Voor jou een ander…’.
Maar dat Hij komt.

Vanmorgen klopt Hij ook aan de deur van jouw hart:
“Mag Ik binnenkomen?”

En als je vandaag niet opendoet, dan klopt hij morgen weer.

En overmorgen…
En over- overmorgen…
Hij Die is zoals Hij heet.

Hoe dan?

Jezus, dat is Zaligmaker.
Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden.
Niemand anders, alleen Hij.

Letterlijk betekent Zijn Naam: De HEERE redt.
Heel het reddend handelen van God is in de Naam Jezus samengevat. 
Verlossing, vergeving, vernieuwing.

De HEERE redt.

Help, daar spartelt een drenkeling in het koude water. Zwemmen kan hij niet. 
Hij komt nog één keer boven, om dan in de diepte weg te zinken. 

Wat is dan helpen? 
Hem wat toeroepen? Wat aanwijzingen vanaf de kant.
Hem wat toewerpen? Denk aan de boei van net.

Nee.
Hem helpen is hem naspringen.
Naar hem duiken.
Hem stevig vastgrijpen.
Hem meeslepen naar de wal. 

Dat is wat de Zaligmaker doet. 

Wij mensen zijn, door de duisternis misleid, te water geraakt. 

Het water is diep.

Het blijkt zelfs nog dieper dan je dacht.
Als er geen hulp opdaagt verdrink je erin. 

Je probeerde nog wel te spartelen en zo spartelend aan wal te komen.
Maar het lukt niet.
En je gaat al voor de eerste keer koppie onder.

Nog een keer kom je boven.
‘Help!’

Wie helpt hier? 
De HEERE redt. 
Jezus. 
In Hem springt de HEERE jou na en grijpt je vast. Om je aan wal te brengen.

Vandaag vieren wij Zijn duik in het water!

Voor jou!

God wordt mens.
Voor jou!

En jij en ik.
Wij kunnen Hem geen grotere eer bewijzen.
We kunnen Hem vandaag niet blijder maken.

Dan door Hem vandaag bij Zijn Naam te noemen.
Te knielen voor de kribbe,
En Hem te aanbidden.

Jezus.
De HEERE redt.
Jezus, Zaligmaker.

Amen.


[i] 2 Sam. 7:12-16.
[ii] Micha 5:1.
[iii] In Lukas 10:34 gebruikt Lukas dan ‘pandochein’. Hier ‘kataluma’. 
[iv] Jesaja 1:3. Het Hebreeuwse ‘os en ezel’ klinkt als ‘schoorwachamoor’. Met een beetje goede wil hoor je daar het Nederlands-Jiddische woord ‘schorriemorrie’ in. Schoorwachamoor = schorriemorrie.
[v] Lukas 23:38.

2 gedachten over “Voor jou!

  1. Ds,
    Korte reactie!!
    Indrukwekkende preek, ook ontroerde het mij, als je dit zo leest, of gehoord!!
    Wat een geweldige geschiedenis, je maakt het van heel dichtbij eigenlijk mee!!!
    Je wordt erbij betrokken! Heerlijk en ontroerend!!
    Dank u wel Heere God voor deze prediking(er)!!

    G.Pors
    Ouderling in Asperen

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s